Vraag & Antwoord

‍Het groeten van de buitensporigen en zondaars

Is het toegestaan om buitensporigen en zondaars te begroeten?

In de naam van Allah, de Barmhartige, Genadevolle

Allereerst: wat immoraliteit (al-Fisq) en zonde inhoudt:

Immoraliteit is taalkundig het uittreden uit ongehoorzaamheid en standvastigheid, en de religie de rug toekeren en in oorsprong als iets geen deel meer maakt van geheel in de negatieve zin.

Immoraliteit in de islamitische zin is ongehoorzaamheid en de grens overschrijden door zondenen dit kan geschieden door weinig of veel zonden als het grote zonden zijn. Het kan zelfs polytheïsme betekenen of zonde. Maar meestal wordt er iemand mee aangeduid die de islamitische gebruiken en regels belijdt en dit vervolgens geheel of gedeeltelijk nalaat. (Al-Mawsoe'ah al-Fiqhiyyah).

Imaam as-Shawkaanie heeft overgenomen van al-Qortobi dat immoraliteit het ongehoorzaam zijn aan Allah is. Dat kan door in ongeloof te vervallen of te vervallen in zonden. En in Al-Boekhaari en Moeslim is gekomen dat "Het beledigingen van een moslim verdorvenheid, en hem doden ongeloof is." (Zie Fet-h' al-Qadier).

Ongehoorzaamheid kan de ene keer de verplichtingen nalaten zijn, en de andere keer het begaan van zonden. En het kan ook een verkeerde geloofsovertuiging zijn dan de overtuigingen die de profeet (Allah's vrede en zegen zij met hem) en zijn metgezellen hadden zijn (zoals de vele stromingen dat zijn binnen de islam). En immoraliteit kan ook door iemands daden zijn zoals het consumeren van alcohol, overspel plegen etc.

Ten tweede: wat onder de zonde (al-Ma'siyah) verstaan wordt.

Zonde (al-Ma'siyah) in taalkundig opzicht betekent ongehoorzaam zijn. Zoals iemands bevelen niet opvolgen. En zonde volgens de islamitische terminologie is een benaming voor het begaan van wat verboden is (H'araam). De geleerden hebben dit onderverdeeld in twee groepen: kleine en grote zonde. Allah (de Verhevene) zegt: "..Maar Allah heeft jullie doen houden van het geloof en Hij heeft het mooi gemaakt in jullie harten en Hij heeft jullie een afkeer doen hebben van ongeloof." (Soerat al-H'oedjoeraat (49) aayah 7).

In aan ander vers zegt Allah (de Verhevene): "Indien jullie grote zonden, die verboden zijn, vermijden zullen Wij jullie fouten uitwissen." (Soerat an-Nisaa-e (4) aayah 31).

Allah (de Verhevene) zegt: "...(Zij zijn) degenen die de grote zonden en zedeloosheden mijden, behalve (onvermijdbare) lichte fouten." (Soerat an-Nadjm (53) aayah 32).

In deze verzen wordt duidelijk aangegeven dat de zonden onderverdeeld worden in kleine en grote zonden.

Moeslim heeft overgeleverd "Vermijd de zeven (grote) zonden". At-Tabaraani vertelt in "Almoe'djam al-Kabier" (al-Haythami classificeerde het als betrouwbaar) "De zeven grote zonden". In een andere overlevering "Negen".

Moeslim heeft overgeleverd: "Vijf dagelijkse gebeden, vrijdag tot vrijdag en Ramadan tot Ramadan doen de zonden teniet zolang de grote (zonden) vermeden worden"

De overleveringen specificeerden de grote zonden door bepaalde overtredingen en als alle overtredingen grote zonden zouden zijn dan werd dit niet gespecificeerd. Sommige geleerden zeiden dat alle overtredingen grote zonden zijn en dat sommige overtredingen kleine zonden worden genoemd in vergelijking met nog grotere zonden. Zoals overspel plegen klein wordt genoemd in vergelijking met ongeloof en een verboden kus klein wordt genoemd in vergelijking met overspel. En alle zijn grote zonden.

