Vraag & Antwoord

Is er een bewijs dat ´´Omar, het huis van faatimah heeft verbandt?

Is het bewezen dat ‘Omar, moge Allah met hem tevreden zijn, het huis van Faatimah heeft verbrand en de deur van haar huis heeft ingeslagen en zo bij haar een miskraam teweeg bracht?

“Wie was de oorzaak van de miskraam van het ongeboren kind van Faatimah? En wat is onze standpunt ten opzichte van degene die dit heeft gedaan? En hoe dienen wij te reageren op beschuldigingen van Shie’ieten hieromtrent?”

Alle lof is voor Allah. 

Allereerst:

De Shie’ieten hebben gelogen over dit verhaal; dit verhaal is samengevat:

Aboe Bakr, (moge Allah tevreden met hem zijn), heeft zogenaamd ‘Ali gekwetst die zich onthield van het geven van belofte van trouw aan hem als kalief. Daarop zou hij (volgens de haatdragende Shie’ah)  ‘Omar ibn Khataab (of degene die “Qoenfoed” genaamd is in sommige van hun verslagen) met nog anderen naar het huis van Faatimah gegaan zijn. Zij hebben het huis van Faatimah omringd, afgebroken en verbrand nadat zij dit huis zijn binnengedrongen! En dat ‘Omar Faatimah tussen de muur van haar huis en de deur beknelde en zo voor de miskraam heeft gezorgd van haar ongeboren kind...! Zo zouden zij ook ‘Ali  in vernedering en schande het huis uit hebben gesleept om hem te dwingen de belofte van trouw te geven aan Aboe Bakr. Dit zijn allemaal leugens en laster aan het adres van deze edele deugdzame metgezellen dat niet wordt aanvaardt behalve door degenen net als hun blinde haat en dwaling volgt.

Sheikh al-Islaam Ibn Taymiyyah (moge Allah hem genadig zijn) zei: “We weten met zekerheid te zeggen dat Aboe Bakr ‘Aliy noch Zoebair iets van schade heeft berokkend (aan het huis en familie van ‘Ali), en ook niet Sa’d ibn ‘Oebaadah die in eerste instantie zich weerhield van het geven van trouwbelofte. Wat er gezegd kan worden over deze zaak is dat Aboe Bakr in het huis (na toestemming) ging kijken of er nalatenschap was van geld dat hij aan de rechthebbenden kon afstaan. Daarna zag hij dat als hij het bij hen liet (Ahloe l-Bayt) dit toegestaan was, want het is toegestaan voor hen om van het geld van “al-Fay” te ontvangen. Wat betreft van wordt beweerd dat hij hen heeft gekwetst: dit is wat nooit is gebeurd en hierover is er een consensus van de geleerden van kennis en religie, maar dit wordt ten onrechte overgebracht door onwetende leugenaars, en gelooft door de achteloze dwazen, die leugenachtig beweren dat de metgezellen het huis van Faatimah hebben afgebroken, en haar zo hard sloegen dat dit bij haar leidde tot een miskraam! Dit zijn allemaal verzonnen leugens waarover de geleerden van de Islaam het allemaal eens zijn dat dit verzinsels zijn.” Minhaadjoe s-Soennah 8/208.

Hij zei ook, (moge Allah hem genadig zijn): “En sommigen van hen (Shie’ah) zeggen dat ‘Omar zich vergreep aan de dochter van ‘Ali en daarna als vrouw nam! En dat hij met haar was getrouwd tegen de wet van de Islaam in! Zij zeggen ook dat zij (‘Oemar en zij die met hem waren) de buik van Faatimah open prikten en zo bij haar een miskraam teweeg hebben gebracht, en het huis van haar hebben afgebroken terwijl de mensen van haar familie hierin waren! En nog meer van deze laaghartige leugens waarvan degene die de geringste kennis heeft over de Islaam weet dat het leugens en verzinsels zijn over onze edele metgezellen, (moge Allah met hen tevreden zijn). Zij keren altijd naar leugenachtige zaken die geen waarheid zijn en bevestigen deze, terwijl zij zaken die bevestigd zijn door de Islaam en de moslims ontkennen en verwerpen! Zij hebben een groot deel van het vers waarin Allah (de Verhevene) zegt: “En wie is er onrechtvaardiger dan wie er een leugen over Allah verzint of de Waarheid loochent wanneer die tot hem is gekomen? Is de Hel niet de plaats voor de ongelovigen?” Soerat al-‘Ankaboet (29) aayah 68.

