Is het toegestaan voor een groep studenten (naar kennis) om een oordeel te vellen over een individu zonder eerst hem te spreken en te adviseren, maar gelijk anderen voor hem te waarschuwen en (dit oordeel) te verspreiden?
Sheikh Moh'ammed Ibn Saalih' Al-Othaymien zei hierover het volgende:
Nee, nee. Nooit! Er zijn drie stappen die je moet volgen wanneer je iets over een persoon hoort en ziet dat hij een fout heeft begaan. De eerste stap is bevestiging; het nieuws dat je is bereikt over de persoon in kwestie kan waar of onwaar zijn. Hoeveel mensen verspreiden iets over een persoon zonder het goed begrepen te hebben of de intentie hebben vijandigheid onder de moslims te veroorzaken? Dus de eerste stap is bevestiging krijgen. En wat is beter dan de uitspraak van Sheikh al-Islaam (Ibn Taymieyyah) in zijn weerleggen van de Raafidhah (Shi'a) in zijn boek De weg van de Soennah over dat wanneer een tekst genoemd wordt "het eerste vereiste een bevestiging van de overlevering is". Dit is een belangrijke regel.
Ten tweede, als de overlevering geverifieerd is, laten we dan verder kijken. Kan de overleveraar de uitspraak misschien verkeerd begrepen hebben? Als we inderdaad een bewijs hebben dat de overleveraar het verkeerd begrepen heeft, zeggen we tegen hem "Broeder, vrees Allah! De persoon is helemaal niet zus-en-zo!" of "De betekenis (van zijn uitspraak) is zus-en-zo". In dit geval verdedigen we daarmee de waarheid en redden wij de overleveraar van het belasteren van zijn broeder.
Ten derde, als er geen andere verklaring is, dan is het verplicht voor ons om naar degene te gaan over wie het nieuws wordt verspreid en te zeggen "We hebben dit-en-dat gehoord. Is dit waar of niet?". Als hij ja zegt, dan zouden we beleefd moeten zijn en goedgemanierd en hem niet moeten provoceren of hem moeten kwetsen. Wij zouden hem moeten laten weten dat er een probleem is. "Heeft Allah niet dit-en-dat gezegd en heeft de boodschapper niet dit-en-dat gezegd?" Het is belangrijk dat we terugkeren naar de waarheid. Hij kan kennis hebben waarover ik niet beschik en wanneer ik naar hem toe ga, kan hij mij op deze kennis wijzen en ik zou dan verplicht zijn het te volgen.