Heeft Allah Zijn boodschapper Moh'ammed (Allah's vrede en zegen zij met hem) gesproken?
Heeft Allah Zijn boodschapper Moh'ammed (Allah's vrede en zegen zij met hem) gesproken?
Alle lof is voor Allah.
Als eerste: Allah heeft in Zijn Edel Boek beschreven hoe de Openbaringen tot de profeten tot stand is gekomen, waaronder het spreken (tot een profeet) achter een afscherming. Allah (de Verhevene) zegt: "Het past de mens niet dat Allah tot hem spreekt, behalve door middel van een openbaring of van achter een scherm of door het zenden van een gezant (Djibriel), die het dan openbaart met Zijn toestemming, zoals Hij wil. Voorwaar, Hij is Verheven, Alwijs." (Soerat as-Shoeraa (42) aayah 51). Verder bericht Allah dat het praten vanuit achter een afscherming tot een profeet een grote status is voor de desbetreffende profeet. Allah (de Verhevene) zegt: "Dat zijn de Boodschappers van wie Wij sommigen boven anderen bevoorrecht hebben, onder hen zijn er tot wie Allah gesproken heeft, en onder hen zijn er die Hij (enkele) graden verheven heeft." (Soerat al-Baqarah (2) aayah 253). Onder de profeten die door Allah gesproken zijn:
1. Aadam (Allah's vrede en zegen zij met hem). Aboe Oemaamah levert over dat er een man vroeg: "O boodschapper van Allah, was Aadam een gezant (an-Nabiey')?!" De boodschapper van Allah antwoordde: "Jawel, Allah heeft met hem gesproken." De man vroeg weer: "Hoe lang was de tijdsperiode tussen hem (Aadam) en Noeh'?!" De boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegen zij met hem) antwoordde: "Tien eeuwen." (Overgeleverd door ibn H'ibbaan en authentiek verklaard door hemzelf (Zie Sah'ieh' ibn H'ibbaan: 14/69) tevens is deze overlevering authentiek verklaard door Sheikh Shoe'ayb al-Arnaa-oot.
2. Moessa (Allah's vrede en zegen zij met hem). Allah (de Verhevene) zegt: "En Allah voerde een gesprek met Moesa." (Soerat an-Nisaa-e (4) aayah: 164). In een ander vers zegt Allah (de Verhevene) "En toen Moesa op de met Ons afgesproken tijd was gekomen en zijn Heer tot hem had gesproken." (Soerat al-A'raaf (7) aayah 143). Verder in dit hoofdstuk (Soerat al-A'raaf) zegt Allah (de Verhevene): "Hij (Allah) zei: "O Moesa. voorwaar, Ik heb jou uitverkoren boven de (andere) mensen, door middel van Mijn Boodschap aan jou en Mijn Woord." (Soerat al-A'raaf (7) aayah 144).
3. Moh'ammed (Allah's vrede en zegen zij met hem). Dit is daadwerkelijk gebeurd tijdens de hemelreis, hierover is de volgende overlevering gekomen waarin de boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegen zij met hem) zei: "Ik kwam terug (van mijn Heer) en kwam langs Moessa. Moessa vroeg: "Met wat heeft jouw Heer jou opgedragen?!" De boodschapper van Allah antwoordde: "Mijn Heer heeft mij vijftig gebeden verplicht in een dag (24 uur)."Moessa zei: "(O Moh'ammed) Jouw natie is niet in staat dit ten uitvoer te brengen (om in een etmaal vijftig gebeden te bidden), bij Allah ik heb reeds voor jou de (hardnekkigheid van) mensen meegemaakt en ik heb het zwaar te verduren gekregen met de kinderen van Israel... Ga terug naar jouw Heer en vraag hem verlichting voor jouw natie." Ik (de boodschapper) ging terug en er werden tien gebeden van de vijftig gereduceerd. Ik ging terug en wederom vroeg Moessa om terug te keren en verlichting voor mijn natie te vragen. De boodschapper (Allah's vrede en zegen zij met hem) zei: "Ik heb mijn Heer gevraagd totdat ik mij voor Hem schaamde, ik ben ermee tevreden en leg mij hierbij neer..."(Overgeleverd door al-Boekhaari (3674) en Moeslim (162). In een ander versie is vermeld dat het teruggebracht werden tot vijf gebeden per etmaal. Al-Haafidhz gaf als commentaar op deze overlevering: "Deze overlevering behoort tot een van de sterkste argumenten en bewijsvoeringen dat Allah Zijn boodschapper Moh'ammed gesproken heeft de nacht van de hemelreis zonder de tussenkomst van een bemiddelaar en tussenpersoon." (Zie Fet-h' al-Baarie: 7/216).
Ibn Kethier zei als commentaar op de uitspraak van Allah (de Verhevene): "Onder hen zijn er die Allah gesproken heeft". Zoals Moessa. De uitspraak van Allah (de Verhevene): "... en onder hen zijn er die Hij (enkele) graden verheven heeft." (Soerat al-Baqarah (2) aayah 253). In de overlevering van de hemelreis is gekomen dat de boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegen zij met hem) de voorgaande profeten heeft gezien in de hemelen naar gelang hun status en positie bij Allah. (Zie Tefseer ibn Kethoer: 1/76).
Als tweede: Een leerpunt van het feit dat Moessa "Kaliemoe l-Lah' (degene die Allah gesproken heeft) genoemd terwijl ook Moh'ammed en Aadam ook gesproken zijn door Allah:
Sheikh "Abdoer-Rah'maan al-Mah'mood- moge Allah hem behouden- zei: "De reden hiervoor (benaming van Moessa met "Kaliem-oe l-Lah'), en Allah weet het beste, is het gegeven dat Moessa gesproken is terwijl hij zich op aarde bevond, in tegenstelling tot Aadam die gesproken is door Allah in de hemel, en Moh'ammed is ook gesproken door Allah tijdens de nacht dat hij een hemelreis (Mi'raadj) die hij meemaakte met zijn lichaam en ziel. Maar wat betreft het spreken van Allah met Moessa: dit was op aarde bij de heilige vallei. Dit is de bijzonderheid waarom Moessa "Kaliem-oe l-Lah' genoemd wordt." ( Zie "Tayseer Loem'at al-I'tiqaad, blz. 152).
En Allah weet het beste.
Bron: www.islamqa.com, Vraagnummer 156077.
