Vraag & Antwoord

Is de vraag van de engelen alleen maar voor deze natie of voor alle naties

Een van de vragen die de engelen van Allah aan de overledene stellen in zijn  graf “Wie is jouw profeet?” Hoe zal de vraag zijn voor degenen die vóór de profeet leefden en vóór zijn missie en boodschap?

Alle lof is voor Allah.

De geleerden verschilden van mening over de vraag in het graf: is dit een specifiek voor deze natie of is dit ook voor de andere naties? Er zijn op verschillende uitspraken van de geleerden hieromtrent:

De eerste uitspraak:

De vraag in het graf is specifiek voor deze natie, want er werden profeten gezonden naar de naties die voor ons waren en als zij ongeloof verkozen boven het geloof namen de profeten afstand van hen en er daalde een straf en kwelling op hen neer. 

En nadat Allah de profeet van de barmhartigheid (Allah’s vrede en zegen zij met hem) stuurde als een genade  voor zijn natie waarover Allah (de Verhevene) zegt: “En Wij hebben jou (O Mohammed) slechts gezonden als een barmhartigheid voor de werelden” (Soeat al-Anbiyaa-e (21) aayah 107) en aangezien er in zijn natie zowel gelovigen als huichelaars zijn heeft Allah de algemene straf en kwelling van hen afgewend en heeft de vragen ingesteld na hun dood om de goede te onderscheiden van de verdorvene.

Zoals Allah (de Verhevene) zegt: “Allah versterkt (het geloof van) degenen die geloven met de standvastige uitspraak tijdens het wereldse leven en in het Hiernamaals; en Allah laat de onrechtplegers dwalen en Allah doet wal Hij wil.” (Soerat Ibraahiem (14) aayah 27).

De tweede uitspraak:  

‘Tawaqqoef’, dat wil zeggen geen mening en niets dat betrekking heeft op deze kwestie zeggen. En dit is de mening die o.a. gekozen is door Imaam Ibn ‘Abdoe l-Barr (moge Allah hem genadig wezen) in zijn boek ‘at-Tamhied’ (22/253).

De derde uitspraak:

De vraag is algemeen voor zowel deze natie als de vorige naties. En deze mening is de meest correcte mening van de geleerden wat betreft de bewijsvoering. Dit is  de keuze van ibn al-Qayiem, al-Qoetoebie, en andere onderzoekers van de geleerden.

Ibn al-Qayyiem zei in zijn boek "ar-Roeh’" blz (124), "Aboe ‘Abdiellah at-Tirmidzie zei: “De vraag in het graf is specifiek voor deze natie…”daarna becommentarieerde hij deze mening en zei: “Er is niets wat de vraag alleen specificeert voor deze natie zonder de andere naties. Het lijkt erop – en Allah weet het  beste – dat elke natie waarnaar profeet gezonden werd gevraagd wordt en dat zij ook gekweld worden in hun graven na de vraagstelling nadat zijn geen excuus meer hebben, net zoals zij in het Hiernamaals geen excuus zullen hebben.” Einde citaat. 

Wat dit ondersteunt zijn de overleveringen die gekomen zijn over de kwelling in het graf voor de ongelovigen van de eerdere naties zoals de joden en de afgodenaanbidders die gestorven zijn voor de komst van de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem). Er is niets wat weerhoudt dat zij gevraagd worden over hun Heer, religie en de profeet die naar hen gezonden is, en Allah zegt: “En er was geen volk, of er verkeerde onder hen een waarschuwer.”(Soerat Faatir (35) aayah 24).

Allah zegt in een ander vers: “Wij zullen zeker degenen aan wie (Profeten) gezonden waren ondervragen, en Wij zullen zeker de gezondenen vragen.” (Soerat al-A’raaf (7) aayah 6). En als zij op de Dag van de Opstanding gevraagd worden waarom zouden zij dan niet ook gevraagd worden in hun graven?!

In Sah’ieh’ al-Boekhaarie (1375) en Moslim (2869) is overgeleverd van Aboe Ayyoeb al-Ansaarie:  "De profeet vertrok uit zijn huis en de zon was reeds ondergegaan, en hij hoorde een stemgeluid en zei: “De joden ondergaan een kwelling in hun graven.” 

‘Oerwa ibn Zoebayr levert over van zijn tante ‘Aa-ieshah (moge Allah tevreden met haar zijn) die zei: “De boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) was bij mij binnen en bij mij was een joodse vrouw die zei: “Heb je het gevoel dat u te maken zult hebben met de beproeving in het graf?” De boodschapper van Allah had vrees voor Allah en zei: “De joden zullen een beproeving ondergaan.” ‘Aa-ieshah zei: “We bleven een aantal nachten en daarna zei de boodschapper van Allah: “Heb je het gevoel dat er een Openbaring tot mij is neergedaald dat jullie beproefd zullen worden in jullie graven?!” 

‘Aa-ieshah zei daarna: “Ik hoorde daarna bescherming zoeken bij Allah tegen de kwelling van het graf.” Overgeleverd door Imaam Moeslim (584 ). Dit geeft aan dat de kwelling en beproeving in het graf ook aan de orde zijn voor de andere naties zoals dit overduidelijk is door teksten uit de Qor-aan en de Soennah van de beproeving in het graf.

Deze sterke uitspraak is  dus duidelijk en de uiteindelijk Kennis is bij Allah, 

Zie: “at-Tadzkirah fie ah’waalie al-Mawta wal Aakhirah” van al-Qortobi: 1/413) en het boek “ar-Roeh’” van ibn al-Qayyiem (blz. 124).

En Allah weet het beste.

Bron: Sheikh Mohammed Saalih' al-Moenadjied.


AL.ISLAAM.COM
Uw mobiele kennisbron over de Islaam

BESCHIKBAAR OP DE VOLGENDE APPARATEN