Vraag & Antwoord

Profetie komt niet voor bij vrouwen en de verduidelijking van de wijsheid hierachter

Waarom zijn alle profeten die gestuurd zijn mannen, en geen één vrouw onder hen was een profeet? Waarom kan het niet anders zijn de profeten alleen mannen zijn en nooit vrouwen? Moge Allah jullie rijkelijk belonen.

Alle lof is voor Allah.

Allereerst:

Een moslim twijfelt niet in het geloof dat Allah grootse wijsheden heeft in Zijn daden en één van Namen van Allah is al-H’aakiem en één van de attributen van Allah is al-H’iekmah (wijsheid).

Allah heeft geoordeeld dat één van de kenmerken mannelijkheid dient te zijn van de profeten en boodschappers. Sommige geleerden hebben een consensus over deze zaak genoemd, en Allah heeft hierin grootste wijsheden.

Sheikh ‘Oemar al-Ashqar (moge Allah hem beschermen) zei: “Het behoort tot de zaken waarmee Allah profeten uitverkoren heeft dat alle profeten die Allah gekozen heeft allemaal mannen waren, en niet één boodschapper was onder de vrouwen. De beperking van het zenden van boodschappers en profeten wordt weergeven in de uitspraak van Allah (de Verhevene): “En Wij hebben (niemand) vóór jou gezonden of zij waren slechts mannen aan wie Wij openbaarden. Vraagt dan de bezitters van kennis, indien jullie het niet weten.” (Soerat al-Anbiyaa-e (21) aayah 7.

De wijsheid van het feit dat profeten mannen waren is o.a. vanwege de volgende redenen:

1.Het profeetschap vereist openbare Da’wah, en het spreken van mannen en vrouwen, het ontmoeten van mensen zowel in het openbaar als in het geheim, het rondgaan op aarde, de confrontatie aangaan met de ongelovigen, het redetwisten met hen, het voorbereiden en aansturen van legers, en hevige veldslagen leveren en dit alles past bij mannen en niet bij vrouwen.

2. Profeetschap vereist dat de boodschap van de boodschapper gevolgd wordt, hij is degene die zijn volgelingen gebied en verbiedt, hij is de rechter onder hen en hun aanvoerder. Als dit allemaal toegeschreven zou worden aan een vrouw, zou dit niet op de perfecte manier bewerkstelligd worden, en zouden de mensen afzien van het volgen en gehoorzaamheid.

3. Mannelijkheid onder de mensen is completer, daarom heeft Allah de man de toezichthouder van de vrouw laten zijn: “De mannen zijn de toezichthouders over de vrouwen.” (Soerat an-Nisaa-e (4) aayah 34). De boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft ook bericht dat vrouwen een beperking hebben wat betreft hun verstand en religie

4. Vrouwen worden getroffen door zaken wat hen belemmert en weerhoudt tot de het uitvoeren van veel van de functies en taken, zoals menstruatie, zwangerschap, bevalling en geboortebloedingen wat allemaal gepaard gaat met mentale stoornissen, pijn en leed, en ook wat de pasgeborene eist van zorg en moederliefde. Dit alles leidt ertoe dat zij een vrijbrief heeft in het vervullen van de zware taak van profeetschap.” Einde citaat uit “ar-Rosoel war Risaalaat” (De boodschappers en boodschappen) blz. 84, 85.

Ten tweede:

Er zijn sommige geleerden zoals Aboe Hassan al-Ash’arie, al-Qortobi en ibn H’azm die van mening zijn dat er zich onder de vrouwen ook profetie was! Zoals Meryam de dochter van ‘Imraan. Hun bewijs hiervoor is wat gekomen is in de verzen waarin een openbaring is van de Almachtige tot de moeder van Moesaa, en wat er gekomen is van de woorden van de engelen tot Meryam, en ook haar uitverkorenheid boven de vrouwen van de werelden. En dit wat zij gezegd is niet de meest voor de hand liggende uitspraak.

