De Boodschapper van Allah (Vrede en zegeningen van Allah zij met hem) heeft zijn Oemmah manieren geleerd om zichzelf te kunnen beschermen tegen de fitnah van de nep-messias (Al-Masih Ad-Dajjaal). Hij heeft zijn Oemmah op een duidelijk en recht pad achtergelaten, en niemand wijkt daarvan af, behalve degene die verdoemd is. Hij heeft niks goeds onbesproken gelaten jegens zijn Oemmah, en hij heeft geen slecht ding onbesproken gelaten en er tegen gewaarschuwd. Een van de dingen waarvoor hij ons gewaarschuwd heeft was de Fitnah van de Dajjaal, omdat het de grootste fitnah zal zijn die de Oemmah zal moeten ondergaan tot het Laatste Uur. Elke Profeet heeft zijn Oemmah gewaarschuwd tegen de eenogige Dajjaal, maar Mohammed (Vrede zij met hem) was de enige die aanzienlijk meer over hem heeft verteld. Allah heeft vele van de kenmerken van de Dajjaal aan hem geopenbaard zodat hij de Oemmah kon waarschuwen. De Dajjaal zal ongetwijfeld opduiken vanuit het midden van deze Oemmah, omdat dit de laatste Oemmah is, en Mohammed (Vrede en zegeningen zij met hem) is de zegel van de profeten. Hierna zullen er enkele Profetische adviezen volgen die de Uitverkoren Profeet (Vrede zij met hem) aan zijn Oemmah heeft voorgelegd zodat de Oemmah beschermd wordt tegen deze machtige fitnah, waartegen we toevlucht en redding bij Allah zoeken.
1. Het vasthouden aan Islam, het hebben van een rechtzinnig geloof en het leren van de Namen en Meest Schone Eigenschappen van Allah die niet gedeeld worden door wie dan ook is een van de adviezen. Een persoon zou moeten weten dat de Dajjaal een mens zal zijn die zal eten en drinken, en dat Allah daar ver boven staat; De Dajjaal zal eenogig zijn terwijl Allah dat niet is. Niemand kan zijn Heer zijn totdat de dood tot hem komt, maar de Dajjaal kan gezien worden door alle mensen, zowel gelovigen als ongelovigen, wanneer hij zal verschijnen.
2. Het toevlucht zoeken bij Allah tegen de Fitnah van de Dajjaal, vooral in het gebed. Dit wordt overgeleverd in Sahih ahadith, zoals de hadith overgeleverd door de moeder van de gelovigen, Aa'ishah (Moge Allah tevreden met haar zijn), de vrouw van de Profeet (Vrede en zegeningen zij met hem). Zij zei dat de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem in zijn salaah altijd smeekte; "Allaahoemma ienni a'oodhoe bika mien 'adaab al-qabrie, wa a'oodhoe bika mien fitnatie Al-maseeh Dajjaal, wa a'oodhoe bieka mien fitnat il-mahyaa wa fitnat l-mamaat. Allaahumma inni a'oodhoe bieka min al-ma'tham wa'l-maghram (O Allah, ik zoek toevlucht bij U tegen de bestraffing in het graf, ik zoek toevlucht bij U tegen de fitnah van de Dajjaal, en ik zoek toevlucht bij U tegen de test in dit leven en bij de dood. O Allah, ik zoek toevlucht bij U tegen zondes en schulden.)" (Overgeleverd in Sahih Al-Boekharie, nummer 789). Moesliem heeft overgeleverd dat Aboe Hoerayrah (Moge Allah’s welbehagen zij met hem) heeft gezegd; "De Boodschapper van Allah (Vrede en zegeningen van Allah zij met hem) zei;'Wanneer iemand van jullie de Tashahhoed zegt, laat hem dan toevlucht zoeken bij Allah tegen vier dingen. Zeg; "Allaahumma ienni a'oodhoe bieka mien 'adhaabie djahannam wa mien 'adhaabie al-qabrie wa mien fitnatie l-mahyaa wa'l-mamaat wa mien sharrie fitnatie Al-maseehie Dajjaal" (O Allah, ik zoek toevlucht bij U tegen de bestraffing in van de Hel, tegen de bestraffing in het graf. tegen de testen in dit leven en bij de dood, en tegen het kwaad en de fitnah van de Dajjaal)'" (Overgeleverd door Moesliem, nummer 924)
3. Het uit het hoofd leren van Soerat Al-Kahf. De Profeet (Vrede en zegeningen van Allah zij met hem) heeft ons bevolen om de openingsverzen van Soerat Al-Kahf te reciteren tegen de Dajjaal. Volgens sommige overlevering betreft het (ook) de laatste verzen van de Soerah. Dit betekent dus dat het gaat om het reciteren van de eerste tien of de laatste tien aya's. Een van de ahadith waarin dit besproken wordt is de lange hadith, overgeleverd door Moesliem van al-Nawwaas ibn Sam'aan, waarin er wordt gezegd; "Degene van jullie die hem zien (De Dajjaal), laat hem de openingsverzen van Soerat al-Kahf reciteren" (Moesliem 5228). In Moesliem nummer 1342 wordt er overgeleverd dat Aboe Dardaa' heeft gezegd dat de Profeet (Vrede zij met hem) heeft verteld; "Degene die de eerste tien ayat onthoudt van het begin van Soerat al Kahf, zal beschermd worden door de Dajjaal". Dit houdt in dat hij beschermd word tegen zijn Fitnah. Moesliem zegt ook dat "Shoe'bah zei dat het ging om "het einde van Al-Kahf", terwijl Hammaam zei dat het om het begin ging."
Al Nawawai zei hierover; "De reden voor dit verschil is omdat aan het begin van deze Soerah veel wonderen en Tekenen staan, en degene die hierover nadenkt zal niet bedrogen worden door de fitnah van de Dajjaal. En op het einde van de Soerah zegt Allah (vertaling van de betekenis); Denken degenen die niet geloven, dat zij Mijn dienaren naast Mij tot beschermers (awliyaa', heren) kunnen nemen?' (Al Kahf, 18:102)" (Al-Nawawi zegt dit in Sharh Sahih Moesliem, 6/93)
Dit is een van de speciale kenmerken van Soerat al-Kahf. Er zijn ahadith die het aanbevelen om deze Soerat te lezen, vooral op vrijdag. Al Haakim heeft overgeleverd dat de Profeet (Vrede en zegeningen zij met hem) zei; "Degene die Soerat al-Kahf op vrijdag reciteert, zal een licht voor zichzelf hebben van de ene vrijdag tot de volgende." (al-Moestadrak, 2/368. Sahih geclassificeerd door al-Albaani, in Sahih al Djaami' al-Saghir, hadith 6346)
Ongetwijfeld is Soerat al-Kahf van groot belang, gevuld met grootse ayaat, zoals het verhaal van de Mensen van de Grot, het verhaal van Moesa (Vrede zij met hem) en al-Khidr, het verhaal van Dhoel-Qarnayn en de dam die hij bouwde om Ya'jooj en Ma'jooj tegen te houden. Ook bevat het bewijs voor de wederopstanding, en het vertelt over het blazen van de Trompet, en de uitleg over degenen wiens daden het meest verloren gaan, wie degenen zijn die denken dat ze leiding ontvangen, terwijl ze in werkelijkheid misleidt en blind zijn. Elke Moesliem zou moeten streven om deze soera te lezen, te onthouden, en om het vaak te herhalen, vooral op de beste dag waarop de zon opkomt; de vrijdag.