Bibliotheek

In de naam van Allah de Barmhartige de Genadevolle

De les van een onbekende leraar

‘Omar Ibn Al-khattab zei: “Toen wij op een dag bij de Profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zaten, kwam er opeens een man met erg zwart haar in hagelwitte kleding opdagen. Niemand van ons kende hem maar de man zag er niet uit als een reiziger. 

Hij ging bij de Profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zitten met zijn knieën tegen de knieën van de Profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) en legde zijn handen op zijn dijen en zei: “Mohammed, vertel mij over de Islam.”Toen zei de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem): ”De Islam houdt in: dat je getuigt dat er geen God is dan Allah (de naam ‘Allah’ is een van de namen van de Schepper. De naam ‘Allah’ stamt af van het Arabische werkwoord ‘elehe’ dat ‘aanbidden’ betekent. De naam ‘Allah’ betekent ongeveer: ‘de gene die aanbeden wordt’. Ik heb in de tekst van dit boekje de naam ‘God’ niet gebruikt omdat de naam ‘God’ ook voor valse goden gebruikt wordt. De naam Allah kan echter niet voor valse goden worden gebruikt. Hij die b.v. een beeldje aanbidt kan wel zeggen: ”Dit is mijn god.” Maar hij kan zijn beeldje geen ‘Allah’ noemen. Sterker nog, iemands begeerten kan een ‘god’ genoemd worden. Zoals in de Qor’aan staat: Heb jij degene gezien die zijn begeerten als een god nam….?  45:23. Ook de vroegere Arabieren gebruikten de woorden ‘god’ en ‘goden’ voor de vele beelden die zij aanbaden. Zij geloofden wel in Allah als schepper en als ‘de God van de profeten’ maar zij hadden ook afgoden. Over hen staat in de Qor’aan: En degenen die naast Hem (Allah) andere beschermers nemen zeggen: “Wij aanbidden hen slechts zodat zij ons dichter bij Allah brengen…..” 39:3 En als jij (Mohammed Allah’s vrede en zegen zij met hem) hun vraagt wie de hemelen en de aarde heeft geschapen dan zeggen zij: “De Almachtige, De Alwetende (twee van Allah’s namen) heeft hen geschapen.”  43:9. Ook de Arabische Christenen gebruiken de naam ‘Allah’ voor de almachtige schepper) en dat Mohammed zijn profeet is, dat je het gebed uitvoert, dat je de Zakat geeft, dat je vast tijdens de maand Ramadan en dat je de bedevaart naar het huis (Ka’bah, in de moskee van Mekka) doet als je daartoe in staat bent.” De man zei toen: ”Je hebt de waarheid gesproken.” Wij vonden het vreemd dat hij eerst iets vroeg en dan zei dat de Profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) de waarheid sprak (zij vonden het vreemd omdat Mohammed (Allah’s vrede en zegen zij met hem) hun profeet en hun leraar was. De ‘onbekende’ man had duidelijk kennis omdat hij tegen de Profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei dat het klopte wat hij gezegd had) toen zei de man: “Vertel mij over het geloof.’ De Profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: “Dat je gelooft in: Allah, zijn engelen, zijn boeken, zijn profeten, de Laatste Dag (de Dag des Oordeels) en dat je gelooft in de voorbeschikking. Het goede daarvan en het slechte.” De man zei: “Je hebt de waarheid gesproken. Vertel mij over Al-Ihsaan (volmaakt geloof).” De Profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: “Dat je Allah aanbidt alsof je hem ziet en dat je hem aanbidt wetend dat Hij je ziet als je Hem niet ziet.” De man zei: “Je hebt de waarheid gesproken. Vertel mij over het Uur (het moment van de Dag des Oordeels).” Hij (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: “De ondervraagde weet hierover niet meer dan de ondervrager.”…. (De overlevering gaat verder door tot hij zei:) “De man ging weg. Later vroeg de Profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) aan mij (Omar): “Weet jij wie de ondervrager was?” Ik zei: “Allah en zijn Profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) weten het.” Mohammed (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: “Het was Gabriël, hij kwam om jullie jullie religie te leren. (deze overlevering staat in: Al-boekhaarie, Kitaab Al-Imaan 1/18 en in Moesliem, Kitaab Al-Imaan 1/28-29).

