Wat is het oordeel over de Aadzaan?
Is het verrichten van de Aadzaan verplicht? Wij zijn studenten van een universiteit en wij willen graag weten of het voor ons verplicht is de Aadzaan te verrichten voor het gebed?
Alle lof is voor Allah.
Ten eerste de definitie van Aadzaan:
Het verkondigen. Allah (de Verhevene) zegt: "En verkondig onder de mensen de H'adjj." (Soerat Al-H'adj (22) aayah 27) Oftewel: maakt het hun bekend.
In de vaktermen heeft Aadzaan de betekenis van: Een aanbidding waarmee de aankondiging en het aanbreken van de tijd van het gebed kenbaar gemaakt wordt met bepaald woorden op een bepaalde manier.
Ten tweede:
De geleerden zijn het unaniem met elkaar eens dat de Aadzaan behoort de specifieke zaken van de islam en tot de uiterlijke gewijde zaken van de islamitische wetgeving. Echter hebben de geleerden verschillende meningen over de Aadzaan. Sommige geleerden zijn van mening dat de Aadzaan een Fard Kifaayah (Fardh Kifaayah is dat wanneer een deel van de moslimgemeenschap deze verplichting nakomt de rest van vrij zijn van deze verplichting). Dit is de mening van imaam Ah'mad en de keuze van Sheikh al-Islaam ibn Taymiyah. Van de geleerden tegenwoordige geleerden Sheikh ibn "Oethaymien (moge Allah hem Barmhartig wezen) Een ander mening is dat de Aadzaan een Soennah Moe-akkadah is. (Een zeer aanbevolen Soennah)
En de juiste mening van deze twee uitspraken is de uitspraak dat de Aadzaan Fardh Kifaayah is: wanneer een gedeelte van de moslimnatie deze verplichting nakomt valt automatische de verplichting voor de anderen weg. Het bewijs uit de Soenah hiervan is het volgende:
Op het gezag van Maalik ibn al-H'oewayrith dat hij zei: "Wij kwamen bij de Boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegen zij met hem) (om kennis op te doen) en wij waren jongeren gelijk in leeftijd en wij bleven twintig nachten en de Boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegen zij met hem) was zachtmoedig en bemerkte dat wij verlangden naar onze gezinnen. Hij vroeg ons wat wie hebben achtergelaten van gezinnen en wij berichten hem hierover waarop hij zei: "Ga terug naar jullie gezinnen en blijft bij hen en leert hen en draagt hen (het goede) op, en wanneer het gebed aanbreekt laat dan een van jullie de Aadzaan doen en de oudste van jullie het gebed leiden." (Overgeleverd door al-Boekhaarie (602) en Moeslim (674).
In de versie van imaam al-Boekhaari (604): "Wanneer jullie vertrekken verricht dan de Aadzaan, verricht dan de Iqaamah en laat de oudste onder jullie het gebed leiden."
In de versie van imaam at-Tirmidzie (205) en an-Nasaa-ie (634) op het gezag van Maalik ibn H'oewayrtith die zei: "Ik en een neef van mij kwamen bij de Boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegen zij met hem) en hij zei: "Wanneer jullie reizen, verricht dan de Aadzaan en Iqaamah en laat de oudste van jullie het gebed leiden." (Sah'ieh' gekwalificeerd door Sheikh al-Albaanie in Irwaa-oe al-Ghaliel 1/230)
Deze overlevering is een bewijs dat de Aadzaan een Fard Kifaayah is aangezien de Boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegen zij met hem) de opdracht heeft gegeven dat er maar een van de groep de Aadzaan dient te doen en hij heeft niet heel de groep opgedragen om de Aadzaan te doen. (Zie Tawdieeh al-Ah'kaam 1/424)
Imaam an-Nawawie zei: "De overlevering is een bewijs dat het ook voor de reizigers toegestaan is de Aadzaan te doen zodat de Aadzaan niet verloren te laten gaat zowel tijdens de reis als wanneer iemand ingezetene is." Einde citaat. (Zie Sharh' Sahieh Moeslim 5/175)
De geleerden van de permanente commissie voor het uitvaardigen van Fataawa zeggen: "De Aadzaan is Fard Kifaayah in een stad en zo ook de Iqaamah. Wanneer iemand het gebed aanvangt zonder de Aadzaan en Iqaamah uit vergeetachtigheid of onwetendheid of iets anders is zijn gebed geldig." (Zie Fataawa al-Ladjnah ad-Daa-iemah 6/54)
Sheikh al-"Oethaymeen zei: "Het bewijs voor de verplichting (voor de gemeenschap) van de Aadzaan en Iqaamah is het bevel van de Boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegen zij met hem) in vele overleveringen en dat hijzelf dit toepaste zowel tijdens de reis als daarbuiten. De tijd van het gebed kan alleen geweten worden door de Aadzaan en Iqaamah. Tevens behoren de Aadhgaan en Iqaamah tot uiterlijke kenmerken van de islam." (Zie Sharh' al-Moemti' 2/38)
Hieruit voortvloeiend als de Aadzaan Fard Kifaayah is betekent dat wanneer er in een land de Aadzaan gedaan wordt en het wordt gehoord door anderen zij automatisch van deze verplichting vrijgesteld worden. In dit geval is het niet voor elke groep verplicht om de Aadzaan te verrichten. Uiteraard is het beter dat de Aadzaan niet nagelaten dient te worden ook al bevindt een bidder zich in zijn eentje.
De permanente commissie voor het uitvaardigen van Fataawa werd gevraagd: "Is het verplicht dat elke moskee met een microfoon de mensen oproept tot het gebed in een en zelfde buurt ondanks dat alle moslims in de buurt de oproep horen van een betreffende moskee? Is het genoeg dat er in een moskee de Aadzaan verricht wordt of is het voor alle moskeen om de Aadzaan te doen?"
Antwoord: "de Aadzaan is een Fard Kifaayah, wanneer een Moe-adzien in een buurt de Aadzaan doet en de buurtbewoners dit horen is dit voldoende. En het is toegestaan voor elk moskee de Aadzaan te verrichten uitgaande van de algemene bewijzen uit de Sharie'ah hiervoor. Het is dus toegestaan voor jullie de Aadzaan te doen al is dit voor jullie niet verplicht.
En Allah weet het beste.
Bron: Sheikh Mohammed Saalih al-Moenadjid. Vraagnummer: 10078.
