Vraag & Antwoord

Alle lof zij Allah. 

Al-Khawaaridj * behoren tot de dwalende groepen. De dwaling van deze groep is zowel door religieuze tekst als door de consensus van de geleerden bevestigd. Imaam al-Boekhaarie (6934)  en Moeslim (1068) hebben van Yoesayr ibn 'Amr overgeleverd dat hij zei: “Ik zei tegen Sahl ibn H’anief: “Hoorde je de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) iets zeggen over de al-Khawaaridj? ”Hij zei: “Ik hoorde hem zeggen –terwijl hij met zijn hand richting Irak wees– : “Er zal van hieruit een natie voortkomen die de Qor-aan lezen die niet verder komt dan hun keel, zij zullen de religie zoals een pijl de jachtdier verlaat.”

Ibn Maadjah (173) heeft van Ibn Abie Awfa overgeleverd dat de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: “De al-Khawaaridj zijn honden van de Hellevuur.” Authentiek verklaard door Sheikh al-Albaanie. 

De al-Khawaaridj zijn de mensen van de dwaling en innovaties. Maar wij plaatsen hen niet buiten de oevers van de Islaam vanwege hun Bid’ah (innovatie) zoals dit geval is bij de mensen van Bid’ah.

Imaam an-Nawawiy (moge Allah hem genadig zijn) zei: "De mening van Imaam as-Shaafi’iey en de meerderheid van de geleerden is dat de al-Khawaaridj niet buiten de oevers van de Islaam geplaatst worden, zo ook de al-Qadariyyah **, de Moe’tazillah *** en de rest van de Ahloe al-Bida’.” Einde citaat uit Sharh’ Sah’ieh’ Moeslim (7/160).

Sheikh al-Islam Ibn Taymiyyah (moge Allah hem genadig zijn) zei met betrekking tot de al-Khawaaridj: "al-Khawaaridj zijn hen waarmee de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft opgedragen deze te bestrijden. Zo heeft ook de leider van de gelovigen ‘Ali ibn Abie Taalib , een van de rechtgeleide Khoelafaa-e, hen bevochten. De metgezellen en de Taabi’ien en hen die erna gekomen zijn, zijn het met elkaar eens dat zij bevochten dienen te worden. Echter heeft ‘Aliy hen niet buiten de oevers van de Islaam geplaatst, en zo ook niet Sa’d ibn Aboe Waqqaas, en de anderen van de metgezellen. Zij beschouwden hen als moslims ondanks dat zij bestreden werden, zij werden pas bestreden nadat zij heilig bloed vergoten en de moslims aanvielen en hun bezitten en eigendommen onteigenden, zij werden bestreden om hun kwaad en onrecht af te wenden en niet omdat zij ongelovig waren. Daarom werden hun vrouwen niet als slavinnen genomen en hun bezittingen werden ook niet als oorlogsbuit genomen.”

Sheikh 'Abd al-Rahmaan ibn Saaleh’ al-Mahmoed (moge Allah hem beschermen) werd de volgende vraag gesteld: “Treden de al-Khawaaridj buiten de oevers van de Islaam?”

Hij antwoordde: "De geleerden verschilden van mening over hun Koefr (ongeloof), en de juiste mening is dat zij niet buiten de oevers van de Islaam worden geplaatst. ‘Aliy ibn Abie Taalib werd reeds over hen gevraagd: “Zijn het ongelovigen?” Hij antwoordde: “Het is juist dat zij van ongeloof zijn gevlucht.” Zijn hebben een innovatie in hun religie die erop berust de tegenstander te verketteren en buiten de Islaam te plaatsen. Wij dienen niet in een innovatie te vervallen door hen te verketteren en hen buiten de oevers van de Islaam te plaatsen. En dit is de meest correcte mening in shaa-e llaah, ook al wordt hun bid’ah aangeduid met een bid’ah Koefriyyah (een innovatie dat buiten de oevers van de Islaam plaatst). Einde citaat uit “Sharh’ Kitaab Loem’at al-I’tiqaad” (7/26).

Onder innovaties die in hun geloofscredo voorkomen is o.a.: 

– Zij beweren dat het geloof (Iemaan) niet toeneemt en ook niet afneemt.

– Zij plaatsen iemand buiten de Islaam als hij een verplichte zaak nalaat.

– Zij plaatsen iemand buiten de Islaam wanneer hij een grote zonde verricht.