Zij (Shie’ah) verzinnen leugens en onwaarheden, en verwerpen de waarheid, en dit is de situatie en eigenschap van de afvalligen.” Zie Minhaadjoe s-Soennah 4/493.

De verduidelijking van hun leugens is vanuit verschillende invalshoeken:

1. De aanranding van een vrouw door een man wordt beschouwt als een van de verderfelijkste zaken, hoe is het dan gesteld wanneer het een groep mannen betreft en nota bene ook nog eens van de metgezellen en het slachtoffer de dochter van de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) is, waarbij haar huis afgebrand wordt en bij haar een miskraam teweeg gebracht wordt !!! Hoe kan een weldenkend mens dit incident geloven terwijl de mensen dit zien en niet tussenbeiden komen om er een einde aan te maken en ook nog eens bij de meest nabije vrouw (Faatimah) tot de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem)?! Bij Allah als dit bij een doorsnee Arabier zou gebeuren zou dit voor hem een schande zijn, en zou dit worden gezien als een criminele daad… maar deze leugenaars zaaien dergelijke leugens onder hun volgelingen (en dwazen die naar hen luisteren) dat alle metgezellen betrokken waren bij dit (verzonnen) incident, zowel degenen die het uitvoeren als degenen die er niets over hebben gezegd! Het zijn laaghartige leugens dat past bij hun profiel en alleen geloofd wordt door hun volgelingen, en zeker niet door de verstandige.

2. Zij verzinnen verhalen en vertellingen over ‘Aliy ibn Abie Taalib waarin zij beweren dat hij kennis had van het ongeziene! En als dit daadwerkelijk zo is, en ook nog eens het feit dat ‘Ali, moge Allah met hem tevreden zijn, een krachtige en moedige man was, waarom waarschuwt hij Faatimah dan niet voor de zogenaamde komst van deze in hun ogen verderfzaaiers die het huis komen belagen?! 

En waar is zijn moed en kracht in het verdedigen en vechten van hen die zijn huis komen aanvallen?! Waar is in dit leugenachtige verzonnen verhaal de verdediging van zijn eer?!

En gebaseerd op wat zij hebben verzonnen van leugens in dit verhaal over ‘Aliy ibn Abie Taalib, zou hij nooit geschikt kunnen zijn voor de kalifaat! Wie niet bij machte is zijn eigen huis en gezin te verdedigen is niet in staat en waardig om de leider en kalief van de moslims te zijn, en wie zal hem de trouwbelofte van leiderschap geven als alle mensen hadden gezwegen over de bestorming van zijn huis, zijn vrouw en zijn kind hebben gedood?! Het is over en overduidelijk dat dit klaarlichte leugens en verzinsels zijn van de Shie’ah over de edele metgezellen! Wat betreft de mensen van de Soennah: zij bevestigen de dapperheid van ‘Ali, en de reinheid van Faatimah en ontkennen dit kwaadaardige verhaal dat de religie, deugdzaamheid en rechtvaardigheid van de metgezellen van de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) aantast.