Az-Zarkashi zei dat degenen die deze mening toegedaan is dit uit respect en eerbetoon voor het aangezicht van Allah doen. (al-Bah'r al-Moeh'iet). Sommige geleerden delen de zonden tot drie categorieën: kleine, grote en obscene zonden. Zoals het onrechtmatig doden van een ziel tot grote zonde wordt gerekend, het doden van bloedverwant obsceen en het slaan van eenmaal of tweemaal en het verwonden wordt gerekend tot de kleine zonden. De eerste mening is de meest voor de hand liggend (onderverdeling in kleine en grote zonden).

En er zijn wat betreft de zonden verschillende situaties. Er zijn mensen die gehoor geven aan het verrichten van goede daden en de slechte vermijden en dit is de meeste volmaakte situatie van de mensen van het geloof. Er zijn er die zich onthouden van het verrichten van goede daden en het slechte uivoeren en dat is de slechtste situatie van de toerekeningsvatbare mensen (Moekallifoen). Er zijn er die zowel het goede als het slechte verrichten. En er zijn er die zowel het goed als het slechte niet verrichten. ("adab ad-Dien wa d-Doenyaa'" van al-Maawardie).

Het is Allah's genade tegenover Zijn dienaren om de mens een uitweg te bieden uit die zonden met oprecht berouw. De schrijver van de uitleg van "al-"Aqiedatoe at-Tah'aawiyyah" zegt als de gelovige dienaar een zonde begaat, heeft Allah, de Almachtige, de deuren van genade geopend voor Zijn dienaren als redding van de straf van wat zij in zijn vervallen als ze oprecht zijn en godvrees hebben.

Allah (de Verhevene) de verhevene zegt: "Behalve degenen die berouw hebben getoond, zich gebeterd hebben en (de Waarheid) duidelijk hebben gemaakt. Diegenen zijn het van wie Ik berouw aanvaard. En Ik ben de Meest Berouwaanvaardende, de Meest Barmhartige." (Soerat al-Baqarah (2) aayah 160).

De Almachtige zegt: "Maar na hen volgden andere generaties, die de salaat achterwege lieten en de begeerten volgden. Daarom zullen zij verlies tegemoet zien. Behalve wie berouw toont en gelooft en goede daden verricht. Zij zijn het die het Paradijs zullen binnentreden en hun zal geen enkel onrecht aangedaan worden." (Soerat Maryam (19) aayah 59-60).

In een ander vers zegt Allah (de Verhevene): "Zeg: "O mijn dienaren die buitensporig zijn tegenover zichzelf, wanhoopt niet aan de Genade van Allah. Voorwaar, Allah vergeeft alle zonden. Voorwaar, Hij is de Vergevensgezinde, de Meest Barmhartige." (Soerat az-Zoemar (39) aayah 53).

En de Verhevene zegt: "...voorwaar, de goede daden wissen de slechte daden uit." (Soerat Hoed (11) aayah 114).

Het is verplicht onmiddellijk berouw te hebben van zowel de kleine als de grote zonde. Het is zelfs zo dat voor het "uitstellen van berouw' zelf berouw noodzakelijk is.

" ...En keert jullie allen berouwvol ten Allah, O gelovigen. Hopelijk zullen jullie welslagen." (Soerat an-Noer (24) aayah 31).

Berouw hebben van de zonde is het eerste wat men dient te verrichten en het is niet toegestaan door te gaan met de zonde. Zoals het niet toegestaan is de zonde te uiten en openbaar te maken (aan mensen). In een overlevering door al-Boekhaarie en Moeslim van Aboe Hoerayrah (moge Allah tevreden over hem zijn) dat de profeet (Allah's vrede en zegen zij met hem) zei: "Heel mijn gemeenschap is vergeven, behalve degenen die hun zonden uiten en openbaar maken. En tot het openbaar maken van zonden behoort degene die een daad in de nacht begaat, terwijl Allah hem afgeschermd heeft, hij de volgende ochtend dit verklapt en openbaar maakt. Hij zegt tegen iemand: "Ik heb gisterenavond dit en zo gedaan (van zonden)." En hij overnachte afgeschermd door Allah en de volgende ochtend die afscherming van Allah teniet doet."

Ten derde: het houden van de zondaar.