Een algemeen beeld van de Islam

Alle dank is voor Allah de Heer der Werelden, moge Allah’s salat (Allah’s salat over zijn profeet betekent dat Hij hem ten goede gedenkt bij de hoge raad van Engelen) en vrede over zijn Profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) (deze Arabische zin betekent: moge Allah hem zijn salat en vrede geven) zijn, de laatste van de profeten, onze profeet Mohammed (Allah’s vrede en zegen zij met hem) en ook over zijn familie en zijn metgezellen.

Islam houdt het volgende in: Totale overgave aan Allah alleen, door Hem te gehoorzamen en volledig afstand te doen van alle soorten afgodendiensten.

Dit is de ware godsdienst waar alle profeten naar opriepen. Allah zegt in de Qor’aan: Zeg: “Wij geloven in Allah en in dat wat er tot ons is nedergezonden (de Qor’aan) en in dat wat is nedergezonden tot Abraham en Ismaël, Izaak, Jakob en de kinderen van Jakob en (ook geloven wij in) dat wat hun Heer aan Mozes, Jezus en de (andere) profeten heeft gegeven. Wij maken geen onderscheid tussen hen (de profeten) en wij hebben ons aan Hem (Allah) overgegeven. Wie een andere godsdienst dan de Islam (zie eerder genoemde omschrijving van Islam) zoekt, van hem zal het niet aanvaard worden……” 3:84-85. 

Allah heeft de Islam een makkelijke godsdienst gemaakt zonder druk of onredelijkheden. Ook wordt er in de Islam van niemand iets verwacht wat hij niet kan. Het is de volmaakte godsdienst die de mens aanspoort tot dat wat nuttig voor hen is en hen waarschuwt voor alles dat schade aanricht aan hun samenleving of geloof. De moslim zou geen moslim zijn als hij niet in alle profeten en schriften geloofd. De Qor’aan is het laatst door allah geopenbaarde boek. 

De Qor’aan is ook het enige boek wwarniets aan veranderd is sinds zijn openbaring. Allah zegt in de Qor’aan: Zeg: “O lieden van het Schrift (De Bijbel en de Torah), waarom vermengen jullie de waarheid met de valsheid (hiermee worden de vervalsingen bedoeld die door de mensen zijn aangebracht aan de zuivere godsdienst, zoals die door alle profeten door de eeuwen heen is gebracht. De religie van de profeten is namelijk altijd één en dezelfde geweest. Een paar voorbeelden van deze vervalsingen zijn: Het toeschrijven van een zoon aan de Schepper, dat de mens met erfzonde geboren wordt, het verbieden wat Allah toegestaan heeft of het toestaan wat Hij verboden heeft, het geloof dat Allah een drie-eenheid is. Etc. Allah zegt in de Qor’aan: “Voorzeker ongelovig zijn zij die zeggen: Allah is een derde van drie, want er is géén god dan Allah, de Ene.” 5:73. De “drie-eenheid” is gebaseerd op kerkelijke uitspraken uit de 3e en 4e eeuw n.C. Het Concilie van Constaninopel (381) beweerde dat ‘de heilige geest’ God was. –VERHEVEN IS HIJ BOVEN DAT WAT ZIJ AAN HEM TOESCHRIJVEN-) en verbergen jullie de waarheid, terwijl jullie het weten?” 3:71 En voorwaar, onder hen is er een groep die het schrift verdraait met hen tongen, zodat jij denkt dat het bij het Schrift hoort, terwijl het niet bij het Schrift hoort. En zij zeggen dat het Allah’s (woord) is terwijl het niet zijn woord is. En zij vertellen leugens over Allah terwijl zij het weten. Het past de mens niet dat Allah hem het Schrift, de wijsheid en het profeetschap schenkt (zoals Jezus) en dat hij (deze mens) dan zou zeggen: “Wees aanbidders van mij, niet van Allah”. Nee, Hij zou zeggen: “Wees godsgeleerden (Rabbani’s) doordat jullie het schrift onderwijzen en bestuderen”. Hij (Allah) beveelt jullie niet de engelen of de profeten als heren te nemen. Zou hij jullie ongeloof opleggen nadat jullie gelovig waren? 3:78-79.

De Islam heeft het volgende als doel:

1. De mens over zijn schepper inlichten, wat betreft al Zijn eigenschappen., namen en wijze daden, die alleen aan Hem toehoren en geen gelijken kennen.

