Vraag & Antwoord

Ya-edjoedj en Ma-edjoed (Gog en Magog)

Wie zijn Ya-edjoedj en Ma-edjoedj (Gog en Magog)?

Ya-edjoedj en Ma-edjoedj zijn twee volkeren die behoren tot de kinderen van Aadam die nu reeds aanwezig zijn. Allah (de Verhevene) zegt namelijk, wat als volgt vertaald kan worden: "Totdat hij (het gebied) tussen de twee bergen bereikte, trof hij ervoor een volk dat (hem) nauwelijks kon begrijpen. Zij zeiden: "O Dzoe l-Qarnayn, voorwaar, Ya-edjoedj en Ma-edjoedj zijn verderfzaaiers op aarde. Zullen wij jou een vergoeding geven opdat jij tussen ons en hen een afscheiding plaatst." Dzoe l-Qarnayn zei: "(De macht) waarmee mijn Heer mij heeft begunstigd is beter. Helpt mij daarom met kracht, opdat ik een sterke muur tussen jullie en hen zal bouwen. Brengt mij brokken ijzer." Totdat hij de ruimte tussen beide bergen gevuld had, zei hij: "Blaast!" Totdat het roodgloeiend (net als vuur) werd, zei hij: "Brengt mij gesmolten ijzer om het erover heen te gieten." En zij waren niet in staat om het te beklimmen, noch in staat om er doorheen te breken. Hij (Dzoe l-Qarnayn) zei: "Dit is een Barmhartigheid Die afkomstig is van mijn Heer. Maar als de Belofte van mijn Heer komt, maakt Hij het tot stof. En de Belofte van mijn Heer is Waarheid." (Soerat al-Kahf (18) aayah 93-98).

Ook zegt de profeet (Allah's vrede en zegen zij met hem): "Allah zegt op de Dag des Oordeels: ,,O Aadam, sta op en zend de groep van jouw nageslacht (die bestemd is) voor het Vuur..." Totdat hij (Allah's vrede en zegen zij met hem) zegt: ,,Wees blij, want (tot diegenen) behoort één van jullie en duizend van Ya-edjoedj en Ma-edjoedj." (Overgeleverd door al-Boekhaari en Moeslim).

En het naar buiten komen van Ya-edjoedj en Ma-edjoedj uit de plaats waar ze nu gevangen worden gehouden, is reeds in de tijd van de profeet (Allah's vrede en zegen zij met hem) ingewijd. Zo staat er in een overlevering van Oemmoe H'abiebah (moge Allah tevreden met haar zijn) dat de profeet (Allah's vrede en zegen zij met hem) op een dag angstig en met een rood aangelopen gezicht naar buiten kwam en zei: "Laa ilaaha illa llaah (er is geen god die met recht aanbeden wordt dan Allah). O wee de Arabieren voor een kwaad dat bijna is aangebroken. Vandaag is de dam van Ya-edjoedj en Ma-edjoedj voor een deel geopend ter grootte hiervan." En hij maakte een cirkel met zijn duim en wijsvinger." (Overgeleverd door al-Boekhaari en Moeslim).

Bron: Fataawaa Arkaan al-Islaam, blz. 102 van Sheikh Moh'ammed ibn Saalih al-"Oethaymien.


AL.ISLAAM.COM
Uw mobiele kennisbron over de Islaam

BESCHIKBAAR OP DE VOLGENDE APPARATEN