3. Een aanwijzing dat dit verhaal gelogen is, is wat er van goede verstandhouding en band was tussen ‘Omar en ‘Ali; het was zelfs zo dat ‘Omar de dochter van ‘Aliy (Oem Kalthoem) huwde! Hoe kan men dit kwaadaardige verhaal geloven terwijl wij zien dat ‘Omar gedreven is in het zoeken van toenadering tot ‘Ali en Faatimah door met hun dochter te huwen, en wij ook zien dat zij beiden (‘Ali en Faatimah) er mee eens waren met dit huwelijk. En wij zien de Shie’ieten in blinde razernij verkeren door dit huwelijk en nadachten om er iets negatiefs over te zeggen en zij door Iblies geïnstrueerd worden om te beweren dat het om een gedwongen huwelijk van ‘Omar met de dochter van ‘Ali ging! Het kan deze misleide dwalers en hun soortgenoten niet schelen wat ze voor prijs zullen betalen voor het schofferen van de edele metgezellen en door al deze verachtelijke verwerpelijke verhalen. En de mensen Ahloe l-Bayt zijn verre van de leugens van de Shie’ah.

4. Als de Raafidhah beweren dat ‘Ali zwak was waardoor zijn huis afgebroken werd, en in sommige vertellingen zelfs afgebrand, en zijn dochter gedwongen in het huwelijk trad met ‘Omar, waar zijn dan de rest van de Ahloe l-Bayt?! En waarom hebben zij niet de dochter van hun profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) verdedigt en bijgestaan?! Is het mogelijk en logisch dat zij allen stilzwijgend bleven, laks en geen actie ondernamen?!
 5. Omdat dit verhaal zaken bevat dat nooit geloofd kan worden, en ook nog eens de meest edele huis en de meest edele vrouw beledigt, zien wij sommige van de vooraanstaande Raafidah dit verhaal ontkennen. Dit is niet vanwege de integriteit en rechtschapenheid van de metgezellen om zoiets lafs uit te voeren, maar omwille van ‘Ali dat hij dit zou toestaan!

A. Mohammed Hussein aal Kaashif, die behoort tot hun vooraanstaande imams, zei:
“Maar de kwestie van het slaan van Faatimah az-Zahraa-e op haar wangen: dit is wat niet door mij persoonlijk aanvaard kan worden en mijn verstand niet kan vatten. De mensen hebben gewetensbezwaar wanneer zij deze grote misdaad zouden plegen. Bij de Arabische tradities en onwetendheid, dat bevestigd is door de islamitische wet, is het met klem weerhouden van het slaan van een vrouw..In sommige woorden van de leider van de gelovigen (‘Aliy ibn Abie Taalib): “Wanneer een man in de tijd van de Djaahilyah een vrouw sloeg bleef de schande ervan hem achtervolgen tot aan zijn nakomelingen ...” Zie Djanatoe al-Ma-ewaa blz. 35.

Deze broeder van hen in de misleidingen en dwalingen verschoont en verontschuldigt de onwetende Arabieren van een dergelijke daad, dan beweert hij schaamteloos dat bij de metgezellen, die de nobele ethiek bij de mensen van Djaahilyah hebben verhoogd met de goede manieren van de Islaam, mogelijk is dat zij zoiets verwerpelijks uitvoeren! Hij verschoont en verontschuldigt de onwetende Arabieren ermee om er vervolgens de metgezellen van de moslims ermee te besmeuren!! Hij is van mening dat de onthouding van de onwetenden dit uit te voeren vanwege hun Arabische omgeving is, en niet vanwege hun Islaam! Wat ons aandacht wekt is dat hij het verloochent en ook de vooraanstaande religieuze leiders van zijn geloofsovertuiging van de Shie’ieten ontkennen dit verhaal, en de kwakzalvers die het verzonnen verhaal hier en der verspreiden en de emoties van hun volgelingen hiermee aanwakkeren door altijd en overal dit verhaal te noemen.

