Deze mythe heeft te maken met het feit dat de Romeinen ten tijde van hun afgodenaanbidding een feest genaamd "Loberkielya" vierden. Hetgeen men hedendaags Valentijnsdag noemt staat bekend als een afgodenfeest en wordt dan ook als zodanig in de geschiedenis van de afgoderij der Romeinen uitgelegd.
Tijdens dit feest boden de Romeinen offers aan hun afgoden waarbij zij geloofden dat deze standbeelden hen enerzijds zouden beschermen tegen het kwaad en anderzijds hun vee bescherming zouden bieden tegen wolven. In deze periode van de Romeinse geschiedenis, waarbij de christelijke religie zich in de beginfase van verspreiding bevond, heerste Klaves de Tweede over het Romeinse Rijk. Daar het Romeinse rijk verwikkeld was in verschillende oorlogen eiste Klaves een absolute toewijding van soldaten om deel te nemen aan de verscheidene oorlogen, hetgeen leidde tot een huwelijksverbod voor soldaten, zodat deze de soldaten niet van hen militaire plicht af zou leiden.
De priester Valentijn verzette zich tegen deze wetgeving en stelde alsnog huwelijksakten in het geheim op. Al spoedig werden zijn handelingen geopenbaard aan de koning, waarna de doodstraf over hem werd uitgesproken. Ten tijde van zijn gevangenschap werd hij in het geheim verliefd op de dochter van één van de bewakers; dit was in het geheim, gezien het in het christendom verboden was voor monniken en priesters om liefdesrelaties op te bouwen en in het huwelijk te treden. Nadat ook zijn geheime liefde bekend werd gemaakt, werd hij voor de keuze gesteld afstand te doen van het christendom en in plaats daarvan de Romeinse afgoden te aanbidden met als beloning het verkrijgen van zijn vrijheid en de toestemming van de Romeinse koning om te huwen met het meisje.
Valentijn weigerde dit aanbod, en koos voor het christendom waardoor de doodstraf op 14 februari in het jaar 240 op hem werd uitgevoerd; de voltrekking van zijn doodvonnis vond de nacht voor het feest van "Lobearlya", en sinds die dag staat hij bekend als een heilige.