Vraag & Antwoord

Het oordeel over het beschuldigen van ‘Aa-ieshah (moge Allah tevreden met haar zijn)

Wat is het oordeel van het beschuldigen van ‘Aa-ieshah (moge Allah tevreden met haar zijn) met onzedelijkheid?

Alle lof is voor Allah,

‘Aa-ieshah en andere moeders van de gelovigen behoren tot de edele metgezellen. Elke tekst dat gekomen is waarin een verbod is op het beledigen van de metgezellen geldt ook vanzelfsprekend ook voor ‘Aa-ieshah waaronder de volgende overlevering: “Aboe Sa’ied al-Khoedriy (moge Allah tevreden met hem zijn) levert over dat de profeet, vrede zij met hem, zei: "Scheldt mijn metgezellen niet uit, al zou iemand van jullie een berg met goud uitgeven dan zal dit niet eens gelijk zijn met een handvol of de helft ervan van goud wat zij uitgeven (omwille van Allah’s welbehagen).” Overgeleverd door al-Imaam al-Boekhaarie (3379). 

De geleerden zijn het unaniem met elkaar eens (zowel in het verleden als heden) dat degene die ‘Aa-ieshah beschuldigt met datgene waarmee zij door Allah is vrijgepleit een ongelovige is en verloochend heeft wat Allah genoemd heeft in Soerat an-Noer over de onschuld van ‘Aa-ieshah (moge Allah tevreden met haar zijn).

Imaam Ibn H’azm (moge Allah hem genadig zijn) vermeld van Hishaam ibn 'Ammaar die zei: “Ik hoorde Maalik ibn Enes zeggen: “Wie Aboe Bakr en ‘Oemar uitscheldt wordt gegeseld. En wie ‘Aa-ieshah uitscheldt (beschuldigt van onzedelijkheid) wordt gedood.” Er werd gevraagd: “Waarom dient degene die ‘Aa-ieshah beschuldigt gedood te worden?” Hij zei: “omdat Allah over het beschuldigen van ‘Aa-ieshah zegt: “Allah waarschuwt jullie zoiets nooit te herhalen, indien jullie gelovig zijn.” Soerat an-Noer (24) aayah 17. Maalik zei: “Dus wie haar beschuldigt van onzedelijkheid na dit vers heeft de Qor-aan  verloochend en wie de Qor-aan  verloochend dient gedood te worden.”

Ibn H’azm zei: “Wat Maalik hier vermeld is juist want het beschuldigen van ‘Aa-ieshah is volledige ketterij en ongeloof want het houdt het verloochenen van Allah in die haar heeft vrijgepleit met hetgeen zijn beschuldigt is.”

Aboe Bakr ibn al-‘Arabie zei: “De mensen van laster beschuldigden reine en kuise ‘Aa-ieshah (moge Allah tevreden met haar zijn) met ontucht. Zij werd door Allah in de Qor-aan  vrijgepleit. Dus eenieder die haar nog hiervan beschuldigt met hetgeen Allah haar heeft vrijgepleit verloochend  Allah en wie Allah verloochend is een ongelovige.” De stelling van Maalik is de mening van de vooraanstaande geleerden.

De rechter  Aboe Ya’la zei: “Wie ‘Aa-ieshah beschuldigt met hetgeen zij vrijgepleit is door Allah is een ongelovige geworden zonder dat er hierover een meningsverschil is onder de geleerden. Meerdere geleerden hebben een consensus over dit oordeel  vermeld.”

En Ibn Abie Moesaa zei: “Wie ‘Aa-ieshah beschuldigt met de zaak waarmee zij door Allah is vrijgepleit is uit het geloof getreden en het is niet toegestaan voor hem een huwelijk mogelijk te maken met een moslimvrouw (omdat hij een ongelovige is geworden).”

Ibn Qoedaamah (moge Allah hem genadig zijn) zei: “Het behoort tot de Soennah om de tevredenheid uit te spreken over de moeders der gelovigen, die rein zijn en vrij zijn van alle kwaad. De beste onder de vrouwen van de boodschapper van Allah, vrede zij met hen, is Khadiedjah de dochter van Khoewaylid en ‘Aa-ieshah de dochter van Aboe Bakr as-Seddeeq. ‘Aa-ieshah is vrijgepleit door Allah in Zijn Boek, zij is de vrouw van de boodschapper van Allah, vrede zij met hem, zowel in deze wereld als in het Hiernamaals. Aldus, degene die haar beschuldigt met hetgeen (onzedelijkheid) zij door Allah is vrijgepleit is een ongelovige in Allah, de Almachtige.” 

Imaam an-Nawawi (moge Allah hem genadig zijn) zei: “De bewezen onschuld van ‘Aa-ieshah van de laster (Ifk) waarmee zij beschuldigd werd is resoluut en onherroepelijk met de tekst van de Qor-aan . Als een mens hierna nog twijfelt hierover, dan is hij – wij vragen Allah om Zijn bescherming – een ongelovige en ketter geworden en hierover zijn de moslimgeleerden het unaniem met elkaar eens.”

