Bibliotheek

1. Satan, die mensen oproept anderen te aanbidden naast Allah. Het bewijs hiervoor is dat Allah de Verhevene zegt: “Heb ik jullie, O Kinderen van Adam, niet opgedragen om de Satan niet te dienen? Voorwaar, hij is voor jullie een duidelijke vijand.” Soerat Yaasien (36), aayah 60.

2. De onrechtvaardige regeringsleider die de wetten van Allah verandert. Het bewijs vinden we in het volgende vers, waarbij Allah de Verhevene zegt: “Heb jij degenen niet gezien die dachten dat zij geloofden in wat aan jou geopenbaard is en in wat er voor jou geopenbaard is? Zij willen volgens de Thaaghoet (valse beoordelingen) berechten, hoewel hen toch bevolen was er niet in te geloven. En het is zo dat de Satan hen ver weg wil doen afdwalen.” Soerat An-nisaa-e (4), aayah 60.

3. Een persoon die regeert volgens andere wetten dan die zijn neergedaald door Allah. Het bewijs staat in het volgende vers: “En wie niet oordeelt met wat Allah geopenbaard heeft: zij zijn de ongelovigen!” Soerat Al-Maa-iedah (5), aayah 44.

4. Degene die beweert de kennis van Al-ghayb (het onwaarneembare) te kennen, behalve degenen die Hij daar toestemming voor geeft. Het bewijs hiervoor is dat Allah de Verhevene zegt: “(Hij alleen) is de Kenner van al-ghayb, Hij maakt voor niemand het onwaarneembare dat bij Hem is zichtbaar. Behalve aan een boodschapper die hij gekozen heeft en hem welgevallig is. Dan laat Hij vóór hem en achter hem wachters (engelen) gaan.” Soerat Al-Djinn (72), ayaat 26-27.

En Hij de Verhevene zegt ook: “Hij bezit de sleutels/schatten van Al-ghaib; niemand kent die behalve Hij. Hij weet wat er op de aarde is en in de zee; en er valt nog geen blad of Hij weet ervan; en er is geen graankorrel in de duisternissen van de aarde; en niets vers en niets droogs, of het is in een duidelijk boek (geschreven).” Soerat Al-An’aam (6), aayah 59.

5. Degene die aanbeden wordt met tevredenheid over deze aanbidding naast Allah. Het bewijs staat in de volgende vers: “En wie van hen zegt: “Voorwaar, ik ben een god naast Hem (Allah),” die vergelden wij daarop met de Hel. Zo vergelden Wij de onrechtplegers.” Soerat Al-Anbieyaa-e (21), aayah 29.

Weet dat de mens pas een ware gelovige kan zijn als hij de Thaaghoet ontkent. Het bewijs noemt Allah de Verhevene en zegt: “…En hij die de Thaaghoet verwerpt en in Allah gelooft: hij heeft zeker het stevigste houvast gegrepen, dat niet breken kan. En Allah is Alhorend, Alwetend.” Soerat (2), aayah 256.

De rechte leiding is de religie die aan Mohammed (Allah’s vrede en zegen zij met hem) is geopenbaard, en de afwijking is de religie van Aboe Djahl. Het meest stevige en betrouwbare handvat is te getuigen dat er geen ware godheid is naast Allah. Deze getuigenis houdt zowel ontkenning als bevestiging in: het ontkent de toewijding van elke vorm van aanbidding aan iets of iemand anders dan Allah en het bevestigt de toewijding dat elke vorm van aanbidding alleen voor Allah is, de Enige Die geen deelgenoten heeft.

En alle lof is aan Allah en dankzij Zijn gunsten worden goede daden volbracht.