“Wat is het oordeel over het geven van Zakaat door Ahloe Soennah aan de armen van de Raafidhah (Shie’ah)? Is de plicht van de moslim hiermee gedaan wanneer hij zijn Zakaat gelden geeft aan de armen van de Raafidhah of niet?”
Alle lof zij Allah.
Geleerden hebben in hun boeken bij het hoofdstuk Zakaat vermeld dat deze niet gegeven wordt aan de Koeffaar (ongelovigen), en ook niet aan een Moebdati’ (iemand die een zaak toevoegt aan de islam wat er niet van is). Er is geen twijfel dat de Raafidhah Kufaar zijn, er zijn hiervoor vier bewijzen:
Als eerste: Hun belediging van de Qor-aan, en hun bewering dat er meer als een derde ervan verwijdert is zoals dit gekomen is in hun boek dat geschreven is door Noeri en die hij “Fasl al-Khitaab fie Ithbaat tahreef Kitaab Rab al-Arbaab” heeft genoemd, en zoals gekomen is in hun boek “al-Kaafie” en anderen van hun boeken. En wie de Qor-aan grieft is een ongelovige en een ontkenner ervan vanwege de uitspraak van Allah (De Verhevene): “En Wij zullen erover waken.” (Dat betekent dat Allah over de Qor-aan Waakt en beschermt dat er veranderingen e.d. plaats vinden).
Ten tweede: Hun krenken van de Soennah en authentieke overleveringen. Zij handelen er niet naar omdat het gekomen is via de metgezellen die volgens hun geloofsovertuiging ongelovigen zijn, aangezien zij geloven dat zij na de dood van de boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegen zij met hem) afvallig zijn geworden behalve ‘Ali en zijn nageslacht, Salmaan, ‘Amaar, en een geringe groep van de metgezellen. Wat betreft de andere drie rechtgeleide Khaliefen (Aboe Bakr, ‘Omar en ‘Oethmaan) en de meerderheid van de metgezellen die hun belofte van trouw en gehoorzaamheid hebben gegeven aan hen zijn in hun ogen afvallig geworden. Zij zijn volgens hun overtuiging ongelovigen (!), hun overleveringen worden verworpen, zoals dit gekomen is in hun boek “al-Kaafie” en andere boeken van hen.
Ten derde: het verketteren van de Ahloe Soennah, zij bidden niet achter hen, en wie achter hen bidt dient zijn gebed te herhalen. Zij geloven zelfs in de onreinheid van ons, wanneer wij hen de handen schudden wassen zij hun handen hierna…en wie moslims verkettert en ongelovig verklaard is zelf een ongelovige. Wij verketteren hen net zoals zij ons verketteren als eerste en beschouwen hen met recht als ongelovigen die niets met de Islaam te maken hebben!
Ten vierde: hun duidelijke afgoderij in het overdreven ophemelen van ‘Ali en zijn nageslacht en het aanroepen van hen naast Allah. En dit is duidelijk aan bod gekomen in hun boeken, en zo overdrijven zij in het toeschrijven van eigenschappen aan hen die alleen waardig zijn voor de Heer der Werelden, en dit hebben wij gehoord van hun eigen woorden. En zij nemen geen deel aan de Soennitische verenigingen, en zij geven geen liefdadigheid aan de armen onder de Soennieten, en als zij dit wel doen dan is dit meer een kwestie van huichelarij en diepe haat. Hierop gebaseerd zeggen wij: wie Zakaat aan hen geeft dient alsnog zijn Zakaat uit te geven want zijn plicht is hiermee niet gedaan. Want hij heeft zijn Zakaat gegeven aan hen die het gebruiken om hun Koefr te verspreiden, en het bestrijden van de Soennah. En wie aangesteld wordt om Zakaat te verdelen is het verboden om er iets van te geven aan een Raafidie. En als hij dit wel doet dan is zijn plicht niet voldaan wat betreft de Zakaat, hij dient alsnog Zakaat uit te geven want hij heeft de Amaanah niet voldaan. Wie enigszins aan dit twijfelt dient de boeken te lezen die de leer van de Shie’ah weerleggen en onderuit halen zoals het boek van al-Qifaarie in het weerleggen van hun leer, en het boek “al-Khoetoet al-‘Areedah” van al-Khatieb en het boek van Ihsaan Ilaahie Dhahier en andere boeken.
En Allah is Degene die leidt naar succes.
Einde citaat uit het boek “Loe-eloe-e al-Makeen min Fataawa Fadielat Sheikh ibn Djibrien” (moge Allah hem genadig zijn) blz. 39.