Ibn al-Qayyiem (moge Allah hem genadig zijn) zei: “De geleerden zeggen dat de beschuldiger van ‘Aa-ieshah met laster een ongelovige is.”

Al-Haafidhz Ibn Kethir (moge Allah hem genadig zij) zei in zijn Tefsier: “De geleerden zijn het met elkaar eens dat degene die haar uitscheldt en beschuldigt na het neerdalen van de verzen hierover een ongelovige is, want hij verzet zicht tegen de Qor-aan .”

Badr ad-Din Zarkashiey (moge Allah hem genadig zijn) zei: “Wie ‘Aa-ieshah beschuldigt is een ongelovige geworden want in de Qor-aan  is uitdrukkelijk haar onschuld aan bod gekomen (in Soerat an-Noer).”

De geleerden hebben hun woorden over het oordeel over het beschuldigen van ‘Aa-ieshah gebaseerd op verschillende bewijzen waaronder: 

1 – De bewijsvoering wat gekomen is in Soerat an-Noer waarin duidelijk haar onschuld is gekomen. Wie haar hierna nog beschuldigt nadat Allah haar heeft vrijgepleit verloochend Allah, degene die dit doet is zonder twijfel een ongelovige.

2 – Het beschuldigen van Ahloe al-Bayt van de boodschapper van Allah, vrede zij met hem, is een kwetsing van hem en er bestaat geen twijfel dat het kwetsen van de profeet ongeloof is en hierover zijn de geleerden het met elkaar eens. Wat aangeeft dat de beschuldiging van ‘Aa-ieshah de profeet diep heeft getroffen en gekwetst is wat Al-Imaam al-Boekhaarie en Moslim hebben overgeleverd in hun Sah’ieh’ van het verhaal van Ifk (laster) dat ‘Aa-ieshah zei: “…de boodschapper van Allah, vrede zij met hem, ging op de Minbar (preekstoel) staan en zei: “O moslims! Wie zal mij helpen tegen een man die mij heeft gekwetst door te lasteren over mijn familie (zijn vrouw ‘Aa-ieshah). Bij Allah, ik weet niets over mijn familie behalve goeds….” De overlevering.

Imaam al-Qortobi (moge Allah hem genadig zijn) zei over de uitspraak van Allah: “Allah waarschuwt jullie zoiets nooit te herhalen, indien jullie gelovig zijn” Soerat an-Noer (24) aayah 17, oftewel met betrekking tot de beschuldiging van ‘Aa-ieshah, want hierin is een kwetsing van de boodschapper van Allah in zijn eer en zijn familie en dit houdt ongeloof in van degene die zich hieraan schuldig maakt.”

3 – Het is ook zo dat het kwetsen van ‘Aa-ieshah het kwetsen van de boodschapper van Allah inhoudt, want Allah zegt: “Zondige vrouwen zijn er voor zondige mannen en zondige mannen zijn er voor zondige vrouwen.” Soerat an-Noer (24) aayah 26. Imaam ibn Kethier (moge Allah hem genadig zijn),  zei: “Het is zo dat Allah  ‘Aa-ieshah die behoort tot de reinste zuivere vrouwen, gekozen heeft als echtgenote van de boodschapper van Allah. Het kan ook niet anders zijn want hij, vrede zij met hem, is de reinste persoon van alle reine personen. En als zij slecht was, Allah verhoede het, dan zou zij niet als echtgenote geschikt zijn voor de boodschapper van  Allah, vrede zij met hem. 

Wij dienen ook te weten dat de meest geliefde persoon tot de boodschapper van Allah, vrede zij met hem, ‘Aa-ieshah de dochter van Aboe Bakr as-Sedeeq was zoals dit authentiek is overgeleverd van ‘Amr ibn al-‘Aas die zei: “O boodschapper van Allah,wie is het meest geliefd bij u?” Hij zei: “’Aa-ieshah.” ‘Amr zei: “Nee, ik bedoel bij de mannen, o boodschapper van Allah.” De profeet zei: “Haar vader (Aboe Bakr).” ‘Amr zei: “En daarna?” Hij zei: “Omar ibn al-Khattaab.” ‘Amr zei: “En daarna?” De profeet begon toen een aantal personen op te noemen.”

Wie dus een hekel heeft aan de geliefde van de boodschapper van Allah is degene waar de profeet een afkeer van zal hebben op de Dag der Opstanding. 

En Allah weet het beste.

Zie “Aqiedah Ahlie Soennah wal Djamaa’ah fie Sah’aabah” (De geloofsovertuiging van de Soennieten over de metgezellen) van Sheikh Naasser Sheikh 2/871 en “I’tiqaad Ahloe s-Soennah fie Sah’aabah” (De geloofleer van Ahloe s-Soennah over de metgezellen) van Mohammed Al Woehaibi (blz. 58)


AL.ISLAAM.COM
Uw mobiele kennisbron over de Islaam

BESCHIKBAAR OP DE VOLGENDE APPARATEN