Hoe weet ik of Allah mij vergeven heeft voor mijn zonden? Welke handelingen kan ik verrichten, om mijn zonden uit te wissen?
Alle Lof zij Allah, die het voor jou mogelijk gemaakt heeft om berouw te tonen en die je heeft geleid, nadat je misleid was. Alle Lof zij Allah, die de weg voor jouw belicht heeft en het geloof voor jou dierbaar en aantrekkelijk heeft gemaakt. Ten allen tijden, komt Hem alle lof toe. Wij feliciteren jou, met het krijgen van de mogelijkheid om berouw te tonen. Dit is waarlijk een zegen, waar voor dankbaarheid getoond dient te worden, want Allah accepteert het berouw van degene die (oprecht) berouw toont.
De vraag luidt: 'Hoe weet ik of Allah mij vergeven heeft, of niet?'
U dient te weten, dat Allah het berouw accepteert, van degene die oprecht berouw toont; Allah is Meest Vergevensgezind. Hij heeft degene die berouw toont beloofd dat Hij zijn zonden zal vergeven. Allah zegt in Zijn Qor-aan: “Zeg: O mijn dienaren die buitensporig zijn tegenover zichzelf, wanhoopt niet aan de Genade van Allah. Voorwaar, Allah vergeeft alle zonden. Voorwaar, Hij is de Vergevensgezinde, de Meest Barmhartige” Soerat az-Zoemar (39), aayah 53.
Wanneer Allah iets belooft, dan breekt Hij Zijn belofte niet.
En Allah zegt: “Behalve degene die berouw toont en gelooft en goede daden verricht. Voor diegenen wisselt Allah hun zonden in voor goede daden. En Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig. En Wie berouw toont en goede daden verricht: voorwaar, hij wendt zich berouwvol tot Allah” Soerat Al-Foerqaan (25), aayah 70-71.
In deze aayah vertelt Allah ons, dat Hij de zonden van degene die berouw toont zal vervangen door goede daden. Dit is een van de zegeningen van berouw.
U vraagt tevens, "Hoe kom ik van mijn zonden af?"
Dit is een belangrijk aspect, want hierbij worden de handelingen betrokken die ervoor zorgen dat een zonde wordt uitgewist. Sheikh al-Islaam ibn Taymiyyah (moge Allah genade met hem hebben) zei: “de bestraffing van een zonde wordt van een persoon weggenomen, wanneer hij de volgende 10 handelingen verricht”:
1- Oprecht berouw tonen; hierover is overeenstemming bereikt onder de Moslims. Allah zegt: “Zeg: ‘O mijn dienaren die buitensporig zijn tegenover zichzelf, wanhoopt niet aan de Genade van Allah. Voorwaar, Allah vergeeft alle zonden. Voorwaar, Hij is de Vergevensgezinde, de Meest Barmhartige’” Soerat az-Zoemar (39), aayah 53.
“Weten zij dan niet dat het Allah is Die het berouw aanvaardt van Zijn dienaren en Die de zakaat aanvaardt en dat Allah de Vergevensgezinde, de Meest Barmhartige is?” Soerat at-Tawbah (9), aayah 104.
“En Hij is Degene Die het berouw van Zijn dienaren aanvaardt. En Hij vergeeft de slechte daden en Hij weet wat jullie doen” Soerat as-Shoera ( 42), aayah 25.
2- Bidden voor vergiffenis. Er is overgeleverd in as-Sah’ieh’ayn, dat de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: "Als een persoon een zonde begaat en daarna zegt, O heer, ik heb een zonde begaan, dus vergeef mij,' Dan zegt Hij, 'Mijn dienaar weet dat hij een Heer heeft die zijn zonden kan vergeven of bestraffen; Ik heb Mijn dienaar vergeven...'" Overgeleverd door al-Boekhaarie, 6953; Moesliem, 4953
In Sah’ieh’ Moesliem is overgeleverd dat de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: als jullie geen zonden begaan, dan zal Allah jullie doen vergaan en zal Hij een andere volk brengen dat zondigt. Vervolgens zullen zij Allah vragen om vergiffenis en Hij zal hen vergeven.
3- Het verrichten van goede daden, wist de zonden uit. Allah zegt: “En verricht de salaat aan het begin van de dag en aan het begin van de avond, voorwaar de goede daden wissen de slechte daden uit. Dat is een onderricht voor degenen die zich laten onderrichten” Soerat Hoed (11), aayah 114.
