Zes zaken die te maken hebben met geslachtsgemeenschap tijdens de dagen in de Ramadan
Het is voor iedereen duidelijk dat de regel van het hebben van gemeenschap met de echtgenote het vrijkopen van een slaaf, of het vasten van twee opeenvolgende maanden of het voeden van zestig arme mensen is.
De vraag is:
1 – Als de man meer dan een keer gemeenschap heeft met zijn vrouw tijdens de dagen van de Ramadan, dient hij dan voor elke dag waarop deze zonde begaan is twee opeenvolgende maanden te vasten, of is het vasten van deze twee opeenvolgende maanden genoeg voor degene die meerdere malen geslachtsgemeenschap heeft tijdens de dagen van de Ramadan met zijn vrouw?
2 – Als iemand het oordeel niet kent over het bovengenoemde, hij dacht dat de dag waarop hij geslachtsgemeenschap heeft gehad met zijn vrouw ingehaald dient te worden met een andere dag (na de Ramadan), wat is het oordeel en uitspraak hierover?
3 – Heeft dit oordeel (de boetedoening) ook betrekking op de vrouw net zoals haar echtgenoot?
4 – Is het toegestaan om geld uit te geven in plaats van het voeden van zestig armen?
5 – Is het toegestaan om één arme te voeden voor hem en zijn vrouw?
6 – Wanneer iemand die een boetedoening dient te doen niemand vindt van onder de armen om te voeden, is het dan toegestaan om het geld te geven aan een charitatieve organisatie, of een vereniging dat zich inzet voor het lot van de armen of een andere liefdadigheidsorganisatie? Moge Allah jullie rijkelijk belonen.
Alle lof en dank is voor Allah.
Allereerst:
Als een man gedurende dag van de Ramadan eenmalig of meerdere malen gemeenschap heeft met zijn vrouw dan geldt een eenmalige boetedoening (Kafaarah) wanneer hij niet voor de eerste maal van het hebben van geslachtgemeenschap op dezelfde nog geen boetedoening heeft gehad. Wanneer de man echter op meerdere dagen van de Ramadan gedurende de dag geslachtsgemeenschap heeft gehad met zijn vrouw, dan rust op hem de plicht van het verrichten van de boetedoeningen in verhouding met het aantal dagen dat hij deze zonde heeft gepleegd. Concreet betekent dit dat er voor elke dag een boetedoening geldt.
Ten tweede:
De boetedoening is voor hem verplicht ook al was hij onwetend over het oordeel en de regelgeving hiervan. De boetedoening is in alle omstandigheden een verplichting voor het hebben van geslachtsgemeenschap gedurende de dag van de Ramadan.
Ten derde:
Het is tevens voor de vrouw verplicht een boetedoening te doen wanneer zij met haar instemming en goedkeuring geslachtsgemeenschap heeft met haar man. Echter, wanneer dit haar wordt opgedrongen en zij er een afkeer voor heeft en niet bereid is, is een boetedoening voor haar geen plicht.
Ten vierde:
Het is niet toegestaan om als alternatief geld uit te geven in plaats van het voeden van de armen, dit is onvoldoende voor degene die een boetedoening moet doen.
Ten vijfde:
Het is toegestaan om een arme te voeden met een halve Saa ' voor zichzelf en een halve Saa' voor zijn vrouw. Dit wordt dan gerekend tot één Saa’ voor een arme van de zestig voor hen beiden.
Ten zesde:
Het is niet toegestaan om de Fidyah (het voeden van een arme) te besteden aan één arme, en ook niet geld te geven aan een charitatieve organisatie, of een vereniging dat zich inzet voor het lot van de armen of een andere liefdadigheidsorganisatie want het kan zijn dat het niet verdeeld wordt over zestig armen. De gelovige moet ernaar streven om zijn plicht van boetedoening en andere verplichtingen perfect uit te voeren om zo zijn verantwoordelijkheid hieromtrent volledig na te komen.
En Allah is Degene die leidt naar succes, en moge de vrede en zegeningen over onze profeet Mohammed (Allah’s vrede en zegen zij met hem), zijn familie en metgezellen zijn.
Permanente comité voor wetenschappelijk onderzoek en Fataawa: 10/320.
