Het geven van eten aan een niet-moslim tijdens de Ramadhaan
Wij hebben een niet-moslim chauffeur. Mogen wij hem voedsel geven gedurende de dagen van de Ramadhaan?
Alle lof is voor Allah.
Deze vraagstuk en vergelijkbaar vraagstukken is de vraag of de ongelovigen worden aangesproken met de vertakkingen van de Islaam of niet. De juiste mening is dat de ongelovigen ook met de vertakkingen van de Islaam worden aangesproken, en dit is de mening van de meerderheid van de geleerden en daarom is het niet toegestaan om hem in staat te stellen te eten gedurende de dag van de Ramadan en ook niet hem daarbij helpen.
Wanneer de ongelovige volhardt in zijn ongeloof, en ook op ongeloof overlijdt zal hij gestraft worden voor zijn ongeloof om alle bepalingen van de islamitische wet van wat hij nagelaten heeft. Hiervan getuigt de uitspraak van Allah (de Verhevene): “Iedere ziel is een borg voor wat zij heeft verricht. Behalve de mensen van de rechterzijde. In Tuinen (het Paradijs) vragen zij elkaar. Over de misdadigers. (Zij zeggen:) "Wat heeft Hen naar Saqar (de Hel) gevoerd?" Zij zeiden: "Wij behoorden niet tot degenen die het gebed verrichten. En wij voedden de armen niet. En Wij plachten ijdele gesprekken te voeren met degenen die ijdel praatten. En Wij plachten de Dag des Oordeels te loochenen. of het zekere (de dood) tot ons kwam." (Soerat al-Moeddatthir (74) aayah 38-47).
Wordt de ongelovige aangesproken met de vertakkingen van de islamitische wetgeving of niet? Imaam an-Nawawiey zei: “De juiste mening is dat de ongelovigen aangesproken worden met de vertalingen van de islamitische wetgeving over de zaken die hen verplicht zijn of de zaken die hen verboden zijn. En zo wordt de straf en kwelling verhoogt in het Hiernamaals.
Waliy ad-Dien al-‘Iraaqie zei: “De juiste leer, en dit is ook wat de onderzoekers van de geleerden beklemtonen en de meeste van de geleerden, dat de ongelovigen aangesproken worden met de vertakkingen van de religie. Zo is zijde voor hen verboden zoals dit ook verboden is voor de moslims.” "Zie Tarh Tathreeb" (3/227).
Volgens de "jurisprudentie Encyclopedie" (9/211 212) onder de titel: verkoop waarmee een verboden zaak mee wordt beoogd: "De meerderheid van de geleerden hebben gezegd dat alle zaken die leiden tot een verboden zaak, of elke handeling die leidt tot zonde verboden is. Derhalve is het verboden alles te verkopen waarmee de koper een verboden zaak mee beoogt.
Voorbeelden bij de Shaafi’ieten: het verkoop van middelen die verdovende werking hebben aan iemand waarvan geweten wordt dat hij het als bedwelming gebruikt, of het verkopen van hout aan iemand die er een muziekinstrument van maakt, of de verkoop van zijde aan een man die het gaat dragen zonder noodzaak of het verkopen van wapens aan struikrovers. . .of het verkopen van een rijdier aan iemand die haar overbelast.
as-Sharwaanie en ibn Qaasim al-‘Abbaadi hebben de moslim verboden om voedsel te verkopen aan een ongelovige waarvan geweten wordt dat hij dit zal eten gedurende de Ramadan. Hierover heeft ook ar-Ramilie een Fatwa gegeven. Hij zei: “Omdat dit een steun en hulp is om een zonde te plegen uitgaand van de meest correcte uitspraak is dat de ongelovigen aangesproken met de vertakkingen van de islamitische wetgeving.
En Allah weet het beste.
Bron: Sheikh Mohammed Saalih' al-Moenadjied.
