Vraag & Antwoord

Waarom is de Hel een eeuwige bestraffing

Als dit leven vergankelijk is (en de zonden van mensen aan hun einde komen), waarom worden mensen dan eeuwig  gestraft in de Hellevuur wat de ongelovigen betreft?

Alle lof is voor Allah.

Het antwoord op de eeuwige bestraffing van het Vuur en dat deze niet van tijdelijke aard is, is vanuit verschillende aspecten:

1. Dit is de geloofsovertuiging van elke religie waarin de aanhangers geloven in het Paradijs en de Hel.

2. Degene die dit vraagt is een van de twee soorten mensen: een moslim of atheïst. Als het een moslim betreft dan dient hij niet tegen de oordelen van zijn Heer in te druisen en als het een atheïst is, dan heeft hij totaal geen vrees voor deze zware Dag! Het betaamt degene die gelooft in zijn Heer en gelooft in deze waarschuwing niet tegen de wetten van Allah in te gaan en ertegen te rebelleren. Hij dient geboden na te komen en de verboden te verlaten. Hij weet dat de waarschuwing van Allah waarheid is; Allah heeft degene die op ongeloof of ketterij sterven gewaarschuwd voor deze eeuwige durende bestraffing. De moslim dient gewaarschuwd te zijn en alleen te sterven als moslim zoals Allah hem heeft opgedragen. (“O jullie die geloven, vreest Allah vol ware godsvrees voor Hem, en sterft niet anders dan als moslims.” (Soerat aal ‘Imraan (3) aayah 102).

Maar degene die niet in Allah gelooft heeft geen vrees voor deze eeuwige bestraffing, hij gelooft niet eens in een Heer laat staan in een Paradijs of Hel, hoe zal hij dan vrees hebben voor de bestraffing op de Dag des Oordeels?! En tussen ons en deze atheïst is de Dag der Opstanding waarop duidelijk wordt dan niemand hem zal redden van de Heer van hemelen en de aarde. De Dag waarop de vooraanstaanden van de profeten zullen zeggen: “O Heer, Uw bescherming, Uw bescherming!” 

Maar als de bezwaarmaker een jood of een christen is: zij geloven dat degene die hen niet volgt in de religie een eeuwige verblijf in de Hel te wachten staat. Allah (de Verhevene) zegt: “En zij(de joden en de christenen) zeiden: "Niemand zal het Paradijs binnengaan, behalve wie jood of christen was.” (Soerat al-Baqarah (2) aayah 111).

De joden beweren dat niemand het Paradijs zal betreden behalve een jood, en de christenen op hun beurt beweren dan niemand het Paradijs zal binnengaan behalve degene die christen is. En eenieder van hen twijfelt er niet aan dat hij rechtgeleid is, en de ander dwalend en vernietigd is. Als dit hun oordeel over elkaar is, dan is dit zeker ook hun oordeel over moslims! Het is voldoende om dit te weerleggen met wat Allah (de Verhevene) zegt direct erna zegt:  “Dat zijn hun eigen wensen. Zeg: " Brengt jullie bewijzen, als jullie waarachtigen zijn.” Welzeker! Wie zich volledig in overgave wendt tot Allah en die een weldoener is, voor hem is zijn beloning bij zijn Heer. Green vrees zal over hen komen en zij zullen niet treuren.” (Soerat al-Baqarah (2) aayah 111-112).

3. Een van de oorzaken van de eeuwigheid van de bestraffing in de Hel voor de ongelovigen is wat Allah over hen bericht; dat is als zij zouden terugkeren naar het aardse leven, zij  opnieuw terugkeren naar ongeloof en dwaling. 

Sheikh Mohammed al-Amien as-Shanqeeti (moge  Allah hem genadig zijn) zei: "Ibn al-Qayyiem (moge Allah hem genadig zijn) zei over de drogreden van de “Dahriyyoen” * die zeggen dat God rechtvaardiger is om een dienaar die Hem een bepaalde tijd ongehoorzaam is deze voor eeuwig te laten vertoeven in de Hellevuur. Zij beweren: “Rechtvaardigheid is dat God alleen maar iemand voor een periode straft waarin hij zijn Heer ongehoorzaam is.”

