Het aanpassen van de Qiblah tijdens het gebed
Dienen mensen die aan het bidden zijn en tijdens het gebed worden zij geinformeerd dat de Qiblah zich in een andere richting bevindt dan de richting die zij aanschouwen, zich de juiste richting te wenden?
In de naam van Allah de Barmhartige de Genadevolle
Als een gemeenschap aan het bidden is en tijdens het gebed worden zij geïnformeerd dat de Qiblah zich in een andere richting bevindt dan de richting die zij aanschouwen, dan dienen zij zich allen naar de juiste richting te wenden. Hetzelfde geldt voor iemand die individueel het gebed verricht. En hetgeen wat zij verricht hebben is correct. Het bewijs hiervoor is een h'adieth overgeleverd door Imaam Moesliem van Anes (moge Allah tevreden met hem zijn): "Terwijl de boodschapper van Allah richting Baytoe l-Maqdis (Jeruzalem) aan het bidden was, werd de (volgende) aayah geopenbaard aan hem: "Waarlijk, Wij hebben gezien hoe jouw gezicht voortdurend tot de hemel wendde, daarom wenden Wij jou (nu) naar een Qiblah die jou welgevallig is. Wend jouw gezicht in de richting van de Masdjid al-H'araam (de Gewijde Moskee te Mekkah) ." Soerat Al-Baqarah (2), aayah 144.
Een man van Banie Salamah passeerde hen en vond hen (d.w.z. de mensen van Banie Salamah) in de positie van roekoe' in de tweede rak'ah van het Fadjr-gebed. Hij riep uit tegen hen: "De Qiblah is veranderd," dus veranderden zij van richting terwijl zij nog steeds in de roekoe' stonden. Sah'ieh' moeslim, 527.
Indien sommigen hierover geïnformeerd worden en anderen niet, dan dient degene aan wie het duidelijk is gemaakt (dat de Qiblah veranderd is) zich te wenden in de richting waarvan hij denkt dat het de juiste richting (d.w.z. de Qiblah) is. Als al deze mensen oorspronkelijk in dezelfde richting aan het bidden waren, waarna een aantal mensen hun richting veranderden naar rechts of naar links, dan is het voor de Imaam nog steeds geldig om de anderen te leiden in het gebed. De geleerden hebben echter een meningsverschil over het volgen van anderen, wat betreft de richting van de Qiblah, wanneer hier sterke onenigheid over is. Als er iemand tussen hen is die volledig onwetend is over de richting, dan dient hij degene te volgen die zich meer bewust is van de richting van de Qiblah. Al-Moeghnie ma'a as-Sharh' al-Kabier, 1/473.
Als iemand de richting van de Qiblah niet weet, dan dient hij iemand hierover te vragen, indien dit mogelijk is; als dat niet mogelijk is, dan dient hij idjtiehaad (het nemen van een besluit op basis van zijn vermogen, gebaseerd op de beschikbare informatie) te verrichten, als hij hiertoe in staat is en wanneer dat niet mogelijk is, dan dient hij iemand te volgen, waarvan het toegestaan is om te volgen. Als men een dergelijke persoon niet kan vinden, dan dient hij zijn best te doen om iets te vinden en te bidden, en zijn gebed zal geldig zijn. Dit gebeurt veel bij mensen die beproefd worden met het reizen naar de landen van de ongelovigen waarbij zij geen moslim, of iemand anders, aantreffen die hen kan vertellen wat de juiste richting van de Qiblah is, noch hebben zij de benodigde middelen (bijvoorbeeld een kompas) om achter de juiste richting te komen. Als een persoon echter in staat was om de juiste richting van de Qiblah te vinden, maar hierin nalatig was waardoor hij gebeden heeft zonder alle mogelijke inspanningen te verrichten, dan dient hij zijn gebed opnieuw te verrichten, aangezien hij nalatig was. Al-Moeghni ma'a as-Sharh' al-Kabier, 1/490.
Het team van al-Islaam.Com