Dit is een zaak dat bevestigd is door een van hen Hibatoellahie ibn Aabie al-H’adied, de Shie’it al-Moe’tazielie zeggende:

"Wat betreft de afschuwelijke betreurenswaardige gebeurtenis dat aangehaald wordt door de Shie’ieten van het verzenden van “al-Qoenfoed” naar het huis van Faatimah, vrede zij met haar, en het slaan van haar met een zweep waarvan de impact ervan bij haar bleef tot aan haar dood, en dat ‘Omar haar klemde tussen de deur en de muur en zij riep: “O vader, O boodschapper van Allah!” en zij een miskraam kreeg en haar foetus dood geboren werd, en dat er een touw om  de nek van Imaam ‘Ali gebonden wordt en hij voortgesleept werd en Faatimah hem schreeuwend volgde met hun zonen Hassan en Hussein huilend achter haar aan, heeft geen enkele oorsprong bij onze metgezellen! Er wordt ook beweerd dat toen ‘Ali weigerde belofte van trouw te geven zij hem dreigden te doden. Hij zei: “Jullie zullen een dienaar van Allah en de broeder van de boodschapper van Allah doden!” Ze zeiden: “Wat betreft de dienaar van Allah, dat is aannemelijk, maar de broeder van de boodschapper van Allah, dit is onaannemelijk!” Dit is tevens ook niet bevestigd en ook niet overgeleverd door een van onze metgezellen (hij bedoelt de Shie’ah ermee), en ook niet overgeleverd door de mensen van de Hadieth en zij kennen dit verhaal ook niet, het is iets unieks wat door de Shie’ieten aangehaald wordt.”

6. Dit verzonnen verhaal kan niet gevonden worden in de meeste Shie’tische boeken waarop zij hun geloofsovertuiging op baseren zoals het boek “al-Kaafie” waarin het verhaal niet genoemd wordt door de schrijver al- Kulayni. Dit verzonnen verhaal is alleen maar genoemd in het boek “as-Saqiefah” van de Shie’iet Saliem ibn Qais al-Hilaali (er wordt gezegd dat hij in het jaar 90 H overleed) Het is een boek dat vol zit met kwaadaardigheid van woorden, en obsceniteit van de verhalen, en teksten die wijzen op de aanwezigheid van de vervorming van de Qor-aan. Het is een boek dat zelfs bij de imams van de Raafidhah verworpen wordt, sommigen hebben zelfs twijfels over het bestaan van de schrijver!

Sheikh Naaser al-Qifaari (moge Allah hem beschermen) zei: “Ik heb in mijn studie van het boek van Saliem ibn Qays waargenomen dat zij er verhalen of boeken aan personen toeschrijven die niet bestaan; het is zelfs zo dat sommige van hun vooraanstaande Sheikhs (die toegeven dat het boek van Saliem verzonnen is over hem) zeiden: "De waarheid is dat dit boek geschreven is met een bepaald doel, net zoals het boek “al-Hassaniyah”, en “Taraa-ief ibn Taawoos” of  “ar-Rihlah al-Madrasieyah”, en het laat ons duidelijk zien dat deze Saliem een verzonnen personage is die niet werkelijkheid is.” Zie ‘Oesoeloe s-Shie’ah” blz. 386.

Dit wordt ondersteund door de Sheikh (Sheikh Naaser al-Qifaari) (moge Allah hem beschermen) in zijn citaten die hij refereert aan sommige vooraanstaande geleerden van de Raafidah, waaronder:

A. Mohammed ibn Mohammed ibn al-Noe'maan al-Moefied (gestorven in het jaar 413 AH). Hij zei: "De vrome dient niet uit te gaan van alle werken die vermeld zijn in het boek van Saliem en dit werk te omzeilen, omdat het boek een mengsel van leugens en vervalsingen is. Ibn Daawoed zei: “Er zijn vele kwaadheden in het boek van Saliem, ik bedoel:de duidelijke leugens, en ik  beschouw dit boek als vals en verzonnen en hij is veroordeeld in de biografieën van de mensen.” Einde citaat.

