Mijn vrouw was zwanger van een tweeling, plots kreeg zij weeën en zij voelde dat er waterigheid was in haar buik, direct bezocht zij een vrouwelijke arts en zij vertelde dat een van de foetussen zojuist is gestorven omdat hij van de vloeistof dronk in de baarmoeder. Zij ging direct naar het ziekenhuis en onderging een keizersnede om de tweede foetus te redden, en die werd levend geboren, en alle dank is voor Allah. Ik heb een vraag over de overleden foetus, hoe zal hij wederopgewekt worden op de Dag de der Opstanding? Zal hij als een jongeman wederopgewekt worden zoals wij, of hoe?
Alle lof is voor Allah.
De geleerden zijn het erover eens dat het lot van islamitische kinderen –als zij gestorven zijn nadat de ziel wordt ingeblazen en vóór het bereiken van de volwassenheid– het Paradijs is, als vrijgevigheid en edelmoedigheid van Allah aan hen en aan hun ouders, en de barmhartigheid van Hem dat alles omvat.
Dan, door het bestuderen van de teksten over de toestand van islamitische kinderen in het ‘Barzakh’(leven in het graf), vervolgens bij de wederopstanding, de afrekening de Dag des Oordeels, en vervolgens het binnentreden van het Paradijs, kunnen we hun ‘reis’ splitsen in de volgende fasen:
1 – Wat betreft hun situatie tijdens het leven in de ‘Barzakh’: het is bevestigd dat zij na hun dood snel overgebracht worden naar het Paradijs, en dat hun zielen geniet van de geneugten van het Paradijs onder de zorg van onze vader Ibraahiem (vrede zij met hem):
Dit is vermeld in de overlevering van Samoerah ibn Djoendoeb (moge Allah tevreden met hem zijn):
Samoerah ibn Djoendab (moge Allah tevreden met hem zijn) verhaalde: “Allah's boodschapper (Allah’s vrede en zegen zij met hem) vroeg heel vaak aan zijn metgezellen: “Heeft iemand van jullie een droom gezien?” Aldus werden dromen aan hem verteld door degenen van wie Allah wilde dat zij het vertelden. Op een morgen zei de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem): “Afgelopen nacht kwamen er twee personen (engelen) bij mij (in een droom) en maakten mij wakker en zeiden tegen mij: “Vertrek met ons.” Ik vertrok met hen. En de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) vertelde over vele zaken die hij gezien had. Daarna zei hij: “Dus gingen we verder totdat we bij een tuin van zware groene dichte vegetatie kwamen, met allerlei kleuren van de lente. In het midden van de tuin was een zeer lange man en ik kon zijn hoofd amper zien vanwege zijn grote lengte en rondom die man waren kinderen, in zo'n groot aantal dat ik nog nooit heb gezien. Ik zei tegen mijn metgezellen: “Wie is dit, en wie zijn dat?!” Zij antwoordden: “Ga verder, Ga verder.”
Aan het einde vertelden de engelen de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem):
“En de lange man die je zag in de tuin is Ibraahiem (vrede zij met hem) en de kinderen om hem heen zijn de kinderen die stierven met al-fitrah (het islamitische geloof van monotheïsme.)'" De overleveraar voegde toe: “Sommige moslims vroegen de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem): “O boodschapper van Allah! Wat betreft de kinderen van al-moeshrikoen (de polytheïsten, heidenen, afgodenaanbidders en ongelovigen in de Eenheid van Allah en in Zijn boodschapper Mohammed (Allah’s vrede en zegen zij met hem)?” De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) antwoordde: “En ook de kinderen van al-moeshrikoen.” Overgeleverd door al-Boekhaari (7047).
‘Abdoellah Ibn Mas’oed (moge Allah tevreden met hem zijn) zei: "De zielen van de kinderen van gelovigen zijn als vogels die rondvliegen in de Tuinen van het Paradijs. Ze zullen vliegen naar lampen die hangen aan de Troon.” Einde citaat. Overgeleverd door Ibn Aboe H’aatim met zijn keten. Zie Tefsier al-Qor-aan al-Adhzeem: 7/148).
2 – Wanneer de Opstanding plaats vindt en de mensen uit hun graven wederopgewekt worden, worden ook de kinderen wederopgewekt in hun jeugd en jonge leeftijd waarop zij stierven. Zij zullen de voorspraak doen voor hun ouders en hen –met de Barmhartigheid van Allah– het Paradijs binnenleiden. Het is overgeleverd dat Aboe Hassaan (moge Allah tevreden met hem zijn) zei: “Ik zei tegen Aboe Hoerayrah (moge Allah tevreden met hem zijn): ”Ik heb twee kinderen verloren! Heb je een overlevering van de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) waarmee je ons enigszins kunt troosten van het verlies van onze doden?” Aboe Hoerayrah zei: “O Jawel!” De kleine kinderen zullen de Paradijselijke klein kinderen (Da’aamies) zijn. Eén van hen ontmoet zijn ouders en hij zal hen bij de kleding pakken zoals ik nu het uiteinde van jouw kledingstuk beetpak. Of hij zal hen bij de hand nemen. Hij zal hen niet loslaten totdat Allah hen en de ouders het Paradijs laat betreden.” Overgeleverd door Imaam Moeslim: 2635.
Ibn al-Athier: "Het woord “Da'aamies is de meervoud van “Da’moos”, dit heeft de betekenis van een kleine waterdiertje dat leeft in het water. Het kan ook de betekenis hebben van “overal gaan waar het wil”.Dat wil zeggen dat zij rondwandelen in het Paradijs, en de paleizen binnengaan en niemand houdt hen tegen waar zij ook naar willen gaan. Net zoals jonge kinderen in deze wereld niet de toegang geweigerd worden wanneer zij ergens naar binnen willen gaan, zoals bij het binnengaan bij de vrouwen.” Einde citaat uit “an-Nihaayah” van ibn al-Atheer –moge Allah hem genadig zijn- :2/279.
