Dadjjaal zal alle steden binnengaan, behalve Mekka en al-Medinah
Zal de Dadjjaal rond alle delen van de wereld gaan of zullen de mensen naar hem toe komen? En zullen alle levende mensen hem tegenkomen wanneer hij tevoorschijn komt? Is het mogelijk voor sommige mensen om van hem te vluchten en hem niet te ontmoeten en ook niet te zien? Want ik heb gelezen in sommige overleveringen van de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) dat er sommige mensen van de Dadjjaal zullen wegluchten naar de bergtoppen.
Alle lof is voor Allah.
De Dadjjaal (Antichrist) zal uit het oosten komen, en zal de aarde rondgaan en geen plaats laten of hij zal er heen gaan, behalve Mekka en al-Medinah, de Aqsa-moskee en de moskee “Toor”. Hierover zijn er authentieke overleveringen gekomen.
Imaam at-Tirmidzie (2237) heeft overgeleverd van Aboe Bakr (moge Allah tevreden met hem zijn) dat hij zei: “De boodschapper (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft ons bericht: “De Dadjjaal zal tevoorschijn komen uit het oosten, uit een plaats die “Khorasan” (Khorasan of Chorasan: provincie in het noordoosten van Iran) heet.” Deze overlevering is authentiek verklaard door Sheikh al-Albaanie in Sah’ieh’ at-Tirmidzie.
Imaam al-Boekhaarie (1881) en Moslim (2943) hebben van Enes ibn Maalik (moge Allah tevreden met hem zijn) overgeleverd dat de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: “Er is geen stad of de Dadjjaal zal deze binnengaan, behalve Mekka en al-Medinah. Er is geen ingang die leidt naar deze twee steden of er is wel een staande engel die deze twee steden bewaakt. De stad al-Medinah zal drie maal beven en vervolgens zal elke ongelovige en hypocriet de stad verlaten."
Imaam Moeslim heeft overgeleverd via Faatimah de dochter van Qays in het verhaal van Tamiem ad-Daarie en al-Djassaasah dat de Dadjjaal tegen hen zei: “Ik heb bijna toestemming om te verschijnen. Ik zal dan verschijnen en ik zal over heel de aarde reizen voor veertig dagen en ik zal geen enkele stad verlaten zonder er binnen te gaan, behalve Mekka en al-Medinah, mij wordt verhinderd er binnen te gaan, want elke keer als ik probeer om er binnen te gaan, is er een engel met een zwaard zonder omhulsel in zijn hand, die mij verhindert er binnen te gaan. Bij elke ingang zullen de engelen zijn die hen beschermen.” Faatimah zei: “De boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei terwijl hij met een stok op de preekstoel sloeg: “Dit is Tayyiba, dit is Tayyiba, dit is Tayyiba.” Oftwel: al-Medinah.
Er is een gebod gekomen van de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) om te vluchten van de Dadjjaal wanneer hij zal verschijnen uit vrees door hem beproefd te geraken vanwege de wonderen en het bovenzinnelijk wat met hem zal zijn. Een man zal naar hem gaan, denkende dat hij een sterk geloof en standvastigheid heeft en plots zal hij hem volgen.
Aboe Daawoed (4319) en Ahmad (19888) hebben van 'Imraan ibn H’oesayn overgeleverd dat de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: "Wie hoort van de Dadjjaal dient van hem te weg te vluchten, bij Allah een man zal naar de Dadjjaal gaan en denken dat hij een sterke gelovige is en toch volgen vanwege de verlokkingen die hij met zich zal hebben.” De overlevering is authentiek geclassificeerd door Sheikh al-Albaanie in Sah’ieh’ Aboe Daawoed.
Deze h’adieth geeft aan dat het mogelijk is aan hem te ontsnappen en van hem te vluchten. De boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft degenen die de Dadjjaal meemaken opgedragen om van hem te vluchten en de beginverzen van Soerat al-Kahf te lezen zoals overgeleverd door Imaam Moslim (2937).
At-Tayyib zei: “Het lezen ervan betekent het veilig zijn van zijn beproeving.”
Aboe Daawoed (4331) heeft toegevoegd aan de overlevering: “Het is jullie bescherming van zijn beproeving.” Sahieh Aboe Daawoed (3631).
We vragen Allah om ons te beschermen tegen zij kwaad en zijn beproeving.
En Allah weet het beste.
Bron: Sheikh Mohammed Saalih' al-Moenadjied.
