De aanhangers van deze sekte denken dat de boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegen zij met hem) een gave had waarmee hij het universum beheert. Amdjad 'Alie zegt: "De profeet (Allah's vrede en zegen zij met hem) is een totale plaatsvervanger van Allah Verheven en Geprezen is Hij. Het gehele universum is onderlegd aan zijn beheersing. Hij doet wat hij wil, geeft wat hij wil aan wie hij wil en neemt datgene wat hij wil. Er is niemand tussen de wereldbewoners die in staat is om zijn heerschap en leiderschap te laten vervallen. Hij is de Heer van de zonen van Adam. Degene die hem niet als een Heer en Eigenaar van de werelden ziet, wordt de zoetigheid van de Soennah van ontnomen. Een andere claim is dat Mohammed (Allah's vrede en zegen zij met hem) en de vrome mensen na hem de mogelijkheid hebben om het universum te beheersen”.
Ahmad Reda Khan zegt:"O Helper (hij bedoeld O Abdel-Qader Al-djaylaanie) help me". De gave van: "wees!" (scheppen met slechts het uitspreken van dit woord zoals Allah dat kan) behoort tot de gaven die Allah Zijn boodschapper Mohammed (Allah's vrede en zegen zij met hem) heeft toegekend. Alles wat van je afkomstig is, is een aanduiding op de mogelijkheid om te regelen wat je wilt. Voorwaar, jij bent degene die alles regelt achter het gordijn".
Ze overdrijven in het prijzen van de boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegen zij met hem) totdat zij hem de rang van Godheid hebben gegeven.
Ahmad Reda zegt in de tuinen der bakh-sh-sh 2/104: ”O Mohammed (Allah's vrede en zegen zij met hem) ik kan je niet benoemen als Allah, maar ik kan geen scheiding maken tussen jullie. Uw zaak laat ik toe aan Allah, hij kent uw werkelijkheid.
Ze overdrijven ook in het toekennen van bepaalde Eigenschappen die de waarheid over de boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegen zij met hem) tegenspreken, zelfs tot het punt waarop ze zeiden dat de Boodschapper het Onwaarneembare kende.
Ahmad Reda zegt in zijn boek de zuivere geloofsleer blz. 33 :"Allah (Verheven en Gezegend is Hij) heeft degene die de Qor-aan geopenbaard heeft gekregen, onze Heer en onze leider Mohammed (Allah's vrede en zegen zij met hem) alle kennis die er te vinden is in Al-lawh'Al mah'food (de beschermde schriften) [wat alleen Allah kent] bekend gemaakt”.
Ze hebben ook een geloofsprincipe (de geloofsprincipes van het waarnemen) toegekend aan de Boodschapper die beweren dat de profeet (Allah's vrede en zegen zij met hem) in hun visie aanwezig is en dat hij de handelingen van de schepsels in aller tijden en te aller locaties kan waarnemen.
Ahmad Yaar Khan zegt in zijn boek "de waarheid 1/160": "De religieuze betekenis van de aanwezige en de waarnemende is dat degene die de heilige kracht bevat in staat is om de universum te bekijken alsof hij naar zijn handpalm kijkt op de plek waar hij zich bevind. En hij hoort de stemmen die van ver en van dichter te horen zijn. Hij gaat de wereld rond in een oogflits. Degenen die smeken en hulp vragen dienen de menselijkheid van de profeet (Allah's vrede en zegen zij met hem) te ontkennen en hem tot een licht die tot het licht van Allah behoort laten behoren".
Ahmad yaar Khaan zegt in zijn boek "de zachte adviezen blz. 14:" De boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegen zij met hem) is een licht van de lichten van Allah. Alle schepsels zijn van zijn licht geschapen". Ahmad Reda Khaan zegt ook in zijn poëziestukken:"Wat is de waarde van deze klei en dit water als het Goddelijk licht niet plaats heeft genomen in het beeld van de mens."
Ze adviseren hun aanhangers om hulp en ondersteuning te vragen bij de profeten en vrome mensen. Degene die hen aangeeft dat dit niet toegestaan is, betichten ze van koefr (ongeloof).
Amdjad zegt in zijn boek "Bahaar Shari'at 1/122": “De ontkenners van het vragen van steun en hulp van vrome mensen en bij hun graven zijn atheïsten".
Ze richten graven op, bewonen het, cementeren het, steken kaarsen aan en zetten kandelaars daarin. Ze bieden beloftes aan en ze zoeken zegeningen bij de graven en geven er feesten voor. Ze zetten bloemen, tapijten en doeken erop. Ze roepen hun aanhangers aan om tawaaf (de rondgang die gewoonlijk om de Ka’ba in Mekka gedaan wordt) te doen om de tombes, zoekend naar de zegeningen daarvan.
