Vraag & Antwoord

Het oordeel over het staan voor een Djanaazah

Er is een authentieke overlevering in Sah'ieh Moeslim waarin de profeet (Allah's vrede en zegen zij met hem) opstond voor een doodskist van een jood toen deze voorbij gedragen werd, er is ook een overlevering is Sah'ieh Moeslim waarin vermeld is dat de profeet (Allah's vrede en zegen zij met hem) ook opstond voor een dode op de begraafplaats totdat deze in zijn in zijn graf gelegd werd. Net zoals er ook een overlevering in Sah'ieh Moeslim is die vermeld dat het staan voor de dode opgeheven is, en dat hij daarna ging zitten totdat de dode in zijn graf gelegd werd. Is de eerste overlevering ook opgeheven waarin het staan voor de dode tijdens het voorbijkomen ver van de begraafplaats vermeld is? Of is deze opheffing (Naskh) specifiek voor het staan voor de dode op begraafplaatsen?

Alle lof zij Allah.

We kunnen het thema die genoemd is in de vraag onderverdelen in twee vraagstukken:

De eerste kwestie: het oordeel over het staan voor de Djanaazah wanneer deze voorbij gedragen wordt terwijl iemand zittende is.

De geleerden verschilden op dit punt en er zijn hierover twee meningen:

De eerste mening is dat het afkeurenswaardig is te staan voor de Djanaazah wanneer deze voorbij gedragen wordt, ook al is dit op de begraafplaats zelf. Het is de bevestigde mening is in de leer van de H'anafi, H'anbali, As-Shaafi'ie wetschool.

Ibn al-Hammaam al-H'anafi (moge Allah hem genadig zijn) zei: "Wanneer iemand langs de weg zit of in de begraafplaats zit, en er een Djanaazah langs gedragen wordt dan dient hij niet te gaan staan. Er is ook gezegd dat hij dient te gaan staan, maar de eerste is het uitgangspunt. Dit is naar aanleiding wat er overgeleverd is via "Ali: "De boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegen zij met hem) heeft ons opgedragen te staan voor de Djanaazah, en daarna ging hij zitten en droeg ons op om te gaan zitten en niet meer te staan." Dit is ook vermeld van imaam Ah'mad. (2/135)

al-Khateeb as-Sherbini As-Shaafi'ie (moge Allah hem genadig zijn) zei: "Het is afkeurenswaardig te staan voor de Djanaazah wanneer deze voorbij gedragen wordt, er is ook niet vermeld dat men met de Djanaazah mee dient te gaan..." Einde citaat. (Moeghnie al-Moehtaadj 2/20. Imaam an-Nawwawie (moge Allah hem genadig zijn) heeft deze uitspraak in zijn boek "al-Madjmoo' verwezen naar imaam as-Shaafi'ie en de meerderheid van onze metgezellen.

Imaam al-Boehoettie al-H'anbali (moge Allah hem genadig zijn) zei: "Wanneer er een Djanaazah voorbij gedragen wordt terwijl iemand zittende is, is het afkeurenswaardig te gaan staan uitgaande van de overlevering van ibn Sirien dat hij zei: "Een Djanaazah werd voorbij gedragen voor Hassan ibn "Ali en ibn "Abbaas. Hassan stond op terwijl ibn "Abbaas bleef zitten. Hassan zei tegen ibn "Abbaas: "Was het niet zo dat de profeet (Allah's vrede en zegen zij met hem) opstond voor een Djanaazah?" Ibn Abbaas zei: "Hij stond op en daarna ging hij zitten." Einde citaat (Overgeleverd door an-Nasaa-ie) Zie: Kashf al-Qinaa'(2/130).

De tweede uitspraak: het is aanbevolen om te staan voor de Djanaazah wanneer deze voorbij gedragen wordt. Dit is een tweede mening van de As-Shaafi'ie wetschool en de mening van ibn H'azm ad-Dhaahirie.

