Vraag & Antwoord

Het naderen van het Uur

Is de Dag der Opstanding nabij, want het lijkt erop dat vele mensen grote zonden begaan in deze tijd zonder zich hierom te bekommeren?

Alle lof is voor Allah.

Allah (de Verhevene) zegt: “Dichter bij voor de mensen is hun afrekening gekomen, terwijl zij zich in onachtzaamheid afwenden.” (Soerat al-Anbiyaa-e (21) aayah 1).

Ibn Kethier zei in zijn Tefsier (3/172): "Dit is een waarschuwing van Allah dat het Uur naderde en dichtbij is en dat mensen onachtzaam en achteloos hierover zijn: oftewel zij bereiden zich niet voor komst van het Uur en werken er niet voor (door goede daden te verrichten). Allah (de Verhevene) zegt ook: “De beslissing van Allah is zeker gekomen wens haar dus niet te verhaasten.” (Soerat an-Nah’l (16) aayah 1).

Ibn Kethier zei in zijn Tefsier (2/560):  "Allah vertelt ons van de naderende tijd en gebruikt de verleden tijd als indicatie van de onvermijdelijke komst van het Uur.” 

Allah (de Verhevene) zegt ook: “Het Uur is nabij en de maan is gespleten.” (Soerat al-Qamar (54) aayah 1). Ibn Kethier zei over de uitleg van dit vers in zijn Tefsier 4/360: "Allah vertelt ons over de nabijheid van het Uur en het einde van de wereld en het voorbij gaan ervan.”

at-Tirmidzie zei in zijn Soenen (1980) dat de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: “Hoe kan ik op mijn gemak zijn en genieten wanneer degene die op de bazuin blaast, het aan zijn mond heeft gezet, zijn voorhoofd gebogen heeft en zijn oor gespitst heeft, in afwachting van het moment waarop hij het bevel zal krijgen om erop te blazen?!” Het was alsof het zwaar was voor de metgezellen en de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei tegen hen: “Zegt “H’asboena Allahoe wa ni’ma l-Wakiel, ‘ala Allaah twakkalnaa” (Allah is ons genoeg (als Helper) en Hij is de beste Helper, wij vertrouwen op Allah).”

Overgeleverd door Ah’mad en Moslim van Ibn Mas'oed dat hij zei: “De boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: "Het Uur zal alleen plaatsvinden voor de slechtste mensen.” (op het moment van het aanbreken ervan zijn er alleen maar verdorven mensen over).  Overgeleverd door Moeslim (5243) Ah’mad (3548).

Imaam al-Boekhaari en Ah’mad hebben overgeleverd via Merdaas al-Aslamie dat hij zei: “De boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: “ De vrome rechtvaardigen zullen een voor een deze wereld verlaten (sterven) totdat alleen maar het uitschot van de mensen overblijft zoals afval van gerst of dadels en Allah bekommert zich niet om hen.” Zie al-Djaami’ as-Sah’ieh’ (7934).

Ah’mad, al-Boekhaarie, Moeslim en at-Tirmidzie hebben overgeleverd via Enes dat hij zei: “Zal ik jullie berichten met een overlevering waarna na mij jullie niemand hierover kan berichten. Ik hoorde de profeet van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zeggen: “Tekenen van het Uur is dat de kennis afneemt, en onwetendheid zich verspreidt, overspel zal wijdverspreid zijn, en de vrouwen zullen in overvloed aanwezig zijn en de mannen zullen in de minderheid zijn zelfs totdat één man voor 50 vrouwen zal zorgen (dat 1 op 50 zal zijn).”  Overgeleverd door al-Boekhaarie (79) en Moeslim (4825) en Ah’mad (12735) at-Tirmidzie (2131).

at-Tabarani heeft overgeleverd van Sahl ibn Sa’d: “De boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: “In de laatste periode tegen het einde van de wereld zal er een Khasf en Qedf en Maskh zijn wanneer muziekinstrumenten zang en zangeressen zullen verschijnen en alcohol legitiem gezien wordt en vrijelijk wordt geschonken.” Sahieh al-Djaami’ (3665). Khasf is het laten wegzinken in de aarde, Qadf is een storm van hagelstenen en Maskh is het veranderen van gestalten. 

Al deze teksten geven expliciet aan dat de tijd van het Uur naderende is en de zonden en misdaden de voortekenen ervan zijn. De ongelovigen sluiten uit dat het Uur zal naderen en geloven er niet in, maar de beslissing en het bevel is bij Allah (de Verhevene) zoals Hij zegt: “Voorwaar, zij (de ongelovigen) zien haar (de bestraffing) van ver weg. Maar Wij zien haar van nabij.” (Soerat al-Ma’aaridj (70) aayah 6-7). 

Wij vragen Allah redding en de veiligheid en welzijn in deze wereld en in  het Hiernamaals, en alle lof is aan Allah, de Heer der werelden.

Bron: Sheikh Mohammed Saalih' al-Moenadjied.


AL.ISLAAM.COM
Uw mobiele kennisbron over de Islaam

BESCHIKBAAR OP DE VOLGENDE APPARATEN