Ik kom uit een christelijk gezin en ik woon met hen in hetzelfde huis. Mijn familie is altijd gewend geweest om het voedsel te zegenen voor het eten. Bijvoorbeeld, voordat wij beginnen met het diner worden de handen in een gevouwen en zij vragen ‘Iesaa om hun voedsel te zegenen en danken hem hiervoor. Soms vragen zij ‘Iesaa rechtstreeks in hun smeekgebeden en de andere keer zeggen ze "hun Vader die in de hemel zijt". En aangezien ik een lid ben van de familie, vragen zij mij om met hen om de tafel te zitten en samen met hen te eten. En dit voorval stoort mij enorm en ik weet dat het niets te maken heeft met mijn religie (Islaam). Bega ik hierdoor een grote Shirk (afgoderij) of heb ik mij mijzelf onrecht aangedaan hierdoor, zelfs als ik niet geloof in wat ze zeggen? In feite is dit belangrijk voor mij en dit wordt voortdurend herhaald, en als ik weiger te gaan zitten om met hen te eten, heb ik het gevoel dat zij afkeer van mij en mijn geloof zullen hebben en mij kwalijk nemen. Wat moet ik doen?
Alle lof is voor Allah.
Allereerst:
Wij prijzen Allah (de Verhevene) voor het feit dat Hij jou heeft geleid tot de Islaam, en we vragen Hem om al je familie te leiden met de Islaam. Wij raden jou vriendelijk en mededogend te zijn in de omgang met hen en in het uitnodigen van hen tot de Islaam, en ernaar te streven om hen te begeleiden opdat zij worden geleid naar de Islaam. Dit is het grootste wat je kunt aanbieden aan hen.
Ten tweede:
Het vragen van ‘Iesaa om de voedsel te zegenen behoort tot de grote Shirk (afgoderij), omdat dit het aanroepen van iemand naast Allah is. Derhalve is het niet toegestaan hieraan deel te nemen, of hierover te zwijgen terwijl men in staat is dit te ontkennen. Wie niet in staat is dit met zijn tong te ontkennen, ontkent het met zijn hart en de plaats te verlaten uitgaande van de uitspraak van Allah (de Verhevene): “En Hij heeft jullie al in het Boek (de Qor-aan) geopenbaard, dat als jullie de Verzen van Allah horen, en zij worden verworpen en bespot, dat jullie niet met hen (die dit doen) zitten, totdat zij op een ander gesprek overgaan. Anders zouden jullie als hen zijn. Voorwaar, Allah zal de huichelaars en de ongelovigen allen in de Hel verzamelen.” (Soerat an-Nisaa-e (4) aayah 140).
Al-Djassaas zei in “Ah’kaam al-Qor-aan” (2/407): "Dit vers geeft aan dat het verplicht is om het verwerpelijke dat uitgevoerd wordt af te wijzen. En hiertoe behoort het tonen van afschuw indien het niet mogelijk is het verwerpelijke te verwijderen en de plaats te verlaten waar dit verwerpelijke is en de plaats te verlaten tot de situatie verandert.” Einde citaat.
Daarom is het verplicht het aanroepen van ‘Iesaa in hun smeekgebeden te ontkennen of op te staan en de plaats te verlaten wanneer zij hiermee beginnen. Misschien is het beter om wat later te komen totdat zij beginnen met de maaltijd zodat u niet hun Shirk smeekgebeden hoort.
Als de familie naar jou luister en de uitnodiging tot de Islaam accepteert, dan is het aan u om aan te geven waarom u opstaat of later komt wanneer zij ‘Iesaa aanroepen. Verder dient u te verduidelijken dat het aansporen tot het goede en het verwerpen van het slechte een hele grote gewicht heeft in de Islaam, en dat de Islaam nooit aanvaard dat er iets of iemand naast Allah aanbeden of aangeroepen wordt en zijn volgelingen niet toestaat te luisteren naar het verwerpelijke en deze te aanvaarden.
We vragen Allah om je kennis en leiding te vergroten.
En Allah weet het beste.
Bron: Sheikh Mohammed Saalih' al-Moenadjied.