Sheikh ‘Oemar al-Ashqar (moge Allah hem beschermen) zei: “Wat zij hebben genoemd is geen bewijs voor de bevestiging van het profeetschap van vrouwen. Het weerleggen van deze mening is vanuit verschillende gezichtspunten: 

Allereerst: Wij zijn het niet met eens met hun mening dat een profeet (Nabiey) niet opgedragen is te verkondigen mensen te begeleiden en in contact te staan met mensen. Onze mening is dat er geen verschil wat dit punt betreft tussen een Nabiey (profeet) en Rasool (boodschapper).Het verschil is het feit dat een profeet gezonden is om een eerder geopenbaarde wetgeving aan een boodschapper te verkondigen aan mensen. Er zijn vele redenen waardoor een vrouw niet in staat is een profetie te vervolmaken.

Ten tweede: het kan zijn dat de openbaring van Allah aan deze vrouwen zijn –zoals de moeder van Moesaa – was tijdens een droom en wij weten dat er openbaringen zijn die ten tijde van de slaap plaatsvinden en dit was veelvuldig het geval bij de profeten.

Ten derde: wij leggen ons niet bij neer bij hun uitspraak dat eenieder die door de engelen gesproken wordt een profeet is. In de h’adieth is gekomen dat Allah een engel stuurde naar een man die een bezoek bracht aan zijn broeder in het geloof in een andere stad. De engel vroege hem over de reden van zijn bezoek .Toen deze man aan de engel vertelde dat hij van zijn broeder houdt omwille van Allah, liet de engel hem weten dat Allah hem gestuurd had om hem te berichten dat Allah ook van hem houdt. En zo ook het verhaal van de kale man, de melaatse, en de blinde dat bekend is.

Aboe Hoerayrah (moge Allah tevreden met hem zijn) vertelde dat hij profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) het volgende heeft horen zeggen: "Allah (de Verhevene) wenste onder de Beni Israa-iel drie mensen te testen: een melaatse, een kale en een blinde. Hij stuurde een engel naar hen. De engel kwam bij de melaatse en vroeg hem: 'Wat zou u het liefst willen?' Hij antwoordde: 'Een goede kleur, een goede huid en kwijt te raken waar de mensen mij voor schuwen.' De engel streek over hem en de aandoening verliet de man, hij had weer een goede kleur en een goede huid. Hij vroeg hem wat hij in eigendom zou willen hebben, de man antwoordde: 'Kamelen'. Hem werd een vrouwtjeskameel gegeven die tien maanden drachtig was; en de engel zei: 'Moge Allah (de Verhevene) het voor u zegenen.'  Hierop kwam de engel bij de kale man en vroeg hem: 'Wat zou u het liefst willen?' Hij antwoordde: 'Mooi haar en de verwijdering van dat waardoor mensen mij schuwen.' De engel streek over hem en zijn aandoening verdween en hij kreeg mooi haar. Hierop vroeg hij hem: 'Wat voor eigendom zou u het liefst willen?' Hij antwoordde: dat hij graag vee wilde, dus werd hem een drachtige koe gegeven. De engel uitte de wens dat Allah (de Verhevene) het zou zegenen. Hierop kwam de engel bij de blinde man en vroeg hem: 'Wat zou u het liefst willen?' Hij antwoordde: 'Dat Allah mij mijn gezichtvermogen zou teruggeven zodat ik weer mensen kan zien.' De engel raakte hem aan en Allah gaf de man zijn gezichtvermogen terug. Hij vroeg toen wat voor eigendom de man wilde hebben en de man antwoordde dat hij schapen wilde, dus werd hem een drachtige ooi gegeven. De dieren vermenigvuldigden zich snel en al gauw had een van hen een vallei met kamelen,.de ander een vallei met runderen en de derde een vallei met schapen. 