Brielwies overdrijven heel erg in het heiligen van de personage Abdel-Qader Al-Djaylaanie. Ze haten andere vrome mensen die tot de Sofisten behoren. Ze kennen hun wonderbaarlijke onbedenkbare gaven toe, omsingeld met historische mythes.
Brielwies hebben ook de geloofsleer van "iesqaat" oftewel "vervalling". Dit is een liefdadige gift die gegeven wordt namens de overledene om de verlaten gebeden en het vasten en andere verplichtingen te vergeven. De waarde van de liefdadigheid die uitgegeven wordt voor ieder gebed en vasten die men niet verricht heeft is de waarde van de liefdadigheid van zakaat Al-fietr (de zakaat die na het vasten van Ramadan uitgegeven moet worden).
Ze gebruiken verschillende wegen om hun geloofsleer te omzeilen. Dit wordt gedaan door het geld wat zij uitgeven in een heel jaar voor het verlaten van de gebeden en het vasten, op een andere manier weer terug te krijgen en dan weer uit te geven.
Hun grootste feest is het vieren van de geboorte van de profeet. "Al-mawlied Annabawiey", waarbij gigantisch veel geld uitgeven wordt. Het is een heilige bekende dag bij hen, waarbij zij verschillende liedjes zingen waar de boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegen zij met hem) overdreven geprezen wordt en waar er verzonnen verhalen verteld worden. Ze lezen tijdens dit feest het boek getiteld:"Sorooroe Al-qoloob fie dhiekrie Al-mawlidie al-mah'boeb", "De blijdschap van de harten bij het gedenken van de geliefde geboorte". Dit is en werk van Ahmad Reda Khan , die hij gevuld heeft met mythes en fabels.
Huwelijken: Dit manifesteert zich in de bezoeken die zij brengen aan tombes en het zich verenigen bij die tombes. Dit gebeurde bijvoorbeeld bij het huwelijk van Sheikh Shaah Waarith in de stad Dyoeh, en het huwelijk van Al-khawaadjah Moe'ien dien Djatshie, waarbij miljoenen zich verzamelden, mannen en vrouwen door elkaar, waardoor verderf en verboden zaken ontstaan. Degene die het vasten en het gebed nalaten vinden zogenaamd een vergiffenis en verlossing bij die tombes. De grootste ontberingen en de allergrootste zonden in hun ogen worden begaan door die niet meedoet aan het vieren van de geboorte van de profeet of het meedoen aan wat zij Al-Faatieh'ah noemen, of het huwelijk.
Degene die niet tot de brielwies behoren worden bij hen als ongelovigen gezien. Ze hebben geen enkele vereniging en geen enkele groep of persoon gezien zonder hen ongelovigen te noemen. In hun boeken is het volgende vaak terug te vinden: “Degene die een ongelovige niet als ongelovig benoemd is een ongelovige”. Zij hebben vele onderwijzers en moslims die het goede willen zaaien en de verlossers van India uit de handen van de kolonisten ongelovig verklaard. Hun uitspraak heeft ook sheikh Ismael Ad-dahlawie bereikt, hij is één van de grote geleerden van India die innovaties en verzinsels bestrijdt. Tevens Mohammed ieqbaal en de voormalige president van Pakistan, Dayaa-e Al-h'aqq en vele van zijn ministers.
Ze bestempelen Sheikh Al-islaam Ibn taymieyyah ook met ongeloof en zeggen dat hij een dwaas is en iemand met een bedorven verstand. Hetzelfde geldt voor zijn student de geleerde Ibn Al-Qayyiem. Ze haten Al-imaam Sheikh Mohammed Ibn Abdel-Wahhab en richten aan hem de smerigste beschuldigingen en de ergste bewoordingen. Dit allemaal omdat hij tegen verzinselen, vernieuwingen in de geloofsleer en mythevorming heeft gestreden, uitnodigend naar het zuivere monotheïsme en aanbidding van Allah zonder toevoegingen die de mens aan de religie aanbrengt. Hun doeleinde is het breken van de eenheid van de moslims en hun krachten verloederen en verzwakken, hun in vele wegen van dwaling en onenigheid laten belanden zodat zij uiteindelijk de islam vernietigen.
Eén van hun innovaties is het kussen van beide duimen tijdens Al-adhaan (oproep tot het gebed) en het vervolgens vegen over de ogen. Zijn zien dit als vereiste, degene die het nalaat is een vijand van de boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegen zij met hem). Ze beweren dat degene die zijn ogen met zijn duimen veegt na de addaan nooit een oogziekte zal krijgen. Zie hun boek. "Moenier Al-'aynayn fie taqbielie Al-iebhaamayn", "De verlichting van de ogen bij het kussen van de duimen".