2. De mens oproepen tot de aanbidding van Allah alleen, zonder deelgenoten. Dit doormiddel van het naleven van Allah’s geboden in de Qor’aan en de overleveringen van de Profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem). Omdat Hij de Schepper is heeft alleen Hij het recht om aanbeden te worden. Allah Zegt in de Qor’aan: Zijn zij (de ongelovigen) uit niets geschapen of zijn zij zelf de scheppers? 52:35. Het verschil van vorm, kleur en leven van alle schepsels is een van de grootse bewijzen van Allah’s bestaan en Zijn kracht. Hij heeft deze verschillen gemaakt en uitgekozen voor zijn schepsels. Ook de beperkingen (zoals de behoeft aan voedsel, slaap en zuurstof) die Hij aan zijn schepsels heeft gegeven, bewijzen  Zijn almacht. Allah schiep alle levende wezens uit water; onder hen zijn er die op hun buik voortbewegen onder hen zijn er die op twee (voeten) lopen en onder hen zijn er de er op vier (voeten) lopen. Vorrwaar Allah is almachtig over alle zaken. 24:45. Net zoals huizen duiden dat ergens huizenbouwers zijn geweest duidt de schepping op de Schepper. Aanbidden zij (afgoden) die niets (kunnen) scheppen maar zelf geschapen zijn? En die hen nietkunnen helpen en (ook) hunzelf niet kunnen helpen. Als jullie hen aanropen om leiding (Islam zie omschrijving P.3) te verkrijgen, dan verhoren zij jullie niet. Het is voor jullie hetzelfde of jullie hen aanroepen of dat jullie zwijgen. 7:191-193. 

3. Het inlichten van de mens over de volgende punten:

A De gebeurtenissen na de dood.

B De gebeurtenisen in hun graf

C Dat zij weer tot leven worden gebracht voor de Dag des oordeels.

D De geschiedenis van de vroegere volken en hun profeten.

Hoofdstuk (112) uit de Qor’aan: In de naam van allah de Barmhartige, de Genadevolle. Zeg: “Hij is Allah, de Enige. Allah is de enige van wie al het geschapene afhankelijk is. Hij heeft niet verwekt (geen zoon) en Hij is niet verwekt. En niets is aan Hem gelijk.”

De vijf fundamenten van de islam.

De Islam is op vijf fundamenten gebouwd. Niemand is volledig moslim tot hij al deze fundamenten in praktijk brengt.

Het eerste fundament: De getuigenis: Er is geen god dan Allah en Mohammed is zijn profeet. Dit betekent dat je de op de foto geïllustreerde getuigenis uitspreekt. Deze getuigenis is ‘de deur tot de islam’. Het betekent dat géén god het recht heeft op een geen enkele soort van aanbidding, op welke manier dan en dat Allah dit recht wel heeft. Alles wat buiten hem aanbeden wordt is vals. Degetuigenis dat Mohammed (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zijn profeet is houdt in dat je gelooft in alles wat aan hem overgeleverd is en zijn geboden opvolgt en afstand doet van dat wat hij afgewezen heeft. Allah kan niet aanbeden worden behalve op de manier die Hij aan zijn Profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft geopenbaard.

Het tweede fundament: Het gebed: 

Vijf korte gebeden per dag op vijf verschillende tijden. Deze gebeden hebben een belangrijk plaat is de Islam. Het  is de connectie tussen de moslim en zijn schepper. Hierin smeekt hij zijn heer vijf keer per dag om zijn gunsten en roept hem nederig aan. Dit gebed heeft als resultaat dat de moslim zich ver slechte dingen af houdt en zijn geloof sterk blijft. Allah beloont hen hiervoor, dichtbij 9in dit leven) en uitgesteld. Dit alles samen zorgt voor rust en tevredenheid van de ziel en het lichaam en geluk in dit leven en in het hiernamaals. Allah zegt in de Qor’aan over de moslims: Zij zijn degenen die geloven en wiens harten tot rust komen door het gedenken van Allah. Weet: door het gedenken van Allah komen de harten tot rust. 13:28. In Sunan Abi Dawood (dit is een boek waar allemaal overleveringen in staan. Deze overleveringen werden (in de loop van tijd) van persoon tot persoon overgebracht totdat het uiteindelijk bij de woorden, daden of omschrijvingen van de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) uitkomt. Deze overleveringen kunnen betrouwbaar of onbetrouwbaar verklaard worden door de personenketting te bestuderen. Hiervoor zijn boeken die de grote aantal overleveraars omschrijven. In deze boeken wordt het gedrag, het geheugen en de precisie van de overleveraars omschreven) staat: Mohammed (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei tegen Bilal: “Bilal, Roep op tot het gebed. Laat ons daarin tot rust komen.” Nr. 4975.

Het derde fundament: De armenbelasting.