De engel ging in de vermomming van de man die vroeger melaats was en zei tegen hem: 'Ik ben een arme man en mijn financiële middelen zijn tijdens mijn reis uitgeput geraakt, of ik op mijn bestemming aankom hangt van Allah af en van jou, dus ik vraag jou in de naam van Degene Die jou die goede kleur, die mooie huid en grote rijkdom heeft gegeven om een kameel zodat ik het einddoel van mijn reis kan bereiken.' Maar hij antwoordde: 'Ik heb zo veel verplichtingen.' De engel zei: 'Ik geloof dat ik je herken. Was jij niet die melaatse die door de mensen gemeden werd en toen door Allah rijk gemaakt werd?' De man zei: 'Mijn rijkdom wordt al generaties lang van vader op zoon overgeërfd.' De engel zei: ' Als Je liegt, moge Allah je dan in de toestand terugbrengen waarin je was.' 

Daarna ging hij naar de man die kaal was geweest in zijn vroegere kleding, en zei het zelfde tegen hem als hij tegen de melaatse gezegd had en hij kreeg een antwoord zoals hij van de melaatse gekregen had. Tegen deze zei hij ook: 'Als je liegt, moge Allah je dan in de toestand terugbrengen waarin je was.' 

Toen ging de engel naar de blinde, verkleed zoals die vroeger gekleed was en hij zei: 'Ik ben een arme man en mijn financiële middelen zijn tijdens mijn reis uitgeput geraakt, of ik op mijn bestemming aankom hangt af van Allah en van jou, dus ik jou, in naam van Degene die jou je gezichtsvermogen teruggegeven heeft om een schaap dat me misschien helpt mijn reis te voltooien. 

De man zei: 'Ik was werkelijk blind en Allah (de Verhevene) heeft mij mijn gezichtvermogen teruggegeven. Neem wat je wenst en Iaat over wat je wenst. Ik zweer bij Allah dat ik je vandaag niet zal hinderen te nemen wat je ook wenst te nemen in naam van Allah, de Machtige en Schone.' Hij zei: 'Houd je eigendom, want je bent alleen maar op de proef gesteld, en Allah is tevreden met jou en Zijn toorn rust op je twee kameraden."(Overgeleverd door al-Boekhaarie en Moeslim).

Zo is ook Djibriel (in de gedaante van een mens) gekomen naar de metgezellen om hen het geloof te leren door de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) te vragen en de metgezellen zagen en hoorden dat.

Zoals ‘Oemar verteld: “Toen wij op een dag bij de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zaten, verscheen er een man voor ons, in stralend witte kleren en met gitzwarte haren, aan wie niet te merken was dat hij een lange reis afgelegd had. Niemand van ons kende hem. Hij ging voor de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zitten, met zijn knieën tegen die van de profeet en met zijn handen op zijn dijen en zei: ‘O, Mohammed, vertel me wat Islam is'. De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) antwoordde: Islam houdt in dat je getuigt, dat er geen god is dan Allah en dat Mohammed de boodschapper van Allah is, dat je het gebed verricht, de zakaat betaalt, tijdens de maand Ramadan  vast en de bedevaart naar het Huis verricht, als je daartoe in staat bent'. Waarop hij zei: ‘U heeft juist gesproken'. Wij waren erg verbaasd dat hij hem eerst iets had gevraagd en daarna het antwoord bevestigde. Daarna zei hij: ‘Vertel mij wat Imaan is'. Hij antwoordde: ‘Het houdt in dat je gelooft in Allah, in Zijn engelen, in Zijn boeken, in Zijn profeten en in de Laatste Dag en dat je gelooft dat zowel het goede als het slechte voorbeschikt is'. ‘U heeft juist gesproken', zei hij en daarna: ‘Vertel mij wat Ih’saan is'. Hij antwoordde: Het houdt in dat je Allah aanbidt alsof je Hem ziet en als je Hem niet ziet, besef dat Hij jou wel ziet'.Toen zei hij: ‘Vertel mij over het Uur ‘. Hij antwoordde: ‘Daarover weet de ondervraagde niet meer dan de vrager'. Vervolgens zei hij: ‘Vertel me dan over de tekenen ervan'. Hij antwoordde: ‘Dat de slavin haar meester zal baren en dat je ziet dat op blote voeten lopende, naakte behoeftige schaapherders met elkaar wedijveren in het bouwen van hoge huizen'. Hierna ging hij (de vreemdeling) weg en ik bleef enige tijd zitten, totdat hij (de profeet) me vroeg: ‘O, ‘Oemar, weet jij wie die vragensteller was?' Ik antwoordde: ‘Allah en Zijn boodschapper weten het 't beste'. ‘Het was Djibriel, zei de profeet. ‘Hij kwam om jullie je godsdienst leren.” (Overgeleverd door Moeslim).