Geleerden zijn van mening dat het niet toegestaan is van de zondaar te houden omwille van de zonde die hij begaat, en met hem te zitten terwijl hij iets van de zonden verricht hem gezelschap houdend en temend. De Almachtige zegt: "En neigt niet tot degenen die onrecht pleegden, anders zal de Hel jullie aanraken en is er voor jullie naast Allah geen beschermer. Dan zullen jullie niet worden geholpen." (Soerat Hoed (11) aayah 113).

At-Tirmidzie overleverde via Aboe Sa'ied al-Khoedri (moge Allah tevreden over hem zijn) de profeet (Allah's vrede en zegen zij met hem) zei, "Bevriend alleen de gelovige en alleen de vrome eet met je mee."

At-Tirmidzie overleverde via Aboe Hoerayrah (moge Allah tevreden over hem zijn) dat de profeet (Allah's vrede en zegen zij met hem) zei, "Men zal hetzelfde aanhangen wat zijn geliefde aanhangt. Daarom moet je opletten wie je tot je geliefden neemt."

Sommige van de geleerden zijn van mening dat wat betreft de behandeling van de zondaars men hen geheel links dient te laten. Zij halen hiervoor de overlevering van Ka'b ibn Malik aan als bewijs toen de profeet (Allah's vrede en zegen zij met hem) en zijn metgezellen hem vijftig nachten links lieten. Ze praatten noch wedergroeten hem, omdat hij zonder excuus geen deel nam aan een veldslag. Allah (de Verhevene) zegt: "En wanneer jij degenen ziet die beledigend spreken over Onze Verzen, wend je dan van hen af, totdat zij over een ander onderwerp spreken. En indien de Satan het jou doet vergeten, zit dan niet, nadat de herinnering (tot jou komt), bij het onrechtvaardige volk." (Soerat al-An'aam (6) aayah 68).

Ze zeiden dat men zich dient af te zonderen van hen die zondigen en hen niet te spreken noch mee te debatteren of te discussiëren. En anderen zijn van mening, dat het toegestaan is met hen te praten, te discussiëren, te debatteren en om te gaan.

De Verhevene zegt: "En redetwist niet anders dan op de beste wijze met de lieden van de Schrift, behalve met de onrechtplegers onder hen." (Soerat al-"Ankaboet (29) aayah 46).

In een ander vers zegt Allah (de Verhevene): "Nodig uit tot de Weg van jouw Heer, met wijsheid en goed onderricht, en wissel met hen van gedachten op de beste wijze." (Soerat an-Nah'l (16) aayah 125).

Volgens vele andere verzen. Al-Boekhaarie en Moeslim hebben overgeleverd van "Aa-ieshah (moge Allah tevreden over haar zijn) dat een man aanklopte bij de profeet (Allah's vrede en zegen zij met hem) toen hij hem zag zei hij: "Wat een kwaadaardig lid van de clan, en wat een kwaadaardige zoon van de clan", en toen hij zat glimlachte de profeet (Allah's vrede en zegen zij met hem) in zijn gezicht en gaf hem aandacht. Toen deze man weg ging zei "Aa-ieshah tegen hem: "O boodschapper van Allah, toen je de man zag zei je dit en zus en daarna glimlachte u tegen hem en gaf hem aandacht?!" De Boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegen zij met hem) zei: "O "Aa-ieshah, sinds wanneer ben ik obsceen? De slechtste plaats bij Allah op de Dag des Opstanding is voor degene die vermeden wordt door mensen omdat ze zijn slechtheid vrezen."

"Abdullah ibn "Abbaas (moge Allah tevreden over hem zijn) ging naar Al-Khawaaridj * en ze zijn slechtste mensen, en beargumenteerde hen. Velen van hen keerden terug naar de rangen van "Ali (moge Allah tevreden over hem zijn). En nog vele voorbeelden overgeleverd over de edele eersten van deze gemeenschap.

Ten vierde: de wetgeving betreffende het vredesgroeten van losbandigen (overtreders) en zondaars.