Daarna weerlegt Sheikh as-Shanqeeti hun beweringen: “Over het voorwendsel van de Dahriyoen dat door ibn al-Qayyiem genoemd is, heeft Allah in de Wijze Openbaring een antwoord gegeven. Immers, alleen Hij weet “iets wat er niet is hoe deze zou zijn als het er was.” Allah weet de kwaadaardigheid van deze verdorven personen en dat deze kwaadaardigheid in hen verankerd is. Als zij alleen maar voor de periode (mensenleven) waarin zij Allah ongehoorzaam zijn geweest bestraft zouden worden en vervolgens terug zouden worden gebracht naar het aardse leven, zij wederom terug zouden keren naar dezelfde kwaadaardigheid dat hen de Hel heeft doen binnentreden. Door hun slechtheid kunnen ze niet anders. Allah (de Verhevene) zegt in Soerat al-An’aam: “En als jij (hen) kon zien wanneer zij bij de Hel geplaatst worden en zij dan zeggen: "Werden wij maar teruggebracht, dan zouden wij de Tekenen van onze Heer niet loochenen en zouden wij tot de gelovigen behoren.” Zeker niet, er wordt voor hen zichtbaar wat zij vroeger plachten te verbergen. Als zij teruggebracht zouden worden, zouden zij weer herhalen wat hen verboden was en zij zijn zeker leugenaars.” (Soerat al-An’aam (6) aayah 27-28).” Einde citaat van de “zittingen met de weledele Sheikh Mohammed al-Amien as-Shanqeeti” van Sheikh Ahmed ibn Mohammed al-Amien blz. 59.

4. Naargelang de goedheid of slechtheid van een mens in deze wereld is de (eeuwige) voortzetting of het beëindiging van de bestraffing in het Hiernamaals. Dit wordt duidelijk door de volgende woorden van ibn al-Qayyiem (moge Allah hem genadig zijn): "De mensen zijn onderverdeeld in drie klassen en rangen: mensen met goedheid die niet besmet is met slechtheid, mensen met slechtheid waar geen enkel goedheid in zit, en de derde soort is de soort met zowel goedheid als slechtheid. Zo zal hun bestemming ook op de Dag des Oordeels ook zijn: een bestemming dat alleen maar goed is (Paradijs), en een bestemming dat alleen meer verdorven en slecht is (de Hel)– en deze twee bestemmingen zijn eindeloos en eeuwig– en een bestemming voor mensen die zowel het goede als het slechte hebben. Dit laatstgenoemd zal aan zijn einde komen, het is een bestemming voor de zondaars, want niemand van de Moewahidien (een persoon die de Tawh’ied van Allah betreffende ar-Roeboebiyyah, al-Oeloehiyyah en al-Asmaa-e wa s-Sifaat in woord en daad naleeft, maar zonden heeft waarmee hij Allah ontmoet.) zal eeuwig in de Hel blijven; als zij bestraft worden dan is dit alleen maar voor de zonden die zij hebben en uiteindelijk zullen zij de Hel verlaten en het Paradijs betreden. Er blijft dan alleen maar een huis van goedheid (Paradijs) en een huis van alleen maar verdorvenheid en slechtheid (de Hel).” Einde citaat uit al-Waabil as-Sayyieb van ibn al-Qayyiem (moge Allah hem genadig zijn) blz. 24.

En Allah weet het beste.

Bron: Sheikh Mohammed Saalih' al-Moenadjied.

 

* Dahriyyoen ontkennen de Schepper, en zeggen: “Er is geen god en geen schepper van de werelden, en dat al deze dingen in het universum tot stand gekomen zonder een schepper…” Verheven is Allah boven wat de onrechtvaardigen zeggen! Over hen zegt Allah (de Verhevene):  “En zij zeiden: "Er is niets dan het wereldse leven, wij sterven en wij leven, en niets vernietigt ons dan de tijd (Dahr)." Maar zij hebben daarover geen kennis, zij vermoeden slechts.” (Soerat al-Djaathiyah (45) aayah 24). Zij beweren dat de tijd (Dahr) oneindig is. Hun bekende uitspraak is: “Baarmoeders die naar buiten werpen en de aarde die de lichamen verslindt, meer niet.” Dit is zonder twijfel een van de grootste Koefr.


AL.ISLAAM.COM
Uw mobiele kennisbron over de Islaam

BESCHIKBAAR OP DE VOLGENDE APPARATEN