Ik las in een aantal overleveringen over een merkwaardige man die verscheen in de tijd van de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) waarvan de naam “Ibn Sayaad” of “ibn Saa-ied” was. Wie was deze man en wat is zijn werkelijkheid?
Alle lof zij God
De naam van ibn Sayyaad was Saafi, er is ook gezegd dat zijn naam ‘Abdullah ibn Sayyaad of Saa-ied was.
Hij behoorde tot de joden van de stad al-Medinah, en hij was klein toen de boodschapper (Allah’s vrede en zegen zij met hem) in al-Medinah arriveerde. Er is ook gezegd dat hij zich heeft bekeerd tot de Islaam.
Ibn Sayaad was een bedrieger, hij verrichtte magie en sprak zowel leugens als waarheid. Zijn toestand werd bekend onder de mensen, en er werd aangenomen dat hij de Dadjjaal was. De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) wilde zijn situatie weten en zijn zaak verduidelijken aan de mensen. Hij ging stilletjes naar hem zodat hij zijn aanwezigheid niet opmerkte in de hoop iets van hem te horen. De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) stelde hem een aantal gerichte vragen die zijn ware aard onthullen. Hij leefde na de dood van de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) en hij werd op de dag van al-H’oerrah vermist.
Het verhaal van de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) met Ibn Sayyaad:
''Omar ibn al-Khattaab (moge Allah tevreden met hem zijn) ging samen met de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) en een groep mensen naar Ibn Sayyaad, en ze troffen hem spelend met een paar kinderen aan in de buurt van de kantelen van Banoe Maghalah. In die tijd was Ibn Sayyaad in het begin van de puberteit, hij had niet door dat er iemand in zijn buurt was tot de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) hem op de rug klopte. De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei tegen hem: 'Getuig je dat ik de boodschapper van Allah ben?' Ibn Sayyaad keek naar hem en zei: 'Ik getuig dat jij de profeet van de ongeletterden bent.' Toen zei Ibn Sayyaad tegen de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem): 'Getuig je dat ik de boodschapper van Allah ben?' De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) verwierp dit en zei: 'Ik geloof in Allah en Zijn Boodschappers.' Toen vroeg de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) hem: 'Wat zie je?' Ibn Sayyaad zei: 'Soms komt er een waarheidslievend persoon naar mij toe en soms een leugenaar.' De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei tegen hem: 'Je bent in de war,' toen zei hij: 'Ik hou iets voor jou verborgen.' Ibn Sayyaad zei: 'Dat is Doekh.' De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: 'Stil! Je bent niet in staat om iets boven je macht te doen.' 'Oemar ibn al-Khattab zei: 'O boodschapper van Allah, moet ik hem onthoofden?' De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem)(Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: 'Als hij (de Dadjaal) is dan ben je niet in staat hem te bedwingen en als hij dat niet is, dan zal hem doden je geen goed doen.' Salim ibn 'Abd Allah zei: 'Ik hoorde 'Abd Allah ibn 'Omar zeggen: 'Daarna ging de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) en 'Oebayy ibn Ka'b naar de palmen waar Ibn Sayyaad was. De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) verborg zich achter een boom met de bedoeling om Ibn Sayyaad af te luisteren voordat Ibn Sayyad hem zag. De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zag hem op een bed liggen en (hoorde hem) onder een deken mompelen. De moeder van Ibn Sayyaad zag de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) achter de boom verscholen en zei tegen haar zoon: 'O Saf (de voornaam van Ibn Sayyaad), Mohammed is hier!' Ibn Sayyaad sprong op en de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: 'Als je hem alleen had gelaten, zou hij een verklaring over zichzelf hebben afgelegd.' Overgeleverd door Imaam al-Boekhaarie (1355)
Is ibn Sayaad de werkelijke Dadjjaal?
In de voorgaande overlevering waarin sommige situaties van ibn Sayaad beschreven staan, en waarin de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) hem een paar gerichte vragen stelde, is af te leiden dat de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) niet bevestigde dat ibn Sayaad de valse Messias was, want er kwam hem geen openbaring dat hij de Dadjjaal was of juist niet. Veel van de metgezellen dachten dat ibn Sayaad de Dadjjaal was. 'Omar ibn al-Khattaab zwoor dat hij de Dadjjaal was in aanwezigheid van de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) en de metgezellen en hij keurde dit niet af.
Mohammed ibn Moenkadir zei: 'Ik zag Djaabir ibn 'Abdoellaah bij Allah zweren dat Ibn Sayyaad de Dadjjaal was, en ik vroeg hem daarom: 'Zweer je dat bij Allah?' Hij zei: 'Ik hoorde 'Omar hierover in de aanwezigheid van de profeet zweren en de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) keurde dit niet af.' Overgeleverd door Imaam al-Boekhaari (6808).