Dit is een jaarlijkse uitgave voor de armen. Het is verplicht voor diegenen die een bepaald bedrag (een jaar lang) over hebben gehouden van hun inkomen. Het wordt alleen gegeven door de rijken. Dit is voor hun een vervulling van hun religie en een goede daad. Hierdoor worden hun zonden vergeven en ook de relatie tussen arm en rijk wordt beter. Dit is ten nut van de gehele maatschappij, terwijl het maar een klein deel van hen geld is.

Het vierde fundament: Het vasten.

Het vasten wordt door de moslims gedaan in de negende maand van de maan-kalender, de maand Ramadan. Zij laten de gele maand bepaalde begeertes (van de ochtendschemering tot zonsondergang) ter zijden, wat betreft eten, drinken en seksuele gemeenschap. Het vasten is lichamelijk heilzaam en bouwt bij een moslim solidariteitgevoel en medeleven met de mensen in hongersnood op. Allah maakt in deze maand hun geloof sterker en vergeeft hun zonden. Dit is iets wat elke moslim voelt. Het vasten heeft hierdoor goede effecten op het leven van de moslim (Ook mag men in deze maand als hij kwaad wordt dit niet uiten. Als iemand kwaad gemaakt wordt moet hij echter zeggen: “Ik ben aan het vasten.” Roddelen en andere zonden is in deze maand nog slechter omdat hierdoor de beloning en het goede effect (van deze vasten-maand) minder wordt.).

Het vijfde fundament: De Hadj.

Hiermee wordt het reizen naar Mekka bedoelt. Daar vervullen zij hun islamitische rituelen (ter herdenking van Abraham en Ismaël). Dit doen zij op een bepaalde tijd van het jaar. Allah heeft het, voor diegenen die hiertoe in staat zijn (lichamelijk en financieel), verplicht om het één keer in hun leven te doen. Hierin komen vele moslims uit de hele wereld samen op de beste plek van de wereld om de enige ware god te aanbidden. Ook gaan zij naar de Arafah-berg, lopen om de Ka’bah (de ka’bah is de met zwart beklede kubus. Het is de door abraham en zijn zoon Ismaël gebouwde gebeds- en bijeekomstplaats) en lopen zeven keer tussen de Safa en Marwah heuvels, net zoals Hagar dat deed toen ze met haar baby in watersnood was. Enkele miljoenen moslims uit de hele wereld maken hier contact en vertellen elkaar over hun leven. Dit zorgt ervoor dat er een sterke band blijft tussen de moslims uit verschillende landen. 

Een van de grote problemen waar men tegenover staat is racisme. Men is in deze moderne tijd wel in staat om de mens naar de maan te laten vliegen, maar is niet in staat om de mens strijdt en onderlinge haat af te leren. De bedevaart naar Mekka is een goed voorbeeld hoe racisme bestreden kan worden. Zij hebben dan allemaal dezelfde simpele kleding aan die alle verschillen wat betreft status en ras wegneemt, zodat zij als gelijken voor Allah staan. Mohammed (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft gezegd: “Mensen, jullie God is één, jullie vader is één (Adam). Een Arabier is niet beter dan een niet-Arabier en niet-Arabier is niet beter dan een arabier. Een persoon met een rode huid (wit met rood getint, de blanken) is niet beter dan een donker persoon en een donker persoon is niet beter dan een persoon met rode huid. Het verschil zit in jullie vroomheid1” Mosnad Ahmed (zie nr. 6)  nr. 22978 en Mohammed (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft ook gezegd: “Voorwaar, Allah kijkt niet (om te oordelen) naar jullie gestaltes of uiterlijk maar Hij kijkt naar jullie harten (innerlijk) en jullie daden” overgeleverd door Moesliem (zie nr. 6)  nr. 2564

De zes fundamenten van het geloof.

Voordat we het over ‘fundamenten’ gaan hebben moeten vier punten duidelijk gemaakt worden.

1. Geloof betekent niet alleen dat iemand denkt dat iets waar is. Ook zit het geloof niet alleen in het hart. De islamitische geleerden zeggen: “Geloven doet men met het hart(b.v. het geloof in Allah), het lichaam (b.v goede daden) en de mond (b.v. het uitspreken van de getuigenis, het lezen van de Qor’aan en kennis opdoen enz.) “Iemand vroeg Mohammed (Allah’s vrede en zegen zij met hem): ”Welke daden zijn het beste?” Hij zei: “Geloven in Allah en zijn profeet” Boekharie en Moesliem. 

