Hoe moet de Imaam vervangen worden als zijn wodhoo-e verbroken is terwijl hij aan het bidden is, of als hij zich herinnert dat hij geen wodhoo-e heeft verricht?
In de naam van Allah de Barmhartige de Genadevolle
Als de Imaam zijn wodhoo-e verbreekt terwijl hij aan het bidden is, of als hij zich herinnert dat hij geen wodhoo-e heeft verricht, dan dient hij het gebed te verlaten en iemand aan te wijzen om het gebed af te maken, zoals dit overgeleverd is van "Oemar, "Aliy, "Alqamah en "Ataa-e. Als de Imaam niemand aanwijst en de mensen gewoon individueel het gebed afmaken, dan is dit ook acceptabel - zoals de mening van Imaam As-Shaafi'ie luidt. En als zij iemand naar voren brengen die de mensen zal leiden, dan is dit ook toegestaan.
Het bewijs hiervoor is hetgeen dat overgeleverd is met betrekking tot 'Oemar (moge Allah tevreden met hem zijn), toen hij gestoken werd: hij nam de hand van 'Abdoer-Rah'maan Ibn 'Awf en liet hem naar voren stappen en hij (laatstgenoemde) completeerde het gebed. Overgeleverd door Al-Boekhaarie, Fat-h', 7/60.
De reden voor deze beredenering is dat 'Oemar dit deed in het bijzijn van een aantal metgezellen, en anderen, waarbij niemand deze handeling weersprak, wat betekent dat het een consensus (idjmaa') werd. Ah'kaam al-Imaamah, al-Moenief, p. 234.
Als de Imaam zich herinnert dat hij niet in een staat van reinheid verkeert, dan dient hij de mensen aan te geven dat ze moeten blijven in de staat waarin zij verkeren. Vervolgens dient hij wodhoo-e te verrichten en terug te komen, waarna hij "Allaahoe Akbar" dient te zeggen en hen verder dient te leiden in het gebed. Dit is een geldige handelswijze. Het bewijs hiervoor is de overlevering van Aboe Daawoed, van Aboe Bakrah: "De boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegen zij met hem) begon het Fadjr-gebed te leiden en toen gaf hij de mensen aan dat zij op hun plaatsen dienden te blijven. Daarna kwam hij terug terwijl het water (nog) van zijn hoofd druppelde en maakte het gebed samen verder met hen af." Soenen Abie Daawoed, nr. 233; Sah'ieh' Soenen Abie Daawoed, 1/45. Aboe Daawoed heeft een hoofdstuk toegevoegd, genaamd Fi l-Djoenoebie yoesallie bi l-qawmie wa hoewa naasin (iemand die de mensen leidt in het gebed, onopzettelijk, in een staat van Djanaabah).
In zijn commentaar op deze h'adieth zei Imaam Al-Khattaabie: "Deze h'adieth bevat het bewijs dat als iemand het gebed leidt terwijl hij in een staat van Djanaabah is en de mensen weten dit niet, dan is hun gebed onaangetast en is er dus geen reden voor hen om het opnieuw te verrichten. De Imaam dient echter zijn gebed te herhalen." Soenan Abie Daawoed wa ma'ahoe Ma'aalim as-Soenen van Al-Khattaabie, bewerkt door ad-Da'aas, 1/159.
Het team van al-Islaam.Com