Ibn ‘Abbaas heeft gezegd: “de profeet kwam naar Madinah en hij zag de joden vasten op de dag van ‘Aashoeraa-e. Hij vroeg, ‘wat is dit?’ Zij antwoorden ‘Dit is een rechtschapen dag, want het is de dag waarop Allah de kinderen van Israa-iel redde van haar vijanden, dus Moesa vastte op deze dag. De profeet zei: “wij hebben meer recht op Moesa dan jullie, dus hij vastte op deze dag en gebood [de moslims] het vasten op ‘Aashoeraa-e.” Overgeleverd door Al Boekhaarie, 1865
Het is ook overgeleverd dat de profeet gewoon was om de dag van ‘Aashoeraa-e te vasten in Makkah, voordat hij emigreerde naar Madinah. Toen hij in Madinah aankwam, zag hij dat de joden feest vierden op deze dag en hij vroeg hen waarom zij dit deden. Het antwoord is de bovenstaande hadieth. Dit is overgeleverd in een hadieth van Aboe Moesa die zei: “de joden maakten van ‘Aashoeraa-e een feestgelegenheid.”
In een andere hadieth overgeleverd door Moesliem, wordt gezegd: de mensen van Khaybar (de joden) zagen deze dag als een feestgelegenheid en tevens zien we dat hun vrouwen alle sieraden droegen. De profeet zei: dus jullie [moslims] dienen te vasten op die dag,” Overgeleverd door Al boekhaarie
Blijkbaar was het motief om te vasten op deze dag voortgekomen uit de wens om zich te onderscheiden van de joden. De moslims gingen vasten wanneer de joden dit juist niet deden, aangezien mensen niet vasten op een feestdag. Samenvatting van de woorden van Al-H’aafid ibn H’adjar – Fat-h’ al-Baari Sharh’ ‘ala Sah’ieh al-Boekaarie.
Het vasten op de dag van ‘Aashoeraa-e was een stap in het geleidelijke proces van het introduceren van het vasten als een verplichting in de Islam. Het vasten is namelijk in drie vormen verschenen. Toen de profeet naar Madinah kwam, vertelde hij de moslims om op drie dagen van elke maand te vasten en ook op de dag van ‘Aashoeraa-e. Hierna maakte Allah het vasten verplicht, doordat Hij zei: “… Laat hem daarin vasten…” al-Baqarah 2:183 - Ah’kaam al-Qo-aan door al-Djassas, deel 1.
De verplichting om te vasten op ‘Aashoeraa-e is verschoven naar de verplichting om te vasten tijdens de maand Ramadaan. Dit is overigens één van de bewijzen op het gebied van Oesoel Al-Fiqh (fundamenten van de islamitische jurisprudentie), dat het mogelijk is om een lichtere plicht af te schaffen, opdat deze vervangen wordt door een zwaardere plicht.
Het is overgeleverd van Ibn Mas’oed dat de verplichting om op ‘Aashoeraa-e te vasten opgeheven was, op het moment dat het vasten in de Ramadaan verplicht werd gesteld. Het vasten op deze gezegende dag is echter nog steeds aanbevolen (moestah’abb).