Vraag & Antwoord

Waarom heeft Allah de schepping geschapen terwijl Hij weet wat hun eindbestemming zal zijn

Ik heb een vraag en ik hoop er een antwoord op te krijgen; en moge Allah jullie rijkelijk belonen. Allah weet het ongeziene en Hij weet wat er gaat gebeuren, dus waarom heeft Hij ons geschapen en Hij weet wie er naar de Hel gaan of het Paradijs gaat?! En waarom heef Hij Iblies (Shaytaan) neer laten dalen naar de aarde met Aadam en H'awwaa-e wetende dat berouw geen enkel nut heeft voor Iblies heeft en dat hij op de Dag des Oordeels zal behoren tot de bewoners van het Hellevuur?!

Alle lof is voor Allah.

Als eerste: wanneer je kennis hebt over het doel waarmee en waarom Allah de schepping heeft geschapen heb je antwoord op vele twijfelachtige zaken die worden verspreid door de goddelozen om zo de mensen te laten twijfelen aan de Waarheid. Het kan zijn dat er sommige moslims hierdoor beïnvloed raken en ook gaan twijfelen. Een van deze zaken is de illusie dat Allah de mensen heeft geschapen alleen maar om een deel van het Paradijs te doen binnentreden en anderen de Hel te laten binnentreden. Dit is een onjuiste gedachte, want dit is niet het doel waarmee Allah de mensheid geschapen heeft.

De vrager en eenieder die zoekt naar de Waarheid dient te weten dat Allah de mens, de hemelen, de aarde heeft geschapen om te weten wie Hem gehoorzaamt en wie niet, en wie nederig is en wie niet. Allah (de Verhevene) zegt: "Ik heb de Djinn en de mens slechts geschapen om Mij te dienen". (Soerat Ad-Dzaariyaat (51) aayah 56). Imaam ibn Kethier zei als commentaar op dit vers: "Ik (Allah) heb hen geschapen om Mij te aanbidden en niet dat Ik hen (de mensheid) nodig heb. "Ali ibn Abie Talh'ah levert over via ibn "Abbaas over Zijn uitspraak: "..om Mij te dienen." Oftewel: om de aanbiddingen te erkennen gewillig of ongewillig." (Zie Tefsier ibn Kethier 4/239).

Als tweede: Allah laat mensen niet het Paradijs of de Hel binnentreden alleen maar omdat Hij weet dat zij dat verdienen zonder dat zij daden hebben verricht. Maar Allah laat de mensen het Paradijs of de Hel binnentreden vanwege de (goede of slechte) daden die zij op aarde verricht hebben, want als Allah een schepping schept en dan hen het Hellevuur laat betreden dan zouden zij een excuus zoeken dat Allah hen niet heeft beproefd en hen geen mogelijkheid heeft gegeven daden te verrichten tijdens hun wereldse leven. Dit is een excuus die Allah uitgesloten heeft. Allah heeft de mens geschapen op deze wereld, heeft de mens gezond verstand gegeven, heeft tot hem Boeken neergezonden, en profeten gestuurd; dit allemaal zodat er voor niemand een excuus tegenover Allah zal zijn op de Dag des Oordeels. Allah (de Verhevene) zegt: "Wij zonden boodschappers als brengers van verheugende tijdingen en als waarschuwers opdat de mens geen excuus tegenover Allah zou hebben na (het sturen van) de Boodschappers. En Allah is Almachtig, Alwijs." (Soerat an-Nisaa-e (4) aayah 165).

Sheikh Moh'ammed Amien as-Shanqete (moge Allah hem Barmhartig wezen) zei als commentaar op dit vers: "Allah maakt in dit vers overduidelijk dat het noodzakelijk is alle excuses van iedereen nietig te verklaren door het zenden van profeten en gezanten: met blijde verheugende tijdingen voor hen die hen gehoorzamen met het Paradijs en met waarschuwingen tegen het Hellevuur voor degenen die hen ongehoorzaam zijn." (Einde citaat).

De excuus die Allah nietig verklaard door het zenden van profeten met blijde tijdingen en waarschuwingen verduidelijkt Allah (de Verhevene) in Soerat TaaHaa met Zijn uitspraak: "En als Wij hen vernietigd hadden door een bestraffing voor hem (de profeet), dan zouden zij zeker zeggen: "Onze Heer, had U maar een boodschapper naar ons gestuurd, dan zouden wij Uw Tekenen hebben gevolgd, voordat wij vernederd en te schande gemaakt werden!" (Soerat TaaHaa (20) aayah 134). En zo ook Allah's uitspraak (de Verhevene): "Opdat, wanneer een ramp door wat hun handen eerder verricht hebben hen treft, zij niet zouden zeggen: "Onze Heer, had U maar een boodschapper gestuurd, dan zouden Wij Uw Tekenen gevolgd hebben en wij zouden tot de gelovigen behoren." (Soerat al-Qasas (28) aayah 47). En Allah' uitspraak (de Verhevene): "Dat is omdat jouw Heer nimmer de steden onrechtvaardig vernietigt en de bewoners ervan zijn achtelozen." (Soerat Al-An'aam (6) aayah 131).

