Vraag & Antwoord

Regelgeving betreffende de oudere die niet in staat is te vasten (vanwege ouderdom)

“Mijn moeder is oud en haar ziekte is de afgelopen jaar geïntensiveerd, ze was niet in staat te vasten behalve slechts tien dagen, en zij is niet in staat het vasten te verdragen. Mijn vraag is: hoe dien ik de resterende dagen van haar vasten alsnog te voldoen?”

Alle lof is voor Allah.

Als je moeder niet in staat is te vasten wegens ziekte, en er voor haar genezing gehoopt wordt en de mogelijkheid later te genezen in het vooruitzicht is en te kunnen vasten dan dient zij de dagen die zij heeft gegeten in de Ramadan in te halen, overeenkomstig de Woorden van Allah (De Verhevene): “…Maar wie ziek is of op reis, dan is er een aantal andere dagen (om de vasten in te halen).” (Soerat al-Baqarah (2) aayah 185). 

Maar als ze niet meer in staat is te vasten en ook niet in de toekomst vanwege een ziekte of ouderdon dan is het vasten niet meer voor haar verplicht; als alternatief dient zij voor elke dag een arme te voeden.

Het bewijs hiervan is wat overgeleverd is door Aboe Dawood (2318) van Ibn ‘Abbaas over de uitspraak van Allah (De Verhevene): “En op degenen (van hen) die het (slechts met grote moeite) kunnen volbrengen, rust de plicht van Fidyah: het voeden van een arme.” (Soerat al-Baqarah (2) aayah 184).  Hij (Ibn ‘Abbaas(moge Allah tevreden met hem zijn) zei: “Dit was een vrijbrief voor de oudere man en de oudere vrouw die in staat waren te vasten om het vasten (maar slechts met grote moeite) te verbreken en als alternatief een arme voor elke dag  te voeden.” Imaan an-Nawawi zei: “De isnaad van deze overlevering is Hassan.”

Imaam an-Nawawi zei in “al-Madjmoo” (6/262):

"Imaam ash-Shaafie’ie en zijn metgezellen zeiden: “De oudere en de zieke waarvan niet gehoopt wordt nog ooit beter te worden die ernstige moeilijkheid ondervinden door het vasten zijn vrijgesteld van het vasten, hierover is er geen meningsverschil onder de geleerden. Ibn al-Mundhir heeft een consensus hierover vermeld. Voor hen is ‘Fidyah’ (afkopen) een verplichting volgens de meest correcte mening.” Einde citaat.

Sheikh Ibn Baaz (moge Allah hem genadig zijn) werd in zijn “Madjmoo’al-Fataawa” (15/203) de volgende vraag gesteld:

“Een oudere vrouw die niet meer in staat is te vasten, wat dient zij te doen?”
 
Hij antwoordde:

“Zij moet voor elke dag een arme persoon voeden van de plaatselijke hoofdvoedsel zoals dadels, rijst of andere. In gewicht is dit ongeveer anderhalve kilogram. Zoals dit gezegd is door een aantal metgezellen van de profeet (Allah´s vrede en zegen met hem), waaronder Ibn ‘Abbaas (moge Allah tevreden met hem zijn). En wanneer zij arm is en niet in staat is armen te voeden, dan treft haar geen verwijt. Het voeden van de armen is toegestaan te geven aan een of meer armen, in het begin, het midden of het einde van de maand Ramadan. En Allah is Degene die leidt naar succes.” Einde citaat.

Het permanente comité (10/161) werd gevraagd over een bejaarde vrouw die niet in staat is de maand Ramadan te vasten van reeds drie jaren, terwijl zij zich in deze situatie bevindt van ouderdom en ziekte, wat moet ze doen?

Zij antwoordden:

“Als de situatie is zoals deze is genoemd dan zal zij voor elke dag dat zij gegeten heeft een arme moeten voeden in de Ramadan van de afgelopen drie jaren; zie dient een halve Saa’ (ongeveer anderhalve kilogram) dadels, tarwe, rijst, maïs of andere voedsel te geven van wat jullie gebruikelijk is jullie zelf ermee te voeden.” Einde citaat.

En Allah weet het beste.

Sheikh Mohammed Saalih' al-Moenadjied.


AL.ISLAAM.COM
Uw mobiele kennisbron over de Islaam

BESCHIKBAAR OP DE VOLGENDE APPARATEN