Ten vierde: Er is geen bewijs in de teksten waarin Allah Meryam uitverkoren heeft dat zij een profeet was. Allah heeft in Zijn Boek genoemd dat Hij ook niet-profeten uitverkoren heeft: “Daarna deden Wij degenen die Wij uitverkoren hebben van Onze dienaren het Boek erven. En onder hen zijn er die zichzelf onrecht aandoen, en onder hen zijn er die gematigd zijn, en onder hen zijn er die wedijveren in de goede werken, met toestemming van Allah.” (Soerat Faatir (35) aayah 32). Allah heeft ook de familie van Ibraahiem en van ‘Imraan uitverkoren boven de rest van de werelden. Er is geen twijfel dat er leden van hun familie zijn die geen profeten zijn: “Voorwaar, Allah verkoos Aadam en Noeh en de familie van Ibrahiem en familie van ‘Imraan boven de (andere) wereldbewoners. Zij zijn afstammelingen van elkaar, en Allah is Alhorend.” (Soerat aal-‘Imraan (3) aayah 33.

Ten vijfde: Het is niet noodzakelijkerwijs dat perfectie die toegeschreven is aan deze edele vrouwen genoemd in de overlevering ook per definitie inhoudt dat zij profeten zijn. Want de betekenis is dat deze vrouwen het toppunt hebben bereikt wat betreft alle deugden van de vrouw, dus de perfectie die genoemd is in de overlevering in anders dan de perfectie van de profeten.

Ten zesde: Er is vermeld in sommige overleveringen dat onze moeder Khadiedjah (moge Allah tevreden met haar zijn)behoort tot de vrouwen waaraan perfectie is toegeschreven. Dit duidt erop dat haar perfectie niet betrekking heeft op de perfectie van profeetschap.

Als zevende: Meryam is beschreven als Sidieqah (waarheidsgetrouw en oprechte vrouw) in plaatsen van lof en onderscheiding met de meerwaarde die over haar verteld is. Allah (de Verhevene) zegt: “De Masieh’, zoon van Meryam, is niet anders dan een boodschapper, hij werd waarlijk voorafgegaan door boodschappers en zijn moeder was een oprechte vrouw. Zij plachten beiden voedsel te eten (net als andere mensen), Zie hoe Wij voor hen de Tekenen duidelijk maakten en zie dan hoe zij (de ongelovigen) zich afwendden.” (Soerat al-Maa-iedah (5) aayah 75). Als er een beschrijving zou bestaan dat hoger is dan deze beschrijving dan zou dit aan Meryam gegeven worden. Er is noch in een Qor-aanische tekst noch in een authentieke overlevering gekomen waarin bericht wordt over een vrouwelijke profeet.

al-Qaadhie ‘Iyaadh heeft genoemd dat de meerderheid van de geleerden hebben gezegd dat Meryam geen profeet was. Imaam an-Nawawiy zei in “al-Adzkaar” overnemend imaam al-H’aramayn dat hij een consensus heeft genoemd dat Meryam geen profeet was. Al-H’asan al-Basri zei: “Er is noch onder de vrouwen, noch onder de Djinn een profeetschap.” Einde citaat uit “ar-Rosoel wa r-risaalaat” (boodschappers en boodschappen) blz. 87-89.

En Allah weet het beste.


AL.ISLAAM.COM
Uw mobiele kennisbron over de Islaam

BESCHIKBAAR OP DE VOLGENDE APPARATEN