Allah (de Verhevene) zegt: "O Lieden van de Schrift! Waarlijk, Onze boodschapper is tot jullie gekomen, en hij heeft jullie na een onderbreking in (de reeks van) boodschappers duidelijkheid gegeven, opdat jullie niet zouden zeggen: "Er is tot ons geen verkondiger van verheugende tijdingen en een waarschuwer gekomen." (Soerat Al-Maa-idah (5) aayah 19). En de uitspraak van Allah (de Verhevene): "En dit is een Boek dat Wij hebben neergezonden als een zegen, volgt het daarom en vreest (Allah), hopelijk zullen jullie begenadigd worden. Opdat zij geen argument zullen hebben om te zeggen: "De Schrift is slechts neergezonden aan de twee groepen (de Joden en Christenen) voor ons, en wij hebben zeker geen acht geslagen op hun leringen."Of dat zij zeggen: "Als de Schrift aan ons was neergezonden, dan zouden wij zeker rechter geleid zijn dan zij." En nu is er dan voorzeker een duidelijk bewijs van jullie Heer tot jullie gekomen, en leiding en Barmhartigheid." ( Soerat Al-An'aam (6) aayah 155-157). En vele ander soortgelijke Qor-aan verzen. Het is duidelijk dat deze verzen en ander verzen in de Qor-aan er allemaal op duiden dat Allah nooit iemand straft behalve na een waarschuwing en mensen een excuus te hebben gegeven via de profeten en gezanten. In vele verzen verduidelijkt Allah dat Hij niet iemand de Hel doet binnentreden behalve na een excuus te hebben gegeven en een waarschuwing middels de profeten. Een bewijs hiervan is de uitspraak van Allah (de Verhevene): "Telkens als een groep er in (Hellevuur) geworpen wordt, zullen de bewakers er van (de Hel) hun vragen: "Kwam er geen waarschuwer tot u?" Zij zullen zeggen: "Zeker, de waarschuwer kwam tot ons, maar wij verwierpen hem, en zeiden: "Allah heeft niets geopenbaard; jij verkeert slechts in grote dwaling." (Soerat al-Moelk (67) aayah 8-9). Allah's uitspraak: "Telkens als een groep er in geworpen wordt" betekent dat het van toepassing is voor alle mensen die de Hel in geworpen worden zonder uitzondering. De geleerde Aboe H'ayyaan zei als uitleg op deze Qor-aan verzen: "Telkens" betekent dat dit betrekking heeft op alle mensen die in allemaal verschillende tijdperken ooit hebben geleefd. Het heeft dus betrekking op alle mensen die in de Hel geworpen zullen worden en dat geen enkel een geldig excuus zal hebben. Allah (de Verhevene) zegt: "En degenen die ongelovig waren zullen in menigten naar de Hel gevoerd worden. Totdat, wanneer zij bij haar zijn aangekomen, haar poorten geopend zullen worden en haar bewakers tot hen zullen zeggen: "Zijn er geen boodschappers van jullie volk tot jullie gekomen, die jullie de Verzen van jullie Heer hebben voorgedragen en die jullie hebben gewaarschuwd voor deze Dag van jullie?" Zij zullen zeggen: "Welzeker, maar het woord van de bestraffing is bewaarheid voor de ongelovigen." (Soerat az-Zoemar (39) aayah 71). Allah's uitspraak in dit vers: "En degenen die ongelovig waren zullen in menigten.." heeft betrekking op alle ongelovigen. Dit duidt erop dat alle bewoners van het Vagevuur zeker zijn gewaarschuwd door profeten tijdens het wereldse leven, en zij het gebod van hun Heer niet hebben gehoorzaamd en dit is duidelijk op te maken uit de verzen." (Zie adwaa-e al-Bayaan: 3/66-67). Wij zijn ervan overtuigd dat de bestraffing waar zij aan worden blootgesteld een gevolg is van hun ongeloof op het aardse leven. Dit is het antwoord op het eerste gedeelte van de vraag die gesteld is.

Als derde:

De vraag waarom Iblies neergedaald is tot de aarde met Aadam en zijn nageslacht: wij zeggen dat er degelijk een verschil is tussen de neerdaling van Aadam tot de aarde en de neerdaling van Iblies tot de aarde. Wij weten van Aadam dat hij oprecht berouw heeft getoond tot zijn Heer en Allah aanvaarde zijn berouw en leidde hem naar de rechtgeleide weg, en heeft hem neergedaald naar de aarde, als een geerde profeet en vergeven van de zonde. Hij is op deze wereld gebleven totdat Allah hem deed sterven. Maar wat betreft de vijand van Allah, Iblies, hij heeft in oorsprong geen berouw getoond, en geeft ook geen spijt van zijn ongehoorzaamheid tot Allah. In plaats hiervan was hij arrogant en opstandig. Hij wenste ook geen berouw te tonen van zijn zonde en heeft ook niet de weg van berouw bewandeld. Maar hij was opstandig, arrogant en ongelovig. Hij vroeg Allah om zijn straf en vernietiging niet te versnellen, maar om hem uitstel te geven tot een vastgesteld bekende tijd (Dag des Oordeels).(Zoals dit gekomen is in de uitspraak van Allah (de Verhevene): "Hij (Iblies) zei: "Mijn Heer, schenk mij dan uitstel tot de Dag waarop zij zullen worden opgewekt."Hij (Allah) zei: "Voorwaar, jij behoort tot degenen die uitstel krijgen. Tot de Dag van het vastgestelde tijdstip." (Soerat al-H'idjr (15) aayah 36-38).

Hij (Iblies) heeft niet de kans benut om berouw te tonen en terug te keren tot Allah, maar bleef doorgaan op de verdorven weg. Hij is een voorganger voor zijn groepen volgelingen, de volgelingen van de Shaytaan zullen de verliezers zijn op de Dag des Oordeels. Allah toont Zijn Wijsheid in de schepping om hen te testen: zullen de mensen Hem gehoorzaam zijn of Zijn vijand Iblies de vervloekte die verlies en leed zal leiden de Dag des Oordeels door zijn koppigheid, arrogantie en ongeloof.

En Allah weet het beste.

Bron: www.islamqa.com, vraagnummer: 123973.


AL.ISLAAM.COM
Uw mobiele kennisbron over de Islaam

BESCHIKBAAR OP DE VOLGENDE APPARATEN