2. In een andere overlevering staat: ’Het geloof bestaat uit meer dan zestig delen. Het hoogste (in waarde) daarvan is de getuigenis dat er geen god is dan Allah (Zoals je ziet gebeurt dit ’geloof’ met het hart en de mond van een mens) en het laagste daarvan is het van de weg afhalen van iets hinderlijks (dit deel van het geloof is een daad) en schaamte is een deel van het geloof.’ Boekharie en Moesliem.

3. Het geloof van een persoon wordt sterker door gehoorzaamheid (aan Allah) en wordt zwakker door zondes. Allah zegt in de Qor’aan over de gelovige moslims: “En wanneer zijn verzen aan hen worden voorgelezen neemt hun geloof toe.” 8:2 en Hij zegt: “En zodat het geloof van de gelovigen toeneemt.” 74:31

4. Hoe sterker iemands geloof is hoe meer dit door zijn daden bevestigd wordt. Het geloof van hem die zegt dat hij sterk geloof in zijn hart heeft maar dit niet in daden verwezenlijkt is niet zo sterk. 

1) Wie helemaal niet gelooft in een van de fundamenten is geen moslim (een ‘kafir’).

Het eerste fundament: Het geloof in Allah.

Dit houdt het volgende in:

A Het geloof in Allah’s heerschap. Hiermee wordt bedoelt dat Hij de Heer. De Schepper. De Bezitter de Onderhouder en de Regelaar van alles is dat Hij in deze heerschap doet wat Hij wil.

B Het geloof in de goddelijkheid van Allah. Hiermee wordt bedoelt dat Hij de enige ware god is en dat alles en iedereen naast Hem aanbeden word, op welke manier dan ook, vals is.

C Het geloof in al Zijn namen  en eigenschappen: dit houdt in dat men hierin gelooft zoals die in de Qor’aan en de overleveringen staan (zonder de teksten m.b.t  Zijn eigenschappen een andere betekenis te geven, die niet is bedoeld is. Ook  moet men de betekenissen van Allah’s eigenschappen niet verwerpen, door er niet in te geloven of te vergelijken met de eigenschappen van Zijn schepsels. Hij bezit alle eigenschappen die hij aan zichzelf heeft toegeschreven, niets is zoals Hij en niets lijkt op Hem. Men kan de eigenschappen van Schepper niet vergelijken met de eigenschappen van dat wat Hij heeft geschapen. (Een paar voorbeelden van Zijn eigenschappen zijn: Zijn handen, Zijn gezicht, en dat Hij verheven is op Zijn troon). Imam Malik (een grote islamitische geleerde) werd ooit gevraagd: hoe is Allah op zijn troon verheven? (De vrager verwijst naar de vers waarin staat dat de Barmhartige – een naam van Allah - op de troon is verheven) Imam Malik dacht lang na en begon te zweten. Toen zei hij: “De betekenis van het woord ‘verheven’ is bekend, maar ‘hoe’ Hij is verheven is onbekend, erin geloven is verplicht maar erna vragen is Bid’ah.” (Bid’ah betekend; alles wat men aan de Islam toeschrijft wat er niet van is, om hier Allah mee te aanbidden. Dit is slecht en dwaling en wordt door Allah niet geaccepteerd, ook al is de intentie van een persoon zuiver in zijn godsdienstelijke werken, blijft het nog altijd een voorwaarde dat deze werken echt door Allah en zijn Profeet  (Allah’s vrede en zegen zij met hem) opgedragen zijn. Ook in de manier van het uitvoeren van deze godsdienstelijke werken moet men altijd naar de leiding van de profeet  (Allah’s vrede en zegen zij met hem) terug gaan).

Het tweede fundament: Het geloof in de door Allah geschapen engelen (zij hebben geen begeertes en doen altijd wat hun opgedragen wordt. Ook eten of rusten zij niet. Velen van hun zijn in ondoorbrekend gebed. Sommige (niet-moslims) vinden het geloof in engelen vreemd. Moslims geloven dat Hij die alles wat bestaat geschapen heeft zeker instaat is om te scheppen wat Hij wil. Hij (Allah) zegt slechts: ”Wees.” En het is).