Ibn 'Oemar heeft een vreemde voorval meegemaakt met ibn Sayyaad dat gekomen is in Sahieh Moslim. Naafi’ zei: “Ibn ‘Oemar ontmoette ibn Sayyaad op sommige wegen in al-Medinah en hij zei iets tegen hem waardoor ibn Sayyaad kwaad werd. Ibn Sayaad raakte hierdoor zo opgeblazen dat hij de weg vulde. Ibn ‘Oemar ging bij H’afsah binnen en zei was op de hoogte van het voorval en zei tegen hem: “Moge Allah je barmhartig wezen…wat wilde je van ibn Sayyaad?! Weet je niet dat de boodschapper (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft gezegd dat Dadjjaal tevoorschijn zal komen wanneer hij heel erg boos wordt?!” Overgeleverd door Imaam Moeslim (2932).
Toen ibn Sayyaad opgroeide probeerde hij zich te verdedigen en verwierp hij dat hij de Dadjjaal was, hij liet ook zijn ontevredenheid blijken van deze verdachtmaking. Hij beargumenteerde dit door de stellen dat de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) eigenschappen heeft genoemd van de Dadjjaal die niet van toepassing waren op hemzelf.
In een overlevering die overgeleverd van Aboe Sa’ied al-Khoedri (moge Allah tevreden met hem zijn) zei hij: "We vertrokken als pelgrims en met ons was ibn Sayaad. Wij sloegen onze kampen op en de mensen verspreidden zich, ik bleef alleen achter met ibn Sayyaad, ik voelde mij helemaal niet op mijn gemak vanwege wat er over hem gezegd werd. Hij kwam met zijn bepakking en zette deze met mijn bepakking, ik zei tegen hem: “Als je jouw bepakking eens onder die boom zette…?” En dit deed hij ook. Een kudde schapen kwam langs en hij vertrok en kwam terug met een kan met melk en zei: “Drink o Aboe Sa’ied!” Ik zei: “Het is warm en de melk is warm…”Ik haatte het om te drinken uit zijn hand” of hij zei: “het nemen van iets uit zijn hand.” Hij zei: “O Aboe Sa’ied, Ik zat te denken aan een touw die ik aan die boom zal binden om mijzelf op te hangen vanwege wat de mensen over mij vertellen. O Aboe Sa’ied, zijn de overleveringen van de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) voor jullie verborgen terwijl jullie de Ansaar zijn?! Is het niet zo dat jij tot de mensen behoort die het meest weten over de overleveringen van de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem)?!
Heeft de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) niet gezegd dat de Dadjjaal een ongelovige is en ik ben een moslim?! Heeft de boodschapper van Allah niet gezegd (Allah’s vrede en zegen zij met hem) dat de Dadjjaal steriel is en geen kinderen kan verwekken en ik heb mijn kinderen achtergelaten in al-Medinah?! Heeft de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) niet gezegd dat de Dadjjaal noch al-Medinah noch Mekkah binnen zal gaan, en zie: ik kom uit al-Medina en ga nu naar Mekkah?!” Aboe Sa’ied wilde bijna zijn excuses aanvaarden en toen zei ibn Sayyaad: “Bij Allah, ik ken Dadjjaal en weet waar hij geboren is en waar hij zich nu bevindt.” Aboe Sa’ied zei tegen hem: “Moge de rest van de dag jouw verlies brengen!” Overgeleverd door Imaam Moslim (5211). In een andere overlevering zie ibn Sayyaad: “Bij Allah, ik weet nu waar hij zich bevindt en ken zijn vader en moeder.” Er werd tegen hem gezegd: “Zou je het verblijden dat jij deze man bent?!” Hij antwoordde: “Als dit mij wordt voorgesteld zou ik dit niet afkeuren…” Overgeleverd door Imaam Moeslim (5210).
Er is onduidelijkheid met betrekking tot ibn Sayyaad onder de geleerden en zijn situatie is niet helemaal duidelijk. Sommigen zeggen dat hij de Dadjjaal is, anderen zeggen dat hij niet de Dadjjaal is, en eenieder heeft zijn bewijzen en argumenten waardoor hun meningen niet eenstemmig zijn. Ibn H’adjar heeft getracht te combineren tussen deze uitspraken en zei: “Het verenigen tussen de overlevering van Tamiem ad-Daarie en het gegeven dat ibn Sayyaad de Dadjjaal is dat de echte Dadjjaal degene is die hij vastgeboden zag tijdens hun bootreis en ibn Sayyaad een Shaytaan is die de gedaante van de Dadjjaal heeft totdat hij zal vertrekken naar Asfahaan en zich zal voegen tot zijn metgezel, tot de tijd aanbreekt waarin Allah de Almachtige beslist dat de Dadjjaal tevoorschijn zal komen.” Zie Fet-h’ al-Baarie (13/328).
Er is ook gezegd dat ibn Sayyaad een van de kwakzalvers en bedriegers is en niet de grote Dadjjaal is.
En Allah weet het beste.
Bron: Sheikh Mohammed Saalih' al-Moenadjied.