Vraag & Antwoord

Is het toegestaan om te stelen van de ongelovigen?

Is het h’araam voor een moslim die woonachtig is het land niet-moslims toegestaan van hen te stelen? De persoon waar ik het over heb heeft geen last van honger, en hij heeft de spullen die hij steelt ook niet nodig. Er dient te worden opgemerkt dat hij veilig leeft in dit land tot op zekere hoogte , hij leeft als een individuele moslim in dit land, en heeft geen last van sterke vervolging in de desbetreffende land.

Alle lof is voor Allah. 

Niemand is onwetend over het feit dat diefstal behoort tot de grote zonden; Allah heeft voor deze misdaad een lijfstraf ingesteld en dat is het afsnijden van de hand. De islamitische wetgeving maakt geen onderscheid tussen het geld van een man of het geld van een vrouw,  noch tussen de rijkdom van een minderjarige of volwassene, noch tussen het geld van een moslim of niet-moslim. 

De moslim moet een goed voorbeeld van het vervullen van het verbond en het nakomen van de overeenkomsten en goede zeden en ethiek uitdragen. Het uitdragen van deze nobele karakteristieken door de moslims was een reden voor de toetreding van vele niet-moslims tot de Islaam van wat zij zagen van de schoonheid van de Islaam.

De moslim die het nemen van de eigendommen van niet-moslim legitiem verklaard in een  islamitisch land of in hun land draag een grote bijdrage bij het in een kwaad daglicht zetten van de Islaam en de moslims. Tevens helpt hij hiermee zij die complotten smeden om de Islaam aan te vallen en deze in diskrediet te brengen. 

En als een moslim een niet-moslim land binnengaat, dan gaat hij deze binnen met een verdrag en veiligheid en dit is in sommige gevallen met een visum dat aan hem wordt verstrekt dat hem in staat stelt om hun land binnen te komen. Als hij  hun geld zonder recht neemt, dan heeft hij het verdrag verbroken, en ook nog eens diefstal gepleegd…

En geld dat van hen gestolen wordt is verboden. Er is overgeleverd dat al-Moeghierah ibn Shoe’bah een volk vergezelde in de tijd van onwetendheid. Hij doodde hen en nam hun geld.  Daarna bekeerde hij zich tot de Islaam. De boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei tegen hem: “Wat betreft jouw toetreding tot de Islaam, dit aanvaarden wij, maar wat betreft het geld: je hebt hier niets van.” In de overlevering van Aboe Daawoed: “Wat betreft de Islaam accepteren wij dit van jou, maar wat betreft het geld dat je van hen hebt genomen dit is verraad wat we niet nodig hebben.” Overgeleverd door al-Boekhaarie (2583) en Aboe Daawoed (2765), en authentiek verklaard door Sheikh al-Albaanie in Sah’ieh’ Abie Daawoed (2403)

Al-H’aafidhz Ibn H’adjar (moge Allah hem genadig zijn) zei: De uitspraak van de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem): “Maar wat betreft het geld: je hebt hier niets van” betekent dat de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) niets met het geld te maken wilde hebben omdat het geld verraderlijk genomen is. Hieruit is op te maken dat het niet toegestaan is om geld van niet-moslims te nemen ten tijde van veiligheid omdat het in gezelschap reizen of samen zijn een soort van veiligheid bij een persoon teweeg brengt. En een toevertrouwde zaak (Amaanah) dient terug te worden gegeven aan de eigenaren of ze nu moslim of niet-moslim zijn. Het geld van de niet-moslims is alleen maar toegestaan tijdens de strijd. En misschien liet de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) het geld bij hem om de mogelijkheid dat zijn mensen tot de Islaam toetraden en dan het geld teruggeven wordt aan hen (nabestaanden). "Zie Fet-h’ al-Baarie" (5/341).

Imaam as-Sarkhasiey (moge Allah hem genadig zijn) zei: “Ik heb  een afkeer dat een  moslim die een verdrag heeft en veiligheid garant is bij de niet-moslim verraderlijk en bedrieglijk is, want verraad en bedrog is verboden in de Islaam. De boodschapper van Allah zei : "Elke bedrieger zal een op de Dag des Oordeels een vaandel dragen waarmee hij gekend zal worden.”

Als een moslim hen bedriegt en geld en bezittingen van niet-moslim meeneemt naar een islamitische land is het voor de moslims niet toegestaan deze bezittingen van hem te kopen, omdat hij dit op een kwaadaardige manier heeft verdiend, en door van hem te kopen wordt hij hiermee aangemoedigd en is dit voor hem een verleiding om verder te gaan met deze zondigheid en dit is verboden voor de moslim. De oorsprong van deze kwestie is de overlevering van al-Moeghierah toen hij zijn reisgenoten doodde en met hun geld naar al-Medinah kwam en zich bekeerde tot de Islaam. Hij vroeg de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) om een deel van het geld voor hem te laten (een vijfde). De boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: “Jouw toetreding tot de Islaam aanvaarden wij, maar jouw geld is van verraad en wij hebben er geen behoefte aan.” "al-Mabsoot" (10/96).

En Allah weet het beste.

Bron: Sheikh Mohammed Saalih' al-Moenadjied.


AL.ISLAAM.COM
Uw mobiele kennisbron over de Islaam

BESCHIKBAAR OP DE VOLGENDE APPARATEN