B. Abdullah Al-Maamaqhaani (overleden in het jaar 1351 AH), toen hij zei: "Onze metgezellen van de Shie’ah en hun geestelijken zeiden dat deze Saliem onbekend is en oorspronkelijk getwijfeld wordt aan zijn bestaan en hem niet met deugdzaamheid noemen, en het boek dat toegeschreven wordt aan hem zeker verzonnen en vals is, er zijn hierin voldoende bewijzen die aangeven dat het een verzonnen vals boek is.” Einde citaat.
C. We hebben gezien op de site van Sistani (een referentiekader en geestelijke leider van de hedendaagse Shie’ieten) bij de rubriek van de Fataawa dat “as-Siraadj fie at-Tarieq illaa al-Djannah” genoemd wordt, hij gevraagd wordt: “Het boek van "Saliem ibn Qays al-Hilaali al-‘Aameri al-Kufi" de metgezel van de leider van de gelovigen, die overleed in het jaar 90 AH waarover Imaam Saadiq in zijn boek zei dat hij “een geheim van de geheimen van de familie van Mohammed is!” Wat is de omvang van de authenticiteit van dit boek? En wat zeggen de geleerden hierover, in het bijzonder met de verschillende edities op dit moment?”

Hij antwoordde: “De Sanad (keten) van het boek is problematisch!” Einde citaat uit het antwoord op vraagnummer nummer (171) van de site.
Sheikh Naaser al-Qifaari (moge Allah hem beschermen) verduidelijkte dat de verschillende edities een bewijs zijn dat het boek vervalst is door de Raafidhah door zaken aan te voegen of juist af te halen, omdat er in het boek zaken zijn die vernietigend zijn zoals de vergoddelijking van ‘Ali! Er zijn ook zaken in vermeld die de geloofsovertuiging van de Shie’ah ongeldig maakt zoals het noemen van dertien imams in plaats van twaalf door het toevoegen van Zayd ibn ‘Ali ibn Hussein!

Dit is het geval van het oorspronkelijke boek waaruit het voorgaande verzonnen verhaal gehaald is. En wij hebben zelf gezien dat er onder de grote geleerden van de Raafidhah zijn die zowel het boek als de schrijver ervan hebben bekritiseerd. Dit leidt ertoe dat het overnemen en citeren uit dit boek ongeldig is.

7. Een ander bewijs van de ongeldigheid van het verhaal is dat er mensen zijn die het verhaal overbrengen met een verschil in de gebeurtenissen ervan:

Hun grote geestelijk at-Tabrassi, de schrijver van het boek “al-Ihtidjaadj” (1/51) zei: "’Oemar dreigde de mensen die zich hadden verschanst in het huis van Faatimah en zei: “Bij Hem in wiens Handen de ziel van ‘Omar ligt, jullie zullen uit het huis komen of ik zal deze afbranden!” Er werd tegen hem gezegd: “Maar in dit huis bevinden zich Faatimah de dochter van de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem), zijn familie en zijn persoonlijke spullen…!” De mensen ontkenden wat hij zei en toen hij dit van hen hoorde zei hij: “Wat is er met jullie?! Denken jullie echt dat ik dit ga uitvoeren?! Mijn bedoeling is alleen maar een dreigement.” Einde citaat.

Dit geeft de situatie aan van degenen die geen isnaad hebben in hun vertellingen van gebeurtenissen. Daarom zeiden onze geleerden: “Als er geen isnaad zou zijn, zou eenieder zeggen wat hij zeggen wil!”

Het wordt ons overduidelijk dat het een leugen is van wat zij hebben verzonnen over Aboe Bakr en ‘Omar, moge Allah met hen beiden tevreden zijn, van het afbranden van het huis van Faatimah en het veroorzaken van een miskraam bij haar, en het vernederend en beledigend met dwang voortslepen van ‘Ali om gedwongen de eedbelofte aan Aboe Bakr te geven. Wat wij hebben genoemd wat overgeleverd is door al-Boekhaari en Moslim is passend van de deugdzaamheid van de religie van de metgezellen en hun moraal en dit alleen wordt aangenomen.

