Wat is het verschil tussen de Djinn en de Shaytaan?
Alle lof is voor Allah.
De Djinn is een voor de mensen verborgen wereld die door Allah (de Verhevene) geschapen zijn Hem te aanbidden zoals Allah (de Verhevene) zegt: "Ik heb de Djinn en de mens slechts geschapen om Mij te aanbidden." (Soerat Ad-Dzaariyaat ( 51) aayah 56). Allah heeft onze profeet Moh'ammed (Allah's vrede en zegen zij met hem) gezonden naar de Djinn en de mens. De aanwezigheid van deze wereld is een zaak die geweten dient te worden en behoort tot de noodzakelijke kennis die elk moslim dient te weten en erin te geloven. Degene die het ontkent heeft zich buiten de oevers van de islam geplaatst, omdat hij iets ontkent wat bevestigt is in de Qor-aan; er is zelfs een complete hoofdstuk in de Qor-aan die de naam "Soerat al-Djinn' draagt.
Deze wereld- de wereld van de Djinn- is opgedragen om de islamitische verplichtingen na te komen zoals het geloof in de Ene God en het aanbidden van Allah alleen zonder deelgenoten, en het volgen van de boodschapper (Allah's vrede en zegen zij met hem). Er zijn onder de Djinn die (Allah) gehoorzaamt en gelooft en er zijn onder de Djinn die zich verzet tegen het Gebod van Allah, ongehoorzaam en ongelovig is. Allah heeft ons hierover bericht via de eigen tongen van de Djinn: "En voorwaar, onder ons zijn er die zich aan Allah hebben overgegeven en onder ons zijn er die afwijken (van het rechte Pad). Wie zich heeft overgegeven: zij zijn degenen die de rechte Leiding gekozen hebben. Maar wat de afwijkenden betreft: zij zijn brandhout voor de Hel." (Soerat al-Djinn (72) aayah 14-15).
Het woord "Shaytaan' wordt gebruikt voor de ongelovige Djinn, echter een gelovige Djinn wordt nooit "Shaytaan' genoemd. Maar de term "Shaytaan' wordt alleen gebruikt voor de ongelovige van de Djinn. Allah (de Verhevene) zegt: "Behalve Iblies, hij behoorde tot de Djinn en hij schond het gebod van zijn Heer." (Soerat al-Kahf (18) aayah 50).
Al-Haafidhz ibn Kethier zei: "Het woord "Shaytaan' is afgeleid van "iets wat ver weg staat' (ver weg van het goede). Daarom wordt degene waarin het slechte in ziet van de mens, Djinn of dier "Shaytaan' genoemd. Allah (de Verhevene) zegt: "En zo hebben Wij voor iedere profeet een vijand gemaakt; Satans van onder de mensen en de Djinn's, zij fluisteren elkaar fraaie woorden in om (de mensen) te misleiden. En als jouw Heer het gewild had, dan zouden zij het niet hebben gedaan, laat hen daarom en wat zij verzinnen." (Soerat al-An'aam (6) aayah 112). Einde citaat."
In Sah'ieh'ieh'ayn (al-Boekhaarie en Moeslim) is er een overlevering gekomen via ibn "Abbaas (moge Allah tevreden met hem zijn) dat hij zei: "De boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegen zij met hem) vertrok met een groep van zijn metgezellen richting de markt van "Oekaadh'. Er was een afscheiding tussen hen en de berichtgevingen in de hemel en zij werden verjaagd door pijlen van vuur (Shihaab; zoals Allah (de Verhevene) zegt: "En voorwaar, vroeger (voor de Qor-aan) zaten wij op geheime plaatsen om mee te luisteren, maar wie nu wil meeluisteren treft een pijl van vuur aan die op hem loert." (Soerat al-Djinn (72) aayah 9). De Satans keerden terug, en er werd gevraagd: "Wat is er met jullie aan de hand?!" Zij antwoordden: "Wij zijn tegengehouden en er is een afscheiding tussen ons en de hemel en wij worden door vuurpijlen verjaagd..!Er werd gezegd: "Dit is alleen maar gebeurt omdat er een grote gebeurtenis plaats heeft gevonden!" Gaat het oosten en het westen van de aarde rond en zoekt uit wat de zaak is die plaats heeft gevonden waardoor jullie met vuurpijlen verjaagd worden!" Zij (de Djinn) vertrokken en trokken naar het oosten en het westen van de aarde zoekend naar de reden is dat er een afscherming is tussen hen en de berichtgevingen van de hemel. Er groep vertrok richting "Tihaama' waar de boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegen zij met hem) met zijn metgezellen was die naar de markt "Oekaadh' gingen. Zijn vonden de boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegen zij met hem), met zijn metgezellen het Fadjr gebed bidden. Toen zij de Qor-aan hoorden zeiden deze groep Djinn tegen elkaar: "Dit is het wat een afscherming vormde tussen ons en de berichten van de hemel!" Zij keerden terug naar hun volk en zeiden tegen hen: "Voorwaar, Wij hebben een verbazingwekkende Qor-aan gehoord. Hij (de Qor-aan) leidt tot het juiste, toen geloofden wij erin, en wij zullen nooit één deelgenoot aan onze Heer toekennen." (Soerat Djinn (72) aayah 1-2). Daarna openbaarde Allah (de Verhevene) tot Zijn boodschapper: "Zeg (O Moehammad): "Het is aan mij geopenbaard dat een aantal Djinn heeft meegeluisterd, waarop zij zeiden: 'Voorwaar, Wij hebben een verbazingwekkende Qor-aan gehoord." (Soerat Djinn (72) aayah 1)." (Overgeleverd door al-Boekhaarie (4921), Moeslim (449)
Al-Haafidhz ibn H'adjar zei als commentaar op deze overlevering: "De overlevering bevestigd de aanwezigheid van Satans en de Djinn, en dat het een benoeming is van een en zelfde schepsel. Maar de verschillende benamingen (Djinn-Shaytaan) heeft te maken met geloof en ongeloof. Een Djinnie die zich onderwerpt aan Allah en Hem gehoorzaamt wordt nooit Shaytaan genoemd" Einde citaat.
De geleerde Fakhr ad-Dien ar-Raazi zei in zijn Tefsierboek "Mafaatih al-Ghayb' in de uitleg van Soerat al-H'idjr vernummer 21 het volgende: "De Shaytaan is een soort van de Djinn: eenieder die van hen gelovig is wordt geen Shaytaan genoemd, en eenieder van hen die ongelovig is wordt "Shaytaan' genoemd." Einde citaat.
En Allah weet het beste.
Bron: www.islamqa.com, vraagnummer:108679.