De engelen zijn dienaren van Allah, door Hem geschapen en bevoordeeld. Zij volgen Allah’s opdrachten op zonder ongehoorzaam aan Hem te zijn. Allah heeft elk van hun verschillende opdrachten gegeven. Gabriël (Gabriël heeft de grote eer om Allah’s woord aan de profeten over te brengen om hen duidelijk te maken wat de Schepper goed en slecht vindt. Hij (Gabriël) is daarmee de verbinding tussen de Schepper en Zijn profeten) is verantwoordelijk voor het overdragen van Allah’s openbaring. Michaël is verantwoordelijk over het weer en de groei van planten, Israfiel (als Israfiel op de bazuin blaast zal alles in het universum sterven 9ook de engelen) daarna als ook Israfiel dood is gegaan zal Allah zeggen: “Voor wie is heerschap vandaag?” Niemand geeft dan antwoord. Dan zegt hij zelf ‘voor God de Enige, de Overwinnaar.” Hierna wordt Israfiel tot leven gewekt om weer in de bazuin te blazen waardoor alle doden uit hun graven worden opgewekt) heeft de plicht om op de bazuin te blazen, ter aanroep van de Dag des Oordeels.

Het derde fundament: Het geloof in de boeken.

Allah heeft aan de profeten boeken geopenbaard waar leiding in zit. Van deze openbaringen kennen we bij naam:

De Torah:  is aan Mozes geopenbaard en is het grootste van de Kinderen van Israël.

Het Evangelie: is aan Jezus, de profeet en dienaar van Allah, geopenbaard.

De Psalmen: is geopenbaard aan David

De Schriften: Van Abraham (de grootvader van profeten, ook Mohammed (Allah’s vrede en zegen zij met hem).

De Qor’aan: Is Allah’s woord dat Hij aan zijn óngeletterde’ profeet Mohammed (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft geopenbaard. Als de bevestiging van dat wat eerder is geopenbaard en als herstelling van dat wat de mens veranderd heeft. Mohammed (Allah’s vrede en zegen zij met hem) was gestuurd naar alle volken en voor alle tijden in tegenstelling tot andere profeten. Allah heeft met de Qor’aan alle andere boeken vervangen en afgeschaft. Allah heeft gezegd dat de Qor’aan nooit veranderd kan worden. Dit zodat de Qor’aan Zijn argument en bewijs zal zijn tot de Dag de Oordeels.

Het vierde fundament: Het geloof in (al) de profeten.

Allah heeft naar de mens profeten gestuurd. De eerste profeet was Noach en de laatste profeet was Mohammed (Allah’s vrede en zegen zij met hem) (de Joodse en Christelijke geleerden spraken al over zijn komst, zijn kenmerken en ook waar hij zou worden gestuurd wisten zij al. Daarom zie je in de geschiedenis dat veel Joden in Medinah zijn gaan wonen. Mohammed’s (Allah’s vrede en zegen zij met hem) komst stond in de Torah en in de Bijbel geschreven. De islam verspreidde zo snel onder de Christenen en Joden dat hele naties en grote leiders vrijwillig de Islam intraden, zoals de Christelijke koning van Abessinië ( Ethiopië). Allah zegt tegen Mohammed (Allah’s vrede en zegen zij met hem) in de Qor’aan: “En zo hebben Wij aan jou het boek neergezonden. Degenen aan wie Wij het Schrift (eerder) hebben gegeven (Joden en Christenen), zij geloven  erin (de Qor’aan) en onder dezen (de bewoners van Mekka) zijn er die er in geloven. En iemand verwerpt onze verzen dan de ongelovigen. “ 29:47). Alle profeten zijn gewone mensen. Zij zijn geschapen en hebben geen bepaalde kracht of macht in het heelal (behalve de wonderen waarmee zij hun volk overtuigen. Dezen wonderen gebeuren met Allah’s wil en kracht. Moslims mogen geen enkele goddelijke kracht aan geen enkele profeet toekennen en vragen dus niet aan Maria, Jezus, Mohammed (Allah’s vrede en zegen zij met hem) om vergeving, omdat zij gewoon mensen zijn, laat staan dat zij een priester (of Imaam) vergiffenis vragen. Allah alleen kent het binnenste van de mens. Hun intenties en wie er het recht heeft om vergeven te worden. (de mens dus niet!)). Zij zijn niet meer dan gelovigen die Allah bevoordeeld heeft met het profeetschap. Allah zegt in de Qor’aan: En hij (Allah) onderwees hem (Jezus) het Schrift, de Wijsheid, de Torah en de Bijbel. Hij (Jezus) was een profeet voor de kinderen van Israël (zeggende:) “Voorwaar ik ben tot jullie gekomen met een teken van jullie heer. Ik maak voor jullie iets uit klei in de vorm van een vogel, daarna blaas ik erin, dan zal het met verlof van mijn heer een vogel worden. Ik genees de blinden en leprozen en ik laat de doden leven met het verlof van Allah” 3:48-49. En hij zei: Hun boodschappers zeiden tot hen: “Wij zijn slechts mensen van jullie…  …en het is niet aan ons om met wonderen te komen, behalve met Allah’s verlof.” 14:11.