Ten tweede:
Wat lachwekkend is, is wat sommige schrijvers van de Raafidhah hebben geprobeerd om de doorsnee publiek te misleiden van de Soennieten dat er geleerden van Ahloe Soennah zijn die dit verhaal bevestigen! De verklaring van hun leugen en misleiding kunnen wij als volgt analyseren:

1.Zij doen het vermoeden opwaaien dat de geleerde Shahristaani het verhaal bevestigd in zijn boek “al-Milal wa n-Nih’al”!
Waar geen twijfel over bestaat is dat dit een goedkope leugen is, de oorsprong hiervan is wat Shahristaani noemt in de vertaling/biografie van zijn boek over "Ibraahiem ibn Sayyaar an-Nidhaam” en hij noemde hierin het verhaal dat genoemd en vervalst is door “an-Nidhaam”! Dit is de tekst ervan:
Mohammed ibn ‘Abdalkarim Shahristaani (moge Allah hem genadig zijn) zei, de teloorgang en verval van an-Nidhaam noemend:

“Ten elfde: hij hing het Shie’isme aan door zijn afwijzing en schofferen van de grote edele metgezellen, toen hij nog een schepje boven de leugen deed door te zeggen: ".. en ‘Omar sloeg Faatimah zo hard op haar buik voor de dag van het leggen van de belofte eed (aan Aboe Bakr) dat zij hierdoor een miskraam kreeg en hij schreeuwde: “Verbrand het huis en degenen die erin zijn!” En er was niemand anders in het huis dan ‘Ali, Faatimah en hun zonen Hassan en Hussein….!” Zie al-Milal wa n-Nih’al: 1/52.

3. Wat zij ook hebben geciteerd van Aboe Bakr, moge Allah met hem tevreden zijn, dat hij zei: “Ik wens dat ik het huis van Faatimah niet had afgebrand!”
Er is uitgebreid hierop ingegaan en wat er in dit verhaal en soortgelijke van zwakheid en valsheid door Sheikh ‘Abdulrahmaan ad-Dimashqiyyah (moge Allah hem beschermen) in zijn boek “Overleveringen die de Shie’ah als bewijs nemen.”

4. Zij hebben ook in het bevestigen (in hun visie) van het laakbare verhaal ook geciteerd van al-Mas’oedi in zijn boek "Moeroodjoe ad-Dahab” en ibn Qoetaybah in zijn boek: “al-Imaamaah wa Siyaasah” (Imamaat en politiek).

De reactie hierop en weerlegging hiervan:

Wat betreft al-Mas’oedi: hij is een Raafidhi net als hen en zijn citaten zijn onbetrouwbaar.
Wat betreft ibn Qoetaybah: hij behoorde tot een van de prominente geleerden van de Ahloe Soennah. Maar het is niet  correct om het boek toe te schrijven aan hem, maar het boek is van een kwaadaardige haatdragende Raafidhi.

Uit het voorgaande blijkt het verhaal een gelogen en gefabriceerde verhaal is over onze geliefde nobele metgezellen, en dat er helemaal geen miskraam veroorzaakt werd door noch “Qoenfoed”, noch door ‘Omar. Voor ieder eerlijk weldenkend mens is het overduidelijk dat Aboe Bakr het huis van de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) vereerde en loofde het advies van de boodschapper van Allah volgend. De metgezellen waren in een positie dat bij hen paste van deugdzaamheid en vroomheid, en het zijn alleen maar de afvallige haatdragende dwalende ketters van de Raafidhah (Shie’ah) die hen beledigen en schofferen (om zo de mensen te misleiden en te laten dwalen).

En Allah weet het beste.
 
Sheikh Mohammed Saalih’ al-Moenaddjied.


AL.ISLAAM.COM
Uw mobiele kennisbron over de Islaam

BESCHIKBAAR OP DE VOLGENDE APPARATEN