De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: "de vijf dagelijkse gebeden en Djoemoe'ah (vrijdaggebed) tot Djoemoe'ah en Ramadaan tot Ramadaan wissen de zonden uit die tussen hen zijn, indien de grote zonden vermeden worden." Overgeleverd door Moesliem, 344.
De boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: "degene die Ramadan vast met geloof en met de hoop op beloning, zijn voorgaande zonden zullen vergeven worden." Overgeleverd door al-Boekhaarie, 37; Moesliem, 1268.
En hij zei: "degene die de bedevaart verricht naar Zijn huis en zich niet gedraagt op obscene of immorele wijze, hij zal vrij van zonden terugkeren, zoals de dag dat zijn moeder hem baarde." Overgeleverd door al-Boekhaarie, 1690.
Ook is er overgeleverd, dat de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: "de fitnah voor een man, veroorzaakt door zijn familie, bezittingen en kinderen wordt vergeven door het gebed, het vasten en het aansporen tot het goede en verbieden van het slechte." Overgeleverd door al-Boekhaarie, 494, Moesliem, 5150.
De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei tevens: "degene die een gelovige slaaf bevrijdt, voor elke ledemaat (van de slaaf) zal Allah een ledemaat van hem bevrijden van het Vuur…” Overgeleverd door Moesliem, 2777.
Deze en soortgelijke authentieke ah’adieth zijn overgeleverd in de boeken van Sah’ieh’. En hij zei: "liefdadigheid blust zonden, zoals water vuur blust, maar h’asad (jaloezie) verteert goede daden, zoals vuur hout verteert."
4- De doe'aa-e van de gelovigen voor de gelovigen, zoals wanneer zij het sterfgebed over hem verrichten. Er is overgeleverd van 'Aa-ishah en Anes ibn Maalik (moge Allah tevreden met hen zijn), dat de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: "Wanneer een moslim overlijdt en een groep van 100 moslims voor hem bidden en voor hem bemiddelen; Allah zal hun bemiddeling voor hem accepteren." Overgeleverd door Moesliem, 1576.
Ibn 'Abbaas verhaalt, dat hij de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft horen zeggen: "wanneer een islamitische man sterft, en 40 mensen het sterfgebed over hem verrichten en daarbij niets associëren met Allah; Allah zal hun bemiddeling voor hem accepteren." Overgeleverd door Moesliem, 1577.
5- Men kan goede handelingen voor de overledene verrichten, zoals het geven van liefdadigheid (voor het nut van de overleden persoon). Dit zal de overleden persoon baat brengen, aldus de authentieke overleveringen van de Soennah en de overeenstemming van de Imaams. Hetzelfde geldt voor het verrichten van de H’addj en het bevrijden van slaven (namens hem); het is bewezen in as-Sah’ieh’ayn dat de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: "degene die sterft en een schuld heeft van (verplichte) vastdagen; zijn erfgenamen dienen voor hem te vasten." Overgeleverd door al-Boekhaari, 5210; Moesliem, 4670
6- De bemiddeling van de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) en anderen op de Dag des Oordeels voor degenen die zonden hebben begaan. Dit is overgeleverd in de moetawaatier ah’adieth, over bemiddeling. Een voorbeeld is de h’adieth, waarin de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: “mijn bemiddeling zal er zijn voor degenen in mijn Oemmah die grote zonden hebben begaan." Als sahieh geclassificeerd door al-Albaanie in Sah’ieh’ Abi Dawoed, 3695. En hij zei: "mij is de keuze gegeven tussen het toelaten van de helft van mijn Oemmah tot het Paradijs en bemiddeling en ik koos voor bemiddeling." Zie Sah’ieh’ al-Djaami', 3335
7- Ramspoed waarmee Allah zonden vergeeft in deze wereld. Het is overgeleverd in as-Sah’ieh’ayn dat de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: “geen vermoeidheid, uitputting, zorgen, verdriet, leed of schade overkomt een gelovige in deze wereld, niet eens een doorn die hem prikt, of Allah vergeeft hem daardoor een aantal van zijn zonden." Overgeleverd door al-Boekhaari, 5210; Moesliem, 4670
8- De marteling, het samenpersen en terreur in het graf. Dit zijn ook aspecten waardoor zonden worden vergeven.
9- De verschrikkingen op de Dag der Opstanding.
10 - De genade en vergiffenis van Allah, zonder dat Zijn dienaren hiervoor iets gedaan hebben (om het te verkrijgen). Zie: Madjmoe’ Fataawa Ibn Taymiyyah, vol. 7, p. 487-501.
Tenslotte vraagt u, "Denkt u dat Allah mij zal vergeven?"
