Bibliotheek

Ibn ‘Abaas zei: “De boodschapper van Allah maakte de zakaat al-fitr verplicht als middel om de vastende persoon te zuiveren van zinloze praat en obsceen taalgebruik en om de armen te voeden. Van degene die het vóór de aanvang van het gebed betaalt, geldt het als geaccepteerde zakaat, en van degene die het na het gebed betaalt, geldt het gewoon als een vorm van liefdadigheid (sadaqah).” (overgeleverd door Aboe Dawood, 1371. An-Nawawi zei: Aboe Dawood leverde het over van Ibn ‘Abbaas met een hasan isnaad). 

“Zuiveren” betekent het zuiveren van de ziel van degene die de Ramadan heeft gevast. Met betrekking tot de woorden ‘obsceen taalgebruik’ zei Ibn al-Atheer: “ ‘Obsceen taalgebruik’ verwijst naar obscene taal. ‘Het voeden van de armen’ verwijst naar voedsel dat kan worden gegeten. ‘Van degene die het vóór de aanvang van het gebed betaald’ betekent voor Salaat al-‘Eid. ‘Het geldt als een geaccepteerde zakaat’ – hier wordt met zakaat sadaqat al-fitr bedoeld. ‘Gewoon een vorm van liefdadigheid’ betekent de soort liefdadigheid die op elk moment kan worden gegeven.” (‘Awn al-Ma’boed Sharh’ Abi Dawoed). 

Er werd gezegd dat dit werd bedoeld met de aayah in Soerat al-A’laa (interpretatie van de betekenis): “Hij die zich reinigt (van zijn zonden) zal waarlijk slagen. En (ook) die de Naam van zijn Heer gedenkt en de salaat verricht.” Vertaling al-A’laa 87:14-15. 

Er is overgeleverd dat ‘Oemar ibn ‘Abd al-‘Azeez en Aboe’l-‘Aaliyah zeiden: “Hij (de Profeet ) betaalde de zakaat al-fitr wanneer hij zich naar buiten begaf voor het gebed – d.w.z. Salaat al-‘Eid” (Al-Jassaas, Ahkaam al-Qur’aan, deel 3, Soerat al-A’laa). 

Wakee’ ibn al-Jarraah zei: “De Zakaat al-fitr is voor de maand Ramadaan net als de twee sajdahs sahw voor het gebed. Het vult aan wat er ontbreekt aan het vasten, zoals de teraardewerping het gebed aanvult met hetgeen eraan ontbreekt.” (An-Nawawi, al-Majmoo’, deel 6).