Wat is de rol van de Khaliefah van de moslims?
Sheikh Mohammad Saalih' al Moenadjied antwoordde hierop met het volgende:
Al-Maawardi beschreef de verplichte taken van een imam of heerser als volgt:
Er zijn 10 taken die hij hoort uit te voeren, deze verplichtingen hebben met de bevolking te maken:
1 – Hij dient de godsdienst te beschermen volgens de vastgestelde fundamenten; en volgens datgene waar de selef van de Oemmah unaniem over eens zijn. Als een innovatie-invoerder (moebtadie') of afwijkend persoon of iemand die in de war is over bepaalde zaken verschijnt, dient hij hem uit te leggen hoe men dient te handelen betreffende die zaak en wat het bewijs hiervoor is. Bovendien dient hij hem te behandelen volgens de voorgeschreven rechten en bestraffingen. Op deze manier wordt de godsdienst beschermd tegen verzwakking en wordt afwijking in de Oemmah voorkomen.
2 – Hij moet oordelen tussen strijdende partijen en een eind maken aan voortdurende discussies zodat gerechtigheid en eerlijkheid zal heersen. Aanvallers zullen op deze manier niet te ver gaan doordrijven en geen enkele persoon die onrecht is aangedaan zal zich hulpeloos voelen.
3 – Hij dient de openbare bescherming en veiligheid te garanderen. Tevens dient hij de vrouwen en kinderen van de Oemmah te beschermen, zodat de mensen hun zaken kunnen afhandelen en rondreizen in veiligheid, zonder enig gevaar voor henzelf of voor hun bezittingen.
4 – Hij dient de ‘h’add’ straffen uit te voeren zodat de heilige grenzen van Allah niet worden overtreden en zodat de rechten van Zijn dienaren worden beschermd.
5 – Hij dient de grens te versterken met materieel en strijdkrachten zodat de vijand niet de gelegenheid zal hebben om inbreuk te maken op de grenzen van de moslims en zodat niet het bloed wordt vergoten van de moslims en van de niet-moslims, die onder de bescherming van de islamitische staat leven.
6 – Hij dient in de Djihad te vechten tegen degenen die de Islaam koppig blijven afwijzen, nadat zij er (herhaaldelijk) naartoe werden uitgenodigd. Dit dient net zo lang te gebeuren totdat zij moslim worden of instemmen om onder islamitische bescherming te leven en Djizyah betalen. Op deze manier worden de rechten van Allah nagekomen en zal Zijn religie boven alle anderen overheersen.
7 – Hij dient zakaat en geld afkomstig uit liefdadigheid te verzamelen op de manier waarop dat is vastgelegd in de teksten (dat wil zeggen: Qor-aan, ah’adieth, uitspraken van de geleerden) en de wetenschappelijke overeenstemming, zonder angst te veroorzaken of onrechtvaardig te zijn.
8 – Het is zijn taak om uit te vinden welke bijstand (etc) gegeven dient te worden, uit de schatkamer van de Islamitische staat (baytoe l-maal), aan degenen die dit verdienen; zonder hierbij verkwistend of gierig te zijn; hij moet ze op tijd betalen, niet te vroeg en niet te laat.
9 – Hij moet eerlijke en oprechte mensen aanwijzen voor verschillende posities, zodat zaken efficiënt worden uitgevoerd en het vermogen (van de moslims) in de handen ligt van betrouwbare mensen.
10 – Hij dient alle zaken direct te overzien, en deze te controleren zodat de Oemmah op een gepaste wijze wordt bestuurd. Hij moet niet rekenen op het delegeren van zaken aan anderen omdat hij het te druk heeft met fysiek genot of aanbidding. Op deze manier vertrouwt hij geen zaken toe aan een zogenaamd betrouwbare persoon die hem later verraadt, of een zogenaamde oprechte persoon die hem vervolgens bedriegt. Allah zegt:
(Wij zeiden): "O Dawoed, Wij hebben u als stedehouder op aarde aangewezen, spreek daarom recht over de mensen naar waarheid en volg (hun) begeerten niet, anders zullen zij u van de weg van God afleiden." Soerat Saad (38), aayah 26.
Allah stond het hem niet toe om zaken aan anderen toe te vertrouwen zonder hen te controleren of hem hiervan een vrijstelling te geven. Allah, Verheven en Glorieus is Hij, beschreef dat zelfs als afleiding. Ondanks het feit, dat dit de taken zijn van de khaliefah, zoals vermeldt staat in de godsdienst, dit zijn ook de taken van iedereen die iemand onder zijn toezicht heeft. De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: “Ieder van jullie is een herder en ieder is verantwoordelijk voor zijn hetgeen hij onder zijn hoede heeft.”
Wanneer de leider de zaken nakomt die wij hierboven hebben besproken, die tot de rechten van de Oemmah behoren, dan heeft hij zijn plicht tegenover Allah, de Verhevene voldaan betreffende zijn verantwoordelijkheid tegenover hen, en voor hen zijn er twee plichten jegens hem, namelijk gehoorzaamheid en steun zolang zijn toestand niet veranderd.