Imaam an-Nawawi (moge Allah hem genadig zijn) zei: "Dit is wat de auteur van "Attatimmah' heeft vermeld, oftewel aanbevolen, de overleveringen waarin het staan voor de Djanaazah vermeld zijn, zijn authentiek. Er is niets authentieks vermeld van het zitten wanneer een Djanaazah voorbij gedragen wordt behalve de overlevering van "Ali, en deze overlevering is niet expliciet in de opheffing (Naskh), integendeel er is geen Naskh over dit onderwerp aan de orde, want het kan zijn dat het zitten ter verduidelijking is van de legitimiteit ervan. En Allah weet het beste." Einde citaat. Al-Madjmoo' (5/241)

Imaam Ramlie (moge Allah hem genadig zijn) zei: "Wanneer een Djanaazah voorbij gedragen wordt is het aanbevolen te gaan staan zoals aangegeven door al-Moetawalla en geselecteerd is door imaam an-Nawawi in "Sharh'oe al-Moehaddab' en "Sharhoe Moeslim'. Ibn Moeqrie echter, meent dat het afgeraden is." Nihaayat al-Moeh'taadj (2/467)

Ibn H'azm (moge Allah hem genadig zijn) zei: "Het is aanbevolen om te gaan staan voor de Djanaazah, ook al betreft het een Djanaazah van een ongelovige, totdat het neergelegd wordt of in de graf geplaatst wordt. Wanneer iemand niet staan voor de Djanaazah dan treft hem hierin geen verwijt. " Einde citaat. al-Moeh'alla (3/380)

Als bewijsvoeringen citeerden zij de volgende overleveringen:

1 - 'Aamir ibn Rabie'ah zei: "De boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegen zij met hem) zei: "Als jullie een Djanaazah zien sta dan op voor deze totdat deze voorbij is, of neergelegd wordt." (Overgeleverd door imaam Moeslim: 958).

2 - Ibn Abie Layla zei: "Qays ibn Sa'd en Sahl ibn Hanief waren al-Qaadissiyyah toen er een Djanaazah langs gedragen werd en zij opstonden. Er werd tegen hen gezegd: "Het is een Djanaazah van de mensen van dit gebied (niet-moslims)." Zij antwoordden: "Er werd een Djanaazah langs de profeet (Allah's vrede en zegen zij met hem) gedragen en hij stond op en er werd gezegd: "het is een Djanaazah van een jood..."Hij antwoordde: "Is het dan geen ziel?!" (Overgeleverd door imaam Moeslim: 960)

Als reactie op de bewijsvoeringen van de eerste mening hebben zij gezegd dat het staan van de boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegen zij met hem) niet duidelijk is in de opheffing, want het kan zijn dat het ter verduidelijking is van dat het toegestaan is zoals eerder is vermeld door imaam an-Nawawi (moge Allah hem genadig zijn).

Ibn H'azm (moge Allah hem genadig zijn) zei: "Het zitten van de boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegen zij met hem) nadat hij opdroeg te staan voor de Djanaazah is ter verduidelijking dat het aanbevolen is te staan. Dit mag niet worden gezien als opheffing van het oordeel, want opheffing van een oordeel kan alleen door een vaststaande en onweerlegbare Naskh." al-Moeh'alla (3/380-381).

De tweede kwestie: de regel van het blijven staan van mensen die aanwezig zijn bij de begrafenis totdat de dode in zijn graf geplaatst wordt.

De geleerden verschilden op dit punt en er zijn twee meningen:

De eerste mening: aanbeveling om te blijven staan en de afkeur om te gaan zitten. Dit is de mening van de leer van de H'anafi en H'anbali geleerden en gekozen door sommige geleerden van de Shaafi'ie wetschool.

Ibn Hammaam al-H'anafi (moge Allah hem genadig zijn) zei:"Wanneer het graf bereikt wordt is het afkeurenswaardig te zitten voordat de dode neergelegd wordt, want het kan zijn dat er hulp en samenwerking nodig is, en wanneer iemand staat is dit makkelijker. De bedoeling van de aanwezigheid bij de begrafenis is te ere van de overledene, en wanneer er gezeten wordt voor dat hij in zijn graf gelegd wordt is een zekere minachting voor hem. Dit is van toepassing voor degene die met de rouwstoet meegegaan is." Einde citaat. Feth al-Qadier (2/135).