Deze h’adieth geeft duidelijk aan dat kinderen op hun leeftijd blijven en in hun kindertijd wanneer zij wederopgewekt worden, en tijdens het afleggen van verantwoording en afrekening. Zelfs de foetus zal blijven zoals de dag waarop zijn moeder miskraam had.
3 – Wanneer de mensen van het Paradijs het Paradijs betreden, en hun intrek nemen in hun paleizen, zeggen sommige geleerden dat hun leeftijd, zowel de ouderen als de jongeren, drieëndertig jaar zal zijn, ze zullen nooit vergrijzen en nooit oud worden. Ze zullen voor eeuwig genieten van hun jeugdige leeftijd: de leeftijd van drieëndertig jaar. Allah zal de leeftijd van het jonge kind vermeerderen en de leeftijd van de oudere verminderen totdat zij allen de perfecte leeftijd hebben: drieëndertig jaar.
Moe’aad ibn Djabal (moge Allah tevreden met hem zijn) verhaalt dat de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: “De mensen van het Paradijs zullen het Paradijs binnengaan, terwijl zij onbehaard zijn en geen baard hebben en hun oogleden zullen geaccentueerd zijn. Hun leeftijd zal drieëndertig jaar zijn.” Overgeleverd door at-Tirmidzie (2545) en hij zei dat deze overlevering Hassan Ghareeb is. Overgeleverd door Ah’med in zijn Moesned: 2/315 van de overlevering van Aboe Hoerayrah. Deze overlevering is authentiek verklaard door de h’adiethgeleerden waaronder al-Haythamie in “Moedjma’ az-Waa-ied”: 10/402 en authentiek verklaard oor Aboe H’aatim in “al-‘Ielal”: 3/272. En tevens als Sah’ieh’ verklaard door Sheikh al-Albaanie in as-Sielsielah as-Sah’ieh’ah: 6/1224.
Aboe Sa'eed al-Khoedrie (moge Allah tevreden met hem zijn) levert over –en de keten (Isnaad) van deze overlevering is als zwak gekwalificeerd door h’adiethgeleerden– dat de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: “Wie sterft van de mensen van het Paradijs terwijl hij jong of oud was zal teruggevorderd worden naar de leeftijd van een dertiger in het Paradijs. Ze zullen nooit meer ouder worden dan deze leeftijd, en dit geld ook voor de mensen van de Hel.” Overgeleverd door at-Tirmidzie (2562) en hij heeft deze overlevering als zwak (Dha’ief) gekwalificeerd. Hij zei: “Wij kennen deze overlevering alleen via ibn Sa’d.” Ibn Ma’een zei: “Deze overlevering is niet berust op authenticiteit.” Sommige geleerden van kennis van de metgezellen en Taabi’ien zijn de mening toebedeeld dat degenen die sterven van de kinderen van moslims voor het bereiken van de volwassenheid de bedienden van het Paradijs zullen zijn. Ze zullen rondgaan met drank, eten en paradijselijke delicatessen. Dit zijn hen die genoemd zijn in de uitspraak van Allah (de Verhevene): “Onder hen gaan eeuwig jeugdigen rond. Met bokalen en kannen en glazen, gevuld aan een stromende bron.” (Soerat al-Waaqie’ah (56) aayah 17-18). En de uitspraak van Allah (de Verhevene): “En onder hen gaan jongelingen rond die lijken op welbewaarde parels.” (Soerat at-Toor (52) aayah 17-18). Alsmede de uitspraak van Allah (de Verhevene): “En onder hen wordt rondgegaan door eeuwig jeugdigen. Als jij hen ziet, dan denk jij dat zij verstrooide parels zijn.” (Soerat al-Insaan (76) aayah 19).
Dit is vermeld door de grote geleerd Ibn al-Qayyiem (moge Allah hem genadig zijn) via 'Ali ibn Abie Taalib (moge Allah tevreden met hem zijn) en H’asan al-Basri –moge Allah hem genadig zijn–, maar hij koos de mening dat deze jongelingen die ten dienste zijn van de mensen van het Paradijs geschapen zijn in het Paradijs zoals de H’oor al-‘Ien. Zij zijn niet de gestorven islamitische kinderen van de mensen van wereld, en zei hij: "De kinderen van de mensen zullen op de Dag der Opstanding drieëndertig jaar zijn.” Einde citaat uit “Haadie al-Arwaah’ ielaa Bilaad al-Afraah’” blz. 309-311.
Wellicht is de tweede visie de meest juiste uitspraak in deze kenniskwestie vanwege de eerder vermelde overlevering van Aboe Hoerayrah dat hierover is gekomen: “De kleine kinderen zullen de Paradijselijke kleine kinderen (Da’aamies) zijn.” En deze overlevering die de geleerden van deze mening als bewijs hebben genomen is authentieker.
Imaam al-Manaawie (moge Allah hem genadig zijn) zei: "Ze zullen rondwandelen in het Paradijs, hun paleizen binnengaand en niemand houdt hen tegen waar zij ook naar willen gaan. Net zoals jonge kinderen in deze wereld niet de toegang geweigerd worden wanneer zij ergens naar binnen willen gaan, zoals bij het binnengaan bij de vrouwen.”
En Allah weet het beste.
Bron: Sheikh Mohammed Saalih' al-Moenadjied.