Het vijfde fundament:

Het geloof in de Dag des Oordeels. Deze dag is de Dag der Opstanding, de Laatste Dag. Op deze dag zal Allah de mensen uit hun graven tot leven laten komen om hun daden te laten zien. Hierna zullen zij naar hun uiteindelijke en eeuwige bestemming gaan. Het verblijf in de Hemel of hij pijnlijke verblijf van de Hel. Het geloof in de Dag des Oordeels omvat het geloof in alles wat er na de dood, in het graf en na de opwekking uit het graf gebeurt. Een voorbeeld hiervan is het geloof in de Hel en de Hemel en hun beschrijvingen zoals die in de Qor’aan en de Soennah staan. De Hel is voor sommigen tijdelijk en gaan daarna naar het Paradijs maar anderen zullen daar oneindig verblijven. In de Qor’aan staat. Totdat de dood tot een van komt, hij zal dan zeggen: “O mijn Heer. Laat mij terugkeren. Hopelijk kan ik dan goede werken verrichten voor wat ik tekort gedaan heb. “Zeker niet!, Hij (deze mens) zegt het alleen maar en voor hen is een scheiding tot de dag waarop zij zullen worden opgewekt. Wanneer er op de bazuin geblazen wordt, op die dag is er geen verwantschap tussen hen en zij kunnen elkaar geen vragen stellen. 23:99-101 op een andere plaats staat: (Gedenk) wanneer de aarde wordt geschud en de aarde haar lasten naar buiten brengen. En de mens zegt: ”Wat is er met haar?” Op die dag zal zij  (de aarde) haar berichten (de daden die op haar gedaan zijn) bekendmaken. Omdat jouw Heer het haar bevolen heeft. Op die dag zullen de mensen in verschillende groepen te voorschijn komen om hum daden te zien. Wie iets goed deed ter grootte van een mosterdzaadje, zal het dan zien. En wie iets slecht deed ter grootte van een mosterdzaadje, zal het dan zien. Hoofdstuk 99.

Het zesde fundament: Het geloof in voorbeschikking.

Dit is het geloof dat alles volgens Allah’s voorbeschikking gebeurt. Dit betekent dat Hij over alles kennis had voor het er was en dat het daarna volgens Zijn kennis is opgeschreven en dat hij alles gewild en geschapen heeft. Alles wat was, wat is en wat zal gebeuren wist Hij altijd al. Alles gebeurt alleen als Hij het wil en goed vindt (of niet goed vindt maar toelaat) (dit betekent niet dat men geen eigen wil heeft. Allah laat de mensen zelf kiezen wat zij doen en zal hun op hun daden aanspreken).

Al-ih’saan (het volmaakte geloof).

Dit betekent dat je Allah aanbidt, volgens de Qor’aan en de Soennah (Hier wordt de manier van Mohammed  (Allah’s vrede en zegen zij met hem) bedoeld. Het woord ‘Soennah’ wordt ook gebruikt voor:

- De overleveringen. Zie nr. 6.

- De mensen van de Soennah (Ehl As-Soennah) het tegenovergestelde van de mensen die Bid’ah’s volgen. Zie nr.9.

Dat wat niet verplicht is maar is aangeraden door de Islam), met zo’n sterk geloof alsof je hem ziet(en dat hij wie deze sterkte van geloof nog niet bereikt heeft, hem aanbidt weten dat Allah hem ziet).

