Vraag & Antwoord

Het oordeel over het verrichten van de Wodhoo-e in de badkamer (waar toilet aanwezig is).

Ik gebruik de kraan bij het verrichten van de Wodhoo-e en mijn vader zegt dat als er een druppel water valt op de grond en dit mijn kleding raakt het gebed en de Wodhoo-e ongeldig worden. Heeft hij gelijk hierin?

Alle lof zij Allah en de vrede en de zegeningen met de boodschapper van Allah. Voorts:

Als een persoon de Wodhoo-e verricht op een schone reine plaats zal het water dat zijn lichaam of kleding raakt hem niet schaden (d.w.z. zijn lichaam en kleding blijven rein).

Opgemerkt moet worden dat de oorsprong in zaken de reinheid is en er wordt niet geoordeeld over de onreinheid van een plaats behalve wanneer er zekerheid hierover is.

Sommige mensen vinden het moeilijk om de Wodhoo-e te doen in de toiletruimte waar men ook zijn behoeften doet denkende dat het water dat de grond raakt in de toiletruimte en hem raakt hij dan onrein wordt. Dit is in de meeste gevallen onjuist, want de badkamer/toiletvloer is rein.

Met uitzondering van de plaats waar de behoefte gedaan wordt is onrein maar de rest van de plaats van de toiletruimte is rein behalve als er zekerheid is.

Dienovereenkomstig het vallen van water op de grond en vervolgens dit het lichaam of de kleding raakt heeft geen invloed op de reinheid en is niet schadelijk.

De geleerden van het permanente comité werd de volgende vraag gesteld: “Wat is het oordeel over het verrichten van de Wodhoo-e in de toiletruimte? Als er een afscheiding is tussen de plaats van onreinheid en de waterkraan is de Wodhoo-e dan geldig?”


Zij antwoordden: “Als de kraan waaruit water komt afgescheiden is van de plaats van onreinheid zodanig dat het water op de grond terecht komt, dan is de grond rein en is er geen probleem om de Wodhoo-e en Instindjaa-e te verrichten.” Einde citaat uit “Fataawa al-Ladjnah ad-Daa-iemah (5/85).

Zij werden ook gevraagd ( 5/85 ): “Is het toegestaan voor een man om te plassen in de badkamer te plassen?”

Zij antwoordden: “Ja dit mag maar men dient wel zorg te dragen dat er geen urinespetters hem raken. Het is hem voorgeschreven om water op de plek te gieten zodat de onreinheid verdwijnt wanneer hij de Wodhoo-e wil gaan verrichten op deze plek.” “Fataawa al-Ladjnah ad-Daa-iemah (5/85)”.

Zij zeiden ook in deel 5, blz.238: “Wanneer het gemakkelijk is de Wodhoo-e buiten de toiletruimte te verrichten dan is het completer om de Wodhoo-e buiten de toiletruimte te verrichten met inachtneming van het noemen van de naam van Allah bij het begin van de Wodhoo-e . Zo niet dan kan er in de toiletruimte de Wodhoo-e verricht worden en er dient de plaatsen waar eventueel onreinheid is te vermijden.” Einde citaat.

Sheikh Ibn ‘Oethaymeen, moge Allah hem barmhartig zijn, werd de volgende vraag gesteld:

“Sommige mensen doen de Wodhoo-e in de toiletruimte dat specifiek is voor het doen van de behoefte. Wanneer zij deze ruimte verlaten is hun kleding nat en getroffen door water. Er is geen twijfel dat de toiletruimtes niet vrij van onzuiverheden. Is het gebed in deze kleding juist? Is het toegestaan voor hen om dit te doen?”

Hij antwoordde: "Voordat ik deze vraag beantwoord zeg ik: “Deze wetgeving is – en alle lof zij Allah – in alle opzichten volledig en overeenstemmend met de menselijke natuur waarmee Allah de mens heeft geschapen. De islamitische wetgeving is gekomen met vergemakkelijking, het is gekomen om de mens te verlossen van de doolhoven van obsessies en fantasieën dat geen oorsprong en basis heeft.

Op basis van dit uitgangspunt zeggen wij: de oorsprong is dat de er sprake is van reinheid zolang er niet met zekerheid geweten wordt dat het lichaam of kleding geraakt zijn door onreinheid. De woorden van de boodschapper van Allah, Allah’s vrede en zegen zij met hem, getuigen van deze oorsprong toen er een man naar hem kwam en hem vroeg dat hij iets voelde in zijn gebeden, oftewel de verbreking van zijn Wodhoo-e. De profeet, Allah’s vrede en zegen zij met hem, zei: “Hij dient het gebed niet te verlaten totdat hij een geluid hoort of een geur ruikt.”

Het uitgangspunt is dat alles blijft zoals het was: als de kleding waarmee iemand de toiletruimte binnengegaan is nat is geworden met water, wie zegt ons dan dat deze vochtigheid afkomstig van urine, ontlasting of iets anders? Als wij dit niet met zekerheid kunnen zeggen dan is de oorsprong reinheid en zuiverheid. Het kan zijn dat wij denken dat het zeer waarschijnlijk is dat het vervuild is met iets onreins, maar zolang wij dit niet zeker weten dan is de oorsprong de aanwezigheid van reinheid en is het voor hen niet verplicht om hun kleding te wassen en het is voor hen toegestaan om ermee te bidden en er treft hen geen blaam hierin.”Einde citaat uit “Fataawa Ibn ‘Oethaymien (12/369).

We moeten erop wijzen dat als er zeker geweten wordt dat onreinheid aanwezig is en de mens er zeker van is dat dit zijn kleding heeft geraakt, dit zijn Wodhoo-e niet ongeldig maakt, maar zijn gebed is niet geldig totdat hij de onreinheid verwijdert. Onreinheid heeft geen invloed op de Wodhoo-e maar wel op de juistheid van het gebed.

Hij dient – als hij zeker is van de onreinheid – deze weg te wassen alvorens te beginnen met het gebed, en vervolgens te bidden met deze Wodhoo-e en zijn Wodhoo-e in niet ongeldig hierdoor.

En Allah weet het beste.


AL.ISLAAM.COM
Uw mobiele kennisbron over de Islaam

BESCHIKBAAR OP DE VOLGENDE APPARATEN