De meerderheid van de geleerden zijn van mening dat men degenen die innovatie aan het geloof hebben toegevoegd en degenen die de grote zonden begaan zonder ervan berouw te hebben niet met de vrede groet (as-Salaam) dient te groeten. En dit om hem te straffen en hem terecht te wijzen totdat zij berouw tonen en terugkeren tot Allah.

Ibn "Aabidin zei dat vredesgroeten van overtreders en degene die zijn zonden openlijk (als voorwaarde) bedrijft verwerpelijk is. En een voorbeeld van de overtreders is een gokker, drinker van alcohol, zanger en roddelaar tijdens de daad zelf.

De Maaliki wetschool zegt dat het als eerste beginnen met het vredesgroeten van de mensen die hun begeerten volgen verwerpelijk is; zoals dat ook het geval is bij joden en christenen. En an-Nawawie geeft aan in "al-Adzkaar' dat wie grote zonde heeft begaan en geen berouw daarvoor toont, het afgeraden is hem met de vredesgroet te groeten noch terug te groeten.

Als de mensen dat deden dan zouden de zondaars het benauwd krijgen, maar de grote fout van velen is dat ze hen met rust laten. Degenen die hem afwijzen en terechtwijzen zijn bijna niet te zijn en te horen. Dit leidt ertoe dat ze in verleiding en dwaling blijven.

De samenleving dient degene die alcohol drinkt, drugs gebruikt, daden van immoraliteit begaat, zijn ouders onheus behandelt, zijn familiebanden niet onderhoudt, steelt, en dergelijke te disciplineren en te ontmoedigen (in hun afwijkende gedag) wat ook hun hoge sociale posities ook moge zijn. Dat zal ze een gevoel van harteloosheid, vernedering en ondermaats geven. Het vredesgroeten van hen verdienen ze niet daar het een daad van eerbied en respect is.

Imaam an-Nawawie zei dat men hen (de overtreders) vredesgroet wanneer dit noodzakelijk is zoals wanneer men ergens naar binnengaat en men bang is dat er anders slechte gevolgen zullen zijn voor diens geloof of het wereldse leven of iets dergelijks.

Aboe Bakr ibn al-"Arabi zei dat je hen vredesgroet met de intentie dat je de naam Allah (de Beschermer) beoogd Die jullie in de gaten heeft, dus "weest op jullie hoede!". En als ze berouw hebben dan respecteren en eerbiedigden wij hen door de vredesgroet te geven die hetzelfde of zelfs beter is.

Imaam Ah'mad zei dat degene die schaakt (of damspel speelt) het niet verdient met de Salaam vredegroet gegroet te worden net zoals ook diegenen die aan het zondigen zijn niet begroete worden. De vredegroet wordt wel beantwoord wanneer zij groeten, behalve wanneer men denkt bij achterwege laten hiervan hen terechtwijst. (Zie Al-Mawsoe'ah al-Fiqhiyyah).

Ibn Wahhab is van mening, dat het toegestaan is eenieder vrede te groeten ook al is het een overtreder. En dit onderbouwt door wat de Verhevene zegt: "..en spreekt het goede tot de mensen" (Soerat al-Baqarah (2) aayah 83).Maar dit bewijs is algemener dan het uitnodigen naar Allah wat hier bedoeld wordt. Maar de eerder benoemde bewijzen hebben meer voeten in de aarde en Allah weet het beste.

Geschreven door Sa'ied "Amer.

* Al-Khawaaridj: Eén van de dwalende groeperingen in de Islaam. Zij zijn degenen die "Alie - moge Allah tevreden zijn met hem - bestreden, vanwege het feit dat hij iemand als scheidsman had aangesteld. Hun methodiek is het verstoten van "Oethmaan - moge Allah tevreden zijn met hem - en "Alie - moge Allah tevreden zijn met hem, het in opstand komen tegen de regeringsleider wanneer hij tegenstrijdig handelt aan de Soennah, het ongelovig verklaren van de verrichter van een grote zonde en hem voor eeuwig in het Vuur plaatsen (zie Sharh'oe Loem'atoe l-i'tiqaad van al-Imaam Ibn "Oethaymien - moge Allah hem genadig zijn).


AL.ISLAAM.COM
Uw mobiele kennisbron over de Islaam

BESCHIKBAAR OP DE VOLGENDE APPARATEN