“Is het zo dat de goede daden als de slechte daden in de maand Ramadan verdubbeld worden? Is er enig bewijs hierover?”
Alle lof is voor Allah.
Ja, de goede en slechte daden worden dubbel aangerekend op eerzame tijden en bijzondere plekken,er is een verschil tussen de toename van het aantal goede daden en het verdubbelen van de slechte daad. De vermeerdering van de goede daden is zowel in de hoeveelheid als de hoedanigheid. De betekenis van de hoeveelheid is dat een goede daad verdubbeld wordt tot tienmaal of meer, en de betekenis van de hoedanigheid is dat de beloning ervan enorm is bij Allah. Wat betreft de zonde: de verdubbeling ervan is alleen maar op de hoedanigheid, oftewel dat de zonde ervan en de straf ervoor enorm is bij Allah. Maar wat betreft de hoeveelheid wordt de slechte daad maar eenmalig aangerekend en is het niet zo dat een slechte daad verdubbeld wordt aangerekend.
In “Mataalib Oelie an-Noehaa”(2/385) is het volgende gekomen:
“Een goede en slechte daad worden vermenigvuldigd op heilige plaatsen zoals Mekkah, al-Medinah en Jeruzalem, en de moskeeën, en de speciale momenten, zoals vrijdag, en de heilige maanden en de Ramadan. Over de verdubbeling van de goede daad is er geen meningsverschil tussen de geleerden, wat betreft de verdubbeling van de slechte daden, dit is de mening van een groep van de geleerden, ibn ‘Abbaas en ibn Mass’oud volgen hierin. Sommige geleerden zeggen dat de betekenis van de uitspraak van ibn ‘Abbaas en ibn Mass’oud de vermeerdering van de hoedanigheid van de slechte daad is en niet zozeer in de hoeveelheid.” Einde citaat.
Sheikh ibn Baaz (moge Allah hem genadig) werd gevraagd: “Is het zo dat door het vasten zowel de kleine en grote zonden worden weggewist, en de slechtheid van de zonden verdubbeld wordt?”
Hij antwoordde: “Het is passend voor de moslim om in de maand Ramadan en andere maanden zijn eigen ego te bedwingen dat neigt tot het kwaad, zodat het een tot rust gekomen ziel wordt die hem alleen maar het goede opdraagt en naar het goede neigt. Het is hem verplicht de vijand van Allah, Shaytaan, te bestrijden met alle mogelijke middelen om veilig te zijn van zijn kwaad en zijn influisteringen. De moslim in deze wereld is voortdurend in een grote constante Jihad met zijn eigen ego, begeerte, en de Shaytaan, en dient vaak vergiffenis en vergeving van zijn Heer te zoeken in elk tijd en periode. Maar de tijden en perioden verschillen onderling van elkaar, want de maand Ramadan is de beste maand onder de maanden van het jaar, het is de maand van vergeving, genade en verlossing van het Hellevuur. En wanneer de maand een meerwaarde heeft worden zo ook de Hassanaat verdubbeld, en de grootheid van de zonde is ook omvangrijk, want een zonde in de Ramadan is groter dan de zonde buiten de Ramadan, net zoals aan de gehoorzaamheid in de Ramadan meer beloning gekoppeld is dan gehoorzaamheid buiten de Ramadan. En aangezien de maand Ramadan zo'n grote status en meerwaarde heeft, heeft gehoorzaamheid in deze maand een grote deugd en meerwaarde, en de omvang van de zonde groter en omvangrijker dan een zonde buiten de Ramadan. De moslim dient deze maand Ramadan optimaal te benutten door aanbiddingen en goede daden en zich te onthouden van slechte daden in de hoop dat Allah hem begunstigd met aanvaarding van zijn gehoorzaamheid en goede daden en hem begunstigd met standvastigheid op de weg van de waarheid. Maar een slechte daad wordt niet verdubbeld, noch in de Ramadan noch in andere maanden, terwijl een goede daad tot tienmaal of meer verdubbeld wordt conform de Woorden van Allah (De Verhevene): “Wie met een goede daad komt; voor hem is er (een beloning) als van tien daarvan; en wie met een slechte (daad) komt, dit wordt dan slechts vergolden met het gelijke, en hun zal geen onrecht worden aangedaan.” (Soerat al-An’aam (6) aayah 160).
Verzen in deze betekenis zijn er veel.
Dit is ook aan de orde voor heilige plaatsen zoals de ‘Haramain’ (Mekkah en el-Medinah), hier worden de goede dagen verdubbeld en vermeerdert zowel in de hoeveelheid als de hoedanigheid. Maar de slechte daden worden niet in hoeveelheid verdubbeld, maar een zonde op deze plaatsen is veel erger dan een zonde elders. Zo worden dus de zonden op een heilige plaats en een deugdzame periode zwaarder aangerekend zoals wij eerder hiernaar hebben verwezen. En Allah is Degene die leidt naar succes en de bron van het goede.”
Einde citaat uit “Madjmoo’al-Fataawa en Maqaalaat al-Moetanawi’ah” (15/446).
Sheikh Ibn 'Oethaymeen (moge Allah hem genadig zijn) zei in Sharh al-Moemti' (7/262):
“De deugdzaamheid van tijd en plaats heeft invloed op de beloning van gehoorzaamheid en straf voor de ongehoorzaamheid. Een goede daad wordt zowel in hoeveelheid als de hoedanigheid vermeerderd. Maar een slechte daad wordt alleen zwaarder aangerekend in de hoedanigheid en niet in hoeveelheid. Omdat Allah (De Verhevene) zegt in Soerat al-An’aam: “Wie met een goede daad komt; voor hem is er (een beloning) als van tien daarvan; en wie met een slechte (daad) komt, dit wordt dan slechts vergolden met het gelijke, en hun zal geen onrecht worden aangedaan.” (Soerat al-An’aam (6) aayah 160). Allah (De Verhevene) zegt ook: “en wie wenst daar (Masdjid al Harâm) het slechte te doen door onrechtpleging, hem zullen Wij een pijnlijke bestraffing doen proeven.” (Soerat al-Hadj (22) aayah 25). Allah zegt niet in deze vers dat zijn bestraffing verdubbeld wordt, maar: “Wij een pijnlijke bestraffing doen proeven.”
De verdubbeling van de zonde in Mekkah en el-Medinah is niet zozeer in de hoeveelheid ervan maar in de hoedanigheid, in die zin dat de bestraffing pijnlijker en zwaarder is uitgaande van Allah’s uitspraak: “en wie wenst daar het slechte te doen door onrechtpleging, hem zullen Wij een pijnlijke bestraffing doen proeven.” (Soerat al-Hadj (22) aayah 25).
En Allah weet het beste.
Sheikh Mohammed Saalih al-Munadjid (moge Allah hem beschermen).