Moge Allah jullie rijkelijk belonen; bericht mij over het aantal profeten en gezanten die genoemd zijn in de geschiedenis van de Islaam.
Alle lof is voor Allah, de Edele Qor-aan en de profetische overleveringen zijn de belangrijkste bronnen voor de geschiedenis van de islam welke bevestigd zijn door de moslims. Allah (de Verhevene) zegt: "En dat was Ons argument dat Wij Ibraahiem tegen zijn volk gaven, Wij verheffen met graden wie Wij willen: voorwaar, jouw Heer is Alwijs, Alwetend. En Wij schonken hem Is-h'aaq en Ya'qoeb, allen leidden Wij, en ervoor leiden wij Noeh', en van zijn nageslacht Daawoed en Soelaymaan en Ayyoeb en Yoesoef en Moessa en Haaroen: en zo belonen Wij de weldoeners. En Zakariyya en Yah'ya en 'Iesa en Ilyas: allen behoorden tot de oprechten. En Ismaa'iel en Al-Yasa' en Yoenoes en Loot: allen hebben Wij boven de werelden bevoorrecht." (Soerat al-An'aam (6) aayah 83-86). Hier noemt Allah achttien namen van profeten, maar dit is niet het inperking van het totaal aantal profeten en gezanten. Andere namen van andere profeten zijn elders genoemd in de Edele Qor-aan die niet genoemd zijn in voorgaande vers. Al-Haafidhz ibn Kethier heeft de namen van de profeten verzameld die genoemd zijn in de Qor-aan en kwam tot een aantal van vijfentwintig. Hij zei: "Dit zijn de namen van de profeten die genoemd zijn in de Qor-aan en deze zijn: Aadam, Idries, Noeh', Hoed, Saalih, Ibraahiem, Loot, Ismaa'iel, Is-h'aaq, Ya'qoeb, Yoesoef, Ayyoeb, Shoe'ayb, Moessa, Haaroen, Yoenes, Daawoed, Soelaymaan, Ilyaas, al-Yas', Zakariya, Yah'yaa, en "Iessa Allah's vrede en zegeningen over hen. En zo ook Dzoe l-Kifl bij vele van de Tefsier geleerden en hun meester Moh'ammed vrede zijn met hem." Einde citaat. (Zie Tefsier ibn Kethier: 2/469).
Wat betreft het kennen van alle profeten en gezanten waarvan de namen niet genoemd zijn in de Qor-aan; het is niet mogelijk dit te kennen om twee redenen:
1. Allah's uitspraak: "Voorwaar, Wij hebben aan jou geopenbaard zoals Wij aan Noeh en de profeten na hem openbaarden. En Wij openbaarden aan Ibraahim en Ismaa'il on Is-h'aaq en Ya'qoeb en de kinderen (van Ya'qoeb) en 'Isa en Ayyoeb en Yoenoes en Haaroen en Soelaymaan, En Wij gaven Daawoed de Zaboer (Psalmen). En (Wij zonden) Boodschappers waarover Wij jou waarlijk reeds verhaald hebben en (Wij zonden) Boodschappers waarover Wij jou niet verhaald hebben. En Allah voerde een gesprek met Moesa." (Soerat an-Nisaa-e (4) aayah 163-164). In deze verzen is duidelijk en helder gekomen dat Allah Zijn boodschapper (Allah's vrede en zegen zij met hem) heeft bericht over profeten en anderen waarover Allah Zijn boodschapper en gezant niet heeft verhaald.
Sheikh Moh'ammed Hassan ad-Deddoe gaf als commentaar op dit vers: "Dit vers impliceert dat Allah het (totale) aantal en namen van profeten en gezanten niet heeft verhaald aan de profeet." Einde citaat.
2. De verschillende overlevering die hierover zijn gekomen ondanks dat het door sommige geleerden als authentiek is geclassificeerd. Maar de juiste opinie is dat deze overleveringen ( die het aantal profeten noemen) als zwak te boek staan. Sheikh al-Islaam ibn Taymiyyah heeft opgetekend in zijn boek Madjmoo' al-Fataawa: 7/409 via imaam Ah'mad ibn Moh'ammed ibn Nasr dat de overlevering van Aboe Dzar- en dit is de meest bekende overlevering hierover dat het aantal profeten 315 was- niet als stabiel en authentiek te boek staat. Er is ook een uitspraak van een groep geleerden die niet het totaal aantal profeten en gezanten niet bevestigen.
En Allah weet het beste.
Bron: www.islamqa.com, vraagnummer 110849.