Imaam al-Boehoettie (moge Allah hem genadig zijn) van de H'anbali wetschool zei: "Het is afkeurenswaardig voor degene die de rouwstoet heeft gevolgd te gaan zitten, totdat de dode begraven wordt, behalve degene die ver weg is van de Djanaazah: voor hem is het niet afgeraden te zitten voor het neerzetten van de dode op de grond, want in het wachten van degene die ver is van de Djanaazah zit een zekere moeilijkheid. Wanneer Imam Ah'mad het gebed deed over een Djanaazah dan ging hij niet zitten totdat de dode begraven werd. Dit is overgenomen door imaam al-Marwadie. "Ali stond bij een graf en er werd gezegd: "Gaat u niet zitten o leider van de gelovigen?" Hij antwoordde: "Het is weinig wat wij doen voor onze broeder wanneer wij staan (ter ere van hem) voor zijn graf." Dit is genoemd door imaam Ah'mad als bewijsvoering." Einde citaat. Kash al-Qinaa'(2/130).

Ze citeerden de h'adieth van Aboe Sa'ied al-Khoedrie (moge Allah tevreden over hem zijn) dat hij zei: "De boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegen zij met hem) zei: "Wanneer jullie de Djanaazah volgen, ga dan niet zitten totdat deze neergelegd wordt." (Overgeleverd door imaam Moeslim:959).

De tweede uitspraak: het is afgekeurd om te blijven staan. Dit is de opvatting van de Maaliki wetschool, en een uitspraak van de As-Shaafi'ie en H'anbali geleerden.

In het boek "Manhadj al-Djaliel Moekhtasar Khaliel" (1/517) is het volgende gekomen: "Het is afgeraden dat iemand gaat staan wanneer een Djanaazah voorbij komt, of dat iemand staat die zich reeds al op de begraafplaats bevindt. Dit is (het staan) in zijn totaliteit opgeheven door wat overgeleverd is dat de profeet (Allah's vrede en zegen zij met hem) in eerste instantie opstond voor de Djanaazah en daarna opdracht gaf om te gaan zitten." Einde citaat.

Imaam an-Nawawi (moge Allah hem genadig zijn) zei: "Authentieke overleveringen in Sah'ieh'ayn (al-Boekhaarie en Moeslim) bevestigen dat de boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegen zij met hem) heeft opgedragen om te gaan staan voor een Djanaazah wanneer deze voorbij gedragen wordt totdat deze voorbij gaat of neergelegd wordt. Hij heeft ook degene die de rouwstoet volgt opgedragen om niet te gaan zitten bij het graf totdat de dode begraven wordt.

Van de hedendaagse geleerden hebben velen de mening toebedeeld dat het aanbevolen is te gaan staan voor de Djanaazah bij twee situaties: wanneer het voorbij gedragen wordt en wanneer dode aangekomen is bij de begraafplaats totdat hij begraven wordt. Dit gebaseerd op de duidelijke overleveringen die gekomen zijn in het staan voor de Djanaazah zowel uitgesproken woorden van de profeet (Allah's vrede en zegen zij met hem) als zijn handelen, en er geen Naskh (opheffing) is in deze zaak. Wat betreft het nalaten van de boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegen zij met hem) van het staan op sommige momenten, dit is om aan te geven dat het toegestaan is te blijven zitten.

Sheikh Ibn Baaz (moge Allah hem genadig zijn) werd gevraagd: "Wanneer de moslim in de moskee is en hij zit een Djanaazah, dient hij dan te gaan staan?"

Hij antwoordde: "De overlevering is algemeen, dus is het aanbevolen te gaan staan, en wie dit nalaat tref geen verwijt, omdat het staan aanbevolen is (Soennah) en niet verplicht. De boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegen zij met hem) stond op sommige momenten op voor de Djanaazah en op andere momenten ging hij zitten. Dit is een bewijs dat het geen verplichting is te gaan staan." Einde citaat. Fataawa Ibn Baaz (13/187-188)

Sheikh Ibn 'Oethaymeen (moge Allah hem genadig zijn) zei: "Correcte mening is dat, indien een Djanaazah voorbij gedragen wordt, men dient te gaan staan, omdat de profeet (Allah's vrede en zegen zij met hem) dit ook heeft gedaan en ermee heeft opgedragen en dit ook zelf heeft gedaan, en vervolgens heeft nagelaten. De combinatie tussen deze twee zaken duidt erop dat het staan niet verplicht is." Einde citaat. Madjmoo' Fataawa wa rasaa-iel al-"Oethaymien (17/112).

En Allah weet het beste.

Bron: Sheikh Mohammed Saalih' al-Moenadjid (moge Allah hem beschermen).


AL.ISLAAM.COM
Uw mobiele kennisbron over de Islaam

BESCHIKBAAR OP DE VOLGENDE APPARATEN