Het herhalen van een gebed bij aankomst in een andere moskee
Dient een persoon die al gebeden heeft in een moskee en dan bij een andere moskee aankomt voor een les, of vanwege een andere reden, en de mensen daar biddend aantreft, dient hij zich bij hen te voegen?
In de naam van Allah de Barmhartige de Genadevolle
Als een persoon al gebeden heeft in een moskee en dan bij een andere moskee aankomt voor een les, of vanwege een andere reden, en de mensen daar biddend aantreft, dan dient hij zich bij hen te voegen en zijn gebed wordt dan als een naafieleh (extra, vrijwillig) gebed beschouwd. Hij dient zelfs te bidden, als het op dat moment een van de verboden tijden voor het gebed is, omdat er een reden achter zit. Het bewijs hiervoor komt van de h'adieth van Yazied Ibn al-Aswad (moge Allah tevreden met hem zijn): "Ik verrichtte de H'adj met de boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegen zij met hem) en bad het Fadjr-gebed met hem in Masdjied al-Kheef. Toen hij zijn gebed afgerond had en zich omdraaide, trof hij twee mensen aan, achteraan, die niet met hem meegebeden hadden. Hij zei: "Breng ze naar mij." Zij werden naar hem gebracht en zij beefden (als gevolg hiervan). Hij vroeg hen: "Wat weerhield jullie ervan om met ons mee te bidden?" Zij zeiden: "O boodschapper van Allah! Wij hadden al gebeden in onze plaatsen." Hij zei: "Doe dat niet. Als jullie al gebeden hebben in jullie (eigen) plaatsen en naar een gemeenschappelijke moskee komen, bid dan ook met hen mee en het zal een extra gebed voor jullie worden." Soenen At-Tiermiedzie, nr. 219; Sah'ieh' Al-Djaami', 667.
In een andere h'adieth is overgeleverd dat de twee na het Fadjr-gebed kwamen, wat een tijdstip is waarin het gebed verboden is. Imaam Maalik heeft in al-Moewatta-e gezegd, in het hoofdstuk 'Wat overgeleverd is over het herhalen van het gebed met de Imaam, nadat een persoon individueel gebeden heeft':
Mih'djan (moge Allah tevreden met hem zijn) zei dat hij in het gezelschap van de boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegen zij met hem) was toen de oproep tot het gebed werd verricht.
De boodschapper van Allah stond op en bad in gemeenschap, daarna kwam hij terug terwijl Mih'djan in zijn huis bleef en niet met hen bad. De boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegen zij met hem) zei dus tegen hem: "Wat weerhield jou van het bidden met de mensen" Ben je geen moslim?" Hij zei: "Jazeker, ik ben (een moslim), O boodschapper van Allah! Maar ik had al thuis gebeden." De boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegen zij met hem) zei hem: "Wanneer je komt (naar de moskee), bid dan met de mensen, ook al heb je al gebeden."
al-Mowatta-e, 1/130; As-Sielsielah As-Sah'ieh'ah, nr. 1337.
Het team van al-Islaam.Com
