Een Vriend Verried de geheime Schuilplaats van “God”: (Johannes, 18:2-3)
“God” Werd Gearresteerd, Geboeid en Meegenomen: “De bende dan, en de overste over duizend, en de dienaars der Joden namen Jezus gezamenlijk, en bonden hem; en leidden hem henen...” (Johannes, 18:12-13)
“God” Werd Vernederd: “En de mannen, die Jezus hielden, bespotten hem, en sloegen [hem]. En als zij hem overdekt hadden, sloegen zij hem op het aangezicht, en vraagden hem, zeggende: Profeteer, wie het is, die u geslagen heeft?.” (Lucas, 22:63-64). “Toen spogen zij in zijn aangezicht, en sloegen hem met vuisten.” (Mattheus, 26:67)
“God” Was Hulpeloos: “En als Hij dit zeide, gaf een van de dienaren, die daarbij stond, Jezus een kinnebakslag, zeggende: Antwoordt Gij alzo den hogepriester? Jezus antwoordde hem: Indien Ik kwalijk gesproken heb, betuig van het kwade; en indien wel, waarom slaat gij Mij?” (Johannes, 18:22-23)
“God” Werd ter Dood Veroordeeld: ” Gij hebt de [gods] lastering gehoord; wat dunkt ulieden? En zij allen veroordeelden hem, des doods schuldig te zijn.” (Marcus, 14:64). “Wat dunkt ulieden? En zij, antwoordende, zeiden: hij is des doods schuldig.” (Mattheus, 26:66)
De Domme en Handelbare “God”: “En de plaats der Schriftuur, die hij las, was deze: hij is gelijk een schaap ter slachting geleid; en gelijk een lam stemmeloos is voor dien, die het scheert, alzo doet hij zijn mond niet open.” (Handelingen, 8:32)