Ja, Hij zal u vergeven, indien u oprecht berouw toont, want dit heeft Allah ons beloofd. Wanhoop niet aan de Genade van Allah. Gedenk het verhaal van de man die 100 mensen had gedood en vervolgens berouw toonde, waarna Allah zijn berouw accepteerde.
Dit is verhaald, zoals Imaam Moesliem het heeft overgeleverd in zijn Sah’ieh’, in Kietaab at-Tawbah (2766): "Er is overgeleverd van Aboe Sa'ied al-Khoedrie dat de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: "tussen de mensen die voor jullie kwamen, was er een man die 99 mensen had gedood en vervolgens vroeg om de meest geleerde persoon in het land. Er werd hem verteld over een monnik, dus hij ging naar hem toe en vroeg, 'Ik heb 99 mensen gedood, kan ik berouw tonen?' De monnik antwoordde, 'Nee'. Hij doodde hem daarom en maakte van het getal 100 (doden). Daarna vroeg hij naar de meest geleerde persoon in het land en hij werd verteld over een geleerde. Hij ging naar hem toe, en vroeg: 'ik heb 100 mensen gedood, kan ik berouw tonen?' De geleerde zei: 'Ja, wie kan jou tegenhouden om berouw te tonen? Ga naar zo en zo een land, waar de mensen Allah aanbidden. Aanbid Allah met hen en keer niet terug naar je eigen land, want het is een slecht land.' Dus de man vertrok en toen hij halverwege was overleed hij. De engelen van genade en de engelen van bestraffing redetwisten met elkaar, over hem. De engelen van genade zeiden, 'hij kwam berouwvol, zijn hart wendend naar Allah.' De engelen van bestraffing zeiden, 'hij heeft nooit iets goeds gedaan'. Toen kwam een engel naar hen in een menselijke gedaante en zij accepteerden hem als bemiddelaar. Hij zei, 'meet de afstand tussen de twee landen en datgene waar hij dichterbij is, daar behoort hij toe.' Dus zij maten de afstand en beslisten dat hij dichter bij het land was, waar hij naar toe ging, dus namen de engelen van genade hem mee."
Uit deze h’adieth leren wij verschillende lessen, waaronder de volgende:
1- Dat Allah alle zonden vergeeft van degene die berouw toont, ongeacht de grote ervan. Dit wordt aangegeven door de aayah, waarin Allah zegt:
“Zeg: ‘O mijn dienaren die buitensporig zijn tegenover zichzelf, wanhoopt niet aan de Genade van Allah. Voorwaar, Allah vergeeft alle zonden. Voorwaar, Hij is de Vergevensgezinde, de Meest Barmhartige’” Soerat az-Zoemar (39), aayah 53.
2- Degene die berouw toont, dient weg te blijven van slechte vrienden, die zonden begingen met hem. Hij dient goede, vrome vrienden te nemen, die hem zullen helpen om het goede te doen en hoe hij dit kan bereiken. Wij vragen Allah om ons en jou te helpen en om ons allen kracht te geven (om het goede te doen). En Allah weet het beste.
3- De moslim dient te leven in een staat tussen angst en hoop, vrezend voor zijn zonden en het niet veilig voelen voor het Plan van Allah, waarbij hij niet zeker weet of hij het Paradijs zal binnentreden. Zelfs de Sah’abah, die zo vroom en rechtvaardig waren, gingen er niet vanuit dat zij het paradijs zouden binnentreden; zij vreesden hun Heer en aanbaden Hem met angst en hoop. De moslim dient Allah dus te gehoorzamen, berouw te tonen en te hopen op de genade van Allah, wetende dat Allah vergeeft en het berouw accepteert van degene die berouw toont. Deze persoon weet dat Allah houdt van deugdzame handelingen en deze accepteert, dus verricht deze persoon deugdzame handelingen, in de hoop dat deze geaccepteerd worden. Indien men in deze staat leeft, vrezend voor de zonden en hopend op de genade van Allah, dan zal men streven naar het aanbidden van Allah en wegblijven van zonden - op deze manier vraagt men Allah om de deugdzame handelingen te belonen, totdat hij Hem ontmoet. Wanneer Hij tevreden is met hem, en hij zoekt zijn toevlucht bij Allah tegen het afkeren van zijn hart (van het goede pad) of tegen verandering van zijn situatie. De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei gewoonlijk: "O Heerser over de harten, maakt U mijn hart standvastig in Uw religie."
Wij vragen Allah om ons en jou standvastig te maken in Zijn religie en meer beloning te schenken aan ons allen, want Hij is Alhorend, Alziend.