Bibliotheek

Een Samenvatting van uitspraken wat betreft H’oedoed (bestraffingen) in de Qor-aan

Door Shaykh ‘Abd ar-Rahmaan ibn Naasir al-Sa’di
1907 keer gelezen

Een Samenvatting van uitspraken wat betreft H’oedoed (bestraffingen) in de Qor-aan

 

Allah bepaalde H’oedoed bestraffingen als middel en als bestraffing voor grote zondes teneinde om de mensheid tegen zich zelf te beschermen.

Allah zegt: “O jullie die geloven, de Qisaas (Het principe van gelijke vergelding in het Islamitisch strafrecht) inzake doodslag is jullie verplicht: de vrije (mens) voor de vrije (mens), de slaaf voor de slaaf, de vrouw voor de vrouw. En degene die dan kwijtschelding van zijn broeder ontvangt, laat het dan gevolgd worden door een redelijke (eis van de eiser) en genoegdoening voor hem op een goede (manier, van de schuldige). Dat is een verlichting van jullie Heer en een Barmhartigheid en degene die dan daarna nog overtreedt, voor hem is er dan een pijnlijke bestraffing” . “En voor jullie is er in de Qisaas leven, O bezitters van verstand, hopelijk zullen jullie (Allah)  vrezen.” [Al-Baqarah 2:178-179] 

“en Wij hebben daarin voor hen voorgeschreven; dat een ziel voor een ziel, een oog voor een oog, een neus voor een neus, een oor voor een oor, een tand voor een tand (vergolden wordt). En bij wonden geldt (ook)  vergelding (Qisaas). En wie het kwijtscheldt: het is voor hem een uitwissing (van zijn zonden). En wie niet oordeelt met wat Allah neergezonden heeft: zij zijn het die de onrechtvaardigen zijn! [Al-Maa-iedah 5:45] 

“En nooit mag een gelovige een (andere) gelovige te doden, behalve per vergissing. En wie per vergissing een gelovige gedood heeft: dan (is hij verplicht tot) de vrijlating van een gelovige slaaf en (de betaling van) bloedgeld aan zijn familie, tenzij zij het als een gift beschouwen. En wanneer hij tot een jullie vijandig volk behoort en hij is een gelovige, dan (is hij verplicht tot) de vrijlating van een gelovige slaaf. En wanneer hij tot een volk behoort waarmee jullie een wederzijds verdrag sloten, dan (is hij verplicht tot) betaling van bloedgeld aan zijn familie en de vrijlating van een gelovige slaaf. En (voor) wie niets (te geven) vindt, geldt een vasten van twee (aaneengesloten) maanden als berouw tegenover Allah. En Allah is Alwetend, Alwijs” . “En wie een gelovige opzettelijk doodt: zijn vergelding is de hel, hij is eeuwig levend daarin. En Allah is woedend op hem en vervloekt hem en Hij bereidt voor hem een geweldige bestraffing voor.” [an-Nisaa-e 4:92-93] 

Allah verdeelt het doden in twee types. In geval van opzettelijk doden is er een strenge waarschuwing, Het principe van gelijke vergelding is hier dan van toepassing (Qisaas). De naaste familieleden van het slachtoffer kunnen een keuze maken uit Qisaas, vergeven en diyah (bloedgeld) ontvangen of alleen vergeven. Wanneer zij voor Qisaas kiezen, dan mogen zij de moordenaar op dezelfde manier doden zoals het slachtoffer werd gedood, zonder verder te gaan en men mag alleen de schuldigen vermoorden. Allah zegt:  “En doodt geen ziel waarvan Allah (het doden) verboden heeft verklaard, behalve volgens het recht en wie onrechtvaardig gedood wordt: Wij hebben zijn erfgenaam een bevoegdheid gegeven; maar overdrijft niet bij het doden. Voorwaar: hij wordt geholpen.”  [al-Israa’ 17:33],

Dat wil zeggen: laat ze niet iemand anders vermoorden. Als er een bestraffing op een zwangere vrouw rust dan mag zij niet geëxecuteerd worden totdat haar zwangerschap voorbij is. En Allah heeft gelijkheid voorgeschreven bij Qisaas wat betreft vrije mensen en slaven. Er is overgeleverd dat de Profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) een  moslim niet executeerde als vergelding voor het vermoordden van een ongelovige. (al-Boekhaarie, 111). Een man mag geëxecuteerd worden als vergelding voor het vermoorden van een vrouw,  als we voorrang geven aan de algemene betekenis van de Aayah: “en wij hebben daarin voor hen voorgeschreven: een ziel voor een ziel” [al-Maa-iedah 5:45] en wat men over de aayah kan begrijpen:”de vrije (mens) voor de vrije (mens), de slaaf voor de slaaf” [al-Baqarah 2: 178]. Dit wordt ondersteund met het feit dat de Profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) een Jood had geëxecuteerd, nadat hij had toegegeven dat hij  het hoofd van een jonge meisje tussen twee rotsen had verbrijzeld. (Al-Boekhaarie 2413;Moesliem 1672). Dit geeft ook aan dat een man geëxecuteerd mag worden wanneer hij een vrouw vermoord, en dat de moordenaar op dezelfde manier gedood mag worden als de slachtoffer. Dat  is wat de Aayah betekent, want Qisaas betekent: dat op de schuldige hetzelfde toegepast mag worden als op de slachtoffer. Hetzelfde geldt in zaken waar lichaamsdelen verwond zijn of verloren zijn gegaan, door analogie met het idee van een leven voor een leven etc. Men moet dan wel hetzelfde lichaamsdeel als van het slachtoffer bestraffen. Als de familieleden bloedgeld accepteren, dan moeten zij wel redelijk zijn, degene die moet betalen moet dat dan onder redelijke voorwaarden doen, zonder vertraging of proberen minder te betalen. Dit is de Leiding die Allah aan zijn slaven geeft bij interacties waar mensen iets van elkaar eisen. Degene die eist moet  dat op een redelijke basis doen en moet flexibel zijn. Degene die de eis moet voldoen moet daar op een normale manier aan voldoen, waarbij hij de eiser zijn volledige rechten toekent en niks tekort doet aan de eis, en het moet op tijd zijn ingewilligd.

