Wanneer dient de moslim de intentie te hebben als hij de wodhoo-e wil gaan verrichten? Is dit in het begin, of bij het wassen van het gezicht? Of is het toegestaan om de intentie van de wodhoo-e te hebben tijdens de handelingen van de wodhoo-e?
Alle lof zij Allah en de vrede en zegeningen met de boodschapper van Allah. Voorts:
Allereerst:
De intentie is een voorwaarde voor alle vormen van aanbiddingen. Een aanbidding is onjuist behalve met een intentie, waaronder ook de wodhoo-e.
Imaam An-Nawawi (moge Allah hem barmhartig zij) zei: “De intentie is een voorwaarde voor de juistheid van de wodhoo-e, de wassing en de Tayammoem zonder dat er onder de geleerden van ons hierover verschillende meningen zijn. Dit is ook gezegd door Maalik, al-Layth ibn Sa’d, Ah’med ibn H’anbal, en Daawoed. Hun bewijs is de uitspraak van Allah, de Verhevene: “Zij werden niets anders bevolen dan Allah met zuivere aanbidding te aanbidden.” (Soerat al-Bayyinah (98), aayah 5). De Ikhlaas is een daad van het hart en dit is de intentie, en een gebod impliceert een verplichte zaak.
En in de Soennah zijn er de woorden van de profeet(Allah’s vrede en zegen zij met hem): “Waarlijk, de daden worden bepaald door de intentie.” Wat wordt bedoeld met deze regel is dat een daad alleen maar daadkracht heeft met de intentie dat hiermee gepaard gaat.
Een ander bewijs is de uitspraak van de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem): “En voor eenieder is wat hij als intentie heeft.” En als een persoon niet de intentie heeft de wodhoo-e te verrichten dan heeft hij ook geen wodhoo-e …etc.” Einde citaat uit “al-Madjmoo’ (1/356) en “al-Moeghnie” (1/156 ) .
Ten tweede:
Opgemerkt dient te worden dat de plaats van de intentie het hart is, en het is niet voorgeschreven om de intentie met de tong uit te spreken.
Ten derde:
Wat betreft de tijd wanneer men de intentie dient te nemen:
Het beste is de intentie aan het begin van de wodhoo-e te hebben of tot kort ervoor zodat de intentie alle onderdelen van de rituele wassing omvat. Maar de plicht van dit de intentie aan het begin van een verplichte zaak is.
Ibn Qoedaamah (moge Allah hem barmhartig zijn) zei in “al-Moeghnie” (1/159): “Het is verplicht om de intentie te hebben vóór het verrichten van de reinheid, want het is een voorwaarde voor de reinheid zodat deze intentie alle onderdelen van de wodhoo-e omhelst. Als er iets gewassen wordt vóór de intentie wordt dit niet als geldig gezien. Het is aanbevolen om de intentie te hebben vóór het wassen van de handen zodat de intentie zowel de verplichte als de aanbevolen handelingen omvat. Als iemand zijn handen wast vóór de intentie is dit als iemand die zijn handen niet gewassen heeft. Het is toegestaan om de intentie kort ervoor te hebben, en als deze periode te lang is dan is dit niet geldig.” Einde citaat.
Sheikh Ibn ‘Oethaymien (moge Allah hem barmhartig zijn) zei in “Sharh’ al-Moemti’ (1/140): “De intentie kan zich op twee momenten bevinden:
Het eerste moment: dit is bij een aanbevolen handeling van de wodhoo-e, en dit is vóór de Soennah handeling voor de verplichte onderdeel van de wodhoo-e.
Het tweede moment: dat de intentie bij een verplichting van de verplichtingen van de wodhoo-e is.” Einde citaat.
Het beste is dat de intentie voor het beginnen met de wodhoo-e dient te zijn, en het is verplicht om de intentie te hebben bij de eerste verplichte onderdeel van de wodhoo-e . De geleerden verschilden van mening over de eerste verplichte onderdeel van de wodhoo-e : er is gezegd dat dit al-Basmallah (het zeggen van “Bismiellah”) en er is ook gezegd dat dit “al-Madhmadhah”( het wassen van de mond) is en dit is de meest correct. Er is ook gezegd dat dit het wassen van het gezicht is.
Maar als iemand de intentie heeft bij de eerste verplichte zaak van de wodhoo-e dat heeft bij niet beloning bij de eerste aanbevolen handelingen van de wodhoo-e zoals al-Basmallah en het driemaal wassen van de handen zoals eerder genoemd in de woorden van ibn Qoedaamah (moge Allah hem barmhartig zijn).
Sheikh ‘Abdoelaziz ibn Baaz (moge Allah hem barmhartig zijn) zei: “Het is bewezen dat de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) bij de eerste handeling van de wodhoo-e zijn handen driemaal waste en daarbij de intentie had van de wodhoo-e te verrichten en ook de naam van Allah noemde.” Einde citaat uit “Madjmoo’ al-Fataawa Sheikh ibn Baaz” (10/98), moge Allah hem barmhartig zijn.
En Allah weet het beste.
Sheikh Mohammed Saalih al-Moenaddjied