– Zij bestrijden en bevechten degenen die niet stroken met hun geloofsovertuiging van de mensen van de Islaam. 

En Allah weet het beste.

Bron: Sheikh Mohammed Saalih' al-Moenadjied.

* Zij zijn degenen die in opstand zijn gekomen tegen de leider 'Oethmaan (moge Allah tevreden met hem zijn) gedurende het laatste gedeelte van zijn regeerperiode. Hun opstand resulteerde uiteindelijk in de moord op 'Oethmaan. Daarna tijdens de regeerperiode van 'Aliy (moge Allah tevreden met hem zijn), nam hun kwaad toe. Zij splitsten zich van hem af en verklaarden hem en de metgezellen tot ongelovigen, omdat zij niet instemden met hun Madz-hab (leerschool). Zo verklaren zij iedereen die in strijd is met hun leerschool als ongelovige. Vandaar dat zij de besten van de mensen, namelijk de metgezellen van de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem), als ongelovigen verklaard. Zij leven de Soennah niet na en blijven niet bij de Djamaa'ah en gehoorzamen de Islamitische gezaghebber niet. De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft gezegd: “Ik adviseer jullie om Allah te vrezen (Taqwa) en om te horen en te gehoorzamen, ook al neemt een slaaf de leiding over jullie. Wie van jullie (lang) zal leven, zal veel onenigheid zien...” al-Khawaaridj zijn dus de mensen die de Djamaa'ah van de moslims willen opsplitsen en in opstand komen tegen de heerser. Hiermee zijn zij ongehoorzaam aan Allah en aan Zijn boodschapper (Allah’s vrede en zegen zij met hem).

** Al-Qadariyyah. Deze groepering is aan het einde van het tijdperk van de Sah’aabah (metgezellen) ontstaan. Zij ontkennen al-Qadaa-e en al-Qadar (Goddelijke ordening en voorbeschikking). Zij zeggen: 'Wat gebeurt in dit heelal behoort  niet tot de voorbeschikking en ordening van Allah (de Verhevene). Verheven is Allah boven wat zij zeggen! Volgens hen komen dit soort zaken tot stand door de handelingen van de dienaar zelf, zonder voorbeschikking van Allah. Hiermee ontkennen zij in feite de zesde zuil van de zuilen van het geloof (Iemaan). 

De zes zuilen zijn: het geloven in Allah, zijn Engelen, Zijn Boeken, Zijn Boodschappers, de Laatste Dag en het geloven in de voorbeschikking (al-Qadar) van zowel het goede als het slechte omdat beide afkomstig zijn van Allah. Zij worden ook wel de magiërs (Madjoes) van deze Oemmah genoemd. Hun tegenpool wordt gevormd door een andere groepering: al-Djabriyyah; welke beweren dat de dienaar gedwongen wordt om zijn daden te verrichten zonder daarin een vrije keuze te hebben. Zij vergelijken de mens met een veer die door de wind wordt rondgeblazen, zonder eigen keuze.

*** De Moe’tazillah [degenen die zich ‘afscheiden’] worden zo genoemd omdat zij zich afscheidden van de zitting van al-H’assan al-Basrie. Zij noemen zichzelf ‘de mensen van rechtvaardigheid en Tew’hied’. Zij ontkenden de Eigenschappen van Allah en verklaarden dat de Qor-aan geschapen is! Deze dwalende groepering werd gesticht door Waasil ibn ‘Attaa en ‘Amr ibn ‘Oebayd, tijdens de achtste eeuw na Chr. Het werd later de officiële filosofie van de Abbasidische staat en er werd een inquisitie ingesteld om alle geleerden te dwingen om zich er aan te houden. Moe’tazillah hebben verschillende afwijkingen in hun geloofsleer, zoals:

-Zij vergelijken de Daden van Allah met die van mensen.

-Verder beweren zij dat Allah (de Verhevene) het slechte niet geschapen heeft en daarom bestraft Hij degenen die zonden begaan ook niet!

-Een persoon die een zonde bij hen begaat heeft bevindt zich tussen twee posities in: hij is geen gelovige, noch is hij een ongelovige.

Verder behoort tot hun geloofsovertuigingen o.a. het geloof dat Allah overal is en dat de Qor-aan geschapen is, en dat Allah (de Verhevene) niet gezien wordt door de mensen van het Paradijs en dat de mens een vrije wil heeft zonder goddelijke inmenging.