Het tweede type van doden is niet opzettelijk. In dit geval gebied Allah geen Qisaas; er is geen zonde en de waarschuwing is hier niet van toepassing. Maar Hij heeft Kafaarah (boetedoening) beveelt, waarbij de doder een gelovige slaaf moet vrij laten. Als hij tot daar toe niet in staat is, dan moet hij twee achtereenvolgende maanden vasten, en er moet bloedgeld aan familieleden van het slachtoffer worden betaald door de stam van de moordenaar. De Aayah  verklaart de hoeveelheid dat betaald moet worden in geval van dood en of verloren delen van het lichaam en verwondingen.  

Allah zegt: “Voorwaar, de vergelding van degenen die oorlog voeren tegen Allah en Zijn boodschapper en (die) naar het zaaien van verderf op aarde streven, is dat zij gedood worden, of gekruisigd worden, of het afhouwen van handen en voeten aan tegenovergestelde kanten, of dat zij uit het land verbannen worden. Sat is voor hen een vernedering op de wereld en voor hen is er in het Hiernamaals een geweldige bestraffing.” [al-Maa-iedah 5:33) 

 

Dit is de bestraffing voor roverij.

Sommige geleerden zeggen dat de imaam (heerser) de keuze heeft om te doen zoals het hem schikt. Andere geleerden zeggen dat de bestraffingen in hardheid verschillen en dat ze in overeenstemming moeten zijn met de gepleegde daden, zodat als iemand doodt en steelt gedood en gekruisigd moet worden. Degene die dood maar niet steelt, zou gedood moeten worden maar niet gekruisigd worden. Bij degene die steelt maar niet vermoordt,  moet rechterhand of zijn linkervoet afgesneden  worden. En degene die reizigers terroriseert zou uit het land verbannen moeten worden. Dit werd overgeleverd door Ibn ‘Abbaas (mag Allah tevreden over hem zijn) (Tafseer al-Tarbi, 4/213) en het is meer de correcte zienswijze.

Allah zegt: “En degene die van jullie vrouwen ontucht pleegt: neemt de getuigenis van vier van jullie over hen af en wanneer zij (alle vier belastend) getuigen, sluit hen dan in de huizen op totdat de dood hen neemt of Allah voor hen een weg geeft.” [an-Nisaa’4:15]

De “voor hen een weg geeft” dat hier door Allah genoemd wordt, wordt door de Profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) uitgelegd dat een getrouwde persoon die zinna pleegt gestenigd moet worden tot de dood daarop volgt, en dat een maagd honderd keer met de zweep geslagen wordt en voor een jaar verbannen wordt. En Allah zegt: “De ontuchtige vrouw en de ontuchtige man, slaat hen ieder met honderd slagen. En laat medelijden met hen jullie niet treffen in de godsdienst van Allah, indien jullie in Allah en de Laatste Dag. En laat een groep gelovigen getuige zijn van hun bestraffing.”

Om deze bestraffing toe te passen, heeft Allah een voorwaarde gesteld waarbij de daad gezien moet zijn door vier mensen die betrouwbaar zijn. 

Allah zegt: “En degene die eerzame vrouwen beschuldigen (van ontucht) en vervolgens geen vier getuigen brengen: slaat hen met tachtig slagen. En aanvaardt nooit getuigenissen van hen, want zij zijn degenen die zware zonden begaan. Behalve degene die daarna berouw hebben en zich beteren. En voorwaar, Allah is dan Vergevensgezind, meest Barmhartig.” [ an-Noer24: 4-5]  

De beschuldiging verwijst hier naar de beschuldiging van ziena (niet wettige seksuele gemeenschap). Degene die zo’n valselijke beschuldiging maakt krijgt tachtig zweepslagen en zijn getuigenis wordt afgewezen. Tenzij hij berouw toont door toe te geven dat hij heeft gelogen.

Allah beveelt dat dieven -hetzij man hetzij vrouw- hun hand eraf gehaald moet worden, als de diefstal is bewezen of als de dief bekent.

De Aayaat: “de gewijde maand om de gewijde maand, (in) de gewijde (plaatsen en maanden) geldt de Qisaas. Wie dan tegen jullie overtreedt, overtreedt dan tegen hem dan in dezelfde mate waarin hij tegen jullie overtreedt. En vreest Allah en weet dan Allah met de Moettaqoen is.” 

En “Allah houdt er niet van dat er openlijk slecht wordt gesproken, behalve door wie onrecht aangedaan is. En Allah is Alhorend, Alwetend.” [an-Nisaa’:148] 

Dit toont aan dat Qisaas toepasbaar is in zaken waar  lichaamsdelen verloren zijn gegaan, bij verwondingen, bij vandalisme, etc. 

Fat-h’ ar-Raheem al-Malik al-‘Allaam fi ‘Ilm al-‘Aqaa’id wa’l-Tawheed wa’l-Akhlaaq wa’l-Ahkaam al-Mustanbatah min al-Qur’aan by Shaykh ‘Abd ar-Rahmaan ibn Naasir al-Sa’di, p. 154 

 


AL.ISLAAM.COM
Uw mobiele kennisbron over de Islaam

BESCHIKBAAR OP DE VOLGENDE APPARATEN