Alles wat we tot nu toe genoemd hebben valt onder het begrip ’Islam’ maar het belangrijkste waar de Islam naar oproept is: de aanbidding van Allah alleen. Veel mensen zeggen: ”Ik geloof wel in een schepper maar het maakt mij niet zo veel uit wie iemand aanbidt of waar hij in gelooft. Ik heb geen openbaring nodig om mij het goede en het slechte duidelijk te maken. Als ik gewoon niet steel, doodt en lieg leef ik goed!” Dit klinkt allemaal wel leuk maar wat de ze persoon eigenlijk zegt is dat iedereen zijn eigen ‘goed en kwaad’ moet vastleggen. Dit klopt niet. De mens kan dit zelf niet, hiervoor heeft Allah profeten gestuurd. Hoe zou hij (die het hem ‘nu’ niet uitmaakt wie er aanbeden wordt) het vinden, wanneer hij er op de Dag des Oordeels achter komt  dat de Schepper  daar ander over denkt en dat veel van dat wat hij ‘goed’ noemde ‘slecht’ was en dat dat wat hij ‘slecht’ noemde ‘goed’ was? De Schepper die alles van atoom tot atoom geschapen heeft, kent ons zoals wij onszelf niet kennen en weet wat goed en slecht voor ons is. Het is ook wel vreemd dat zo’n persoon  zegt dat hij gelooft in Allah. In welke god gelooft hij dan? De Schepper? De God van Abraham, Mozes, Jezus, Mohammed (Allah’s vrede en zegen zij met hem) en de ander profeten? Waarschijnlijk zal hij dan zeggen: “Ik geloof “(ook) in de God van die profeten. ”Weet hij dan niet waarom Allah kwaad was op het volk van Mozes, nadat Hij hun bevrijd had van de Farao? Was het omdat zij van elkaar stalen? Doodden zij elkander? Waren zij leugenaars?….Nee!, Zij namen het gouden kalf als af(god), dit was de oorzaak van Allah’s woede. Als je naar de vroegere profeten kijkt was niet (het eerste) wat ze zeiden: “Steel niet, doodt niet lieg niet. ”Het was echter zo zoals je in de volgende verzen kunt lezen: Voorzeker, Wij stuurden Noah tot zijn volk en hij zei: “O mijn volk, aanbidt Allah er is voor jullie geen goed dan Hij; voorwaar ik vrees voor jullie de bestraffing van een enorme dag.” 7:59  En tot het volk van AD (stuurden Wij) hun broeder Hoed, hij zei: ”O mijn volk, aanbidt Allah er is voor jullie geen god dan hij Hij, jullie zijn alleen maar verzinners”11:5 0 

En Allah zegt in de Qor’aan: Hij heeft de engelen doen neerdalen, met de openbaring van zijn bevel, naar wie Hij wil van zijn dienaren, om te waarschuwen (zeggende) ; “Er is geen God dan Ik, dus vrees mij.”16:2

Het alleen recht van Allah op aanbidding is zo belangrijk omdat het de reden is waarom de mens bestaat (geschapen is); ‘Het alleen aanbidden van Allah’. Dit wordt duidelijk gemaakt in de volgende vers: En ik heb de  Djins’s (wordt vertaald als demonen) en de mens slechts geschapen om Mij te aanbidden. Ik wens geen voorzieningen van hen en Ik wens niet dat zij Mij voeden. Zeker, Allah is de Voorziener en de Bezitter van sterke kracht. 51: 56-58.

Dit is de bestaansreden van de mens (en de hele schepping): Het alleen aanbidden van Allah. Over de betekenis van het woord  ‘aanbidding’ hebben de islamitische geleerden het volgende gezegd: ”Het is een woord dat alle woorden en daden omvat waar Allah van houdt, zowel de innerlijke en de uiterlijke daarvan en (ook omvat het) het afstand doen van dat waar hij niet van houdt. Deze ‘aanbidding’ gebeurt met het hart, de mond (woorden) en de handen (daden.” ‘Aanbidding’ komt voor in vijf verschillende vormen:

- Het doen van wat verplicht is, het verplichte noemt men in islamitische (Arabische) termen Wadjib.

- Het laten wat verboden is, dit heet Haraam 

- Het doen wat aangeraden is, dit heet Mustahab, Soennah.

- Het laten wat afgeraden is, dit heet Makroeh.

- Dat wat toegestaan (niet afgeraden en niet aangeraden) is heet Moebéh. Ook als men dit doet met een bepaalde intentie wordt dit een goede daad. B.v. als iemand eet gewoon omdat hij het lekker vindt is dat toegestaan maar hij die eet met de intentie om meer kracht te hebben voor het gehoorzamen van Allah, bij hem wordt dit als een goede daad aangerekend.

Ook zeggen de geleerden dat de acceptatie van de daden die iemand doet ter aanbidding van Allah twee voorwaarden heeft:

- Dat men het zuiver doet voor Hem (dus niet om hier aanzien mee te verdienen of andere redenen). In een overlevering staat dat Mohammed (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: “Waar ik het meest bang voor ben voor mijn volk (de moslims) is, ‘de kleinere vorm van shirk’(afgodendienst).” (Zijn metgezellen) zeiden: “O Profeet van Allah, wat is de kleinere vorm van Shirk?” Hij zei: “Hypocratie.” Toen legde Hij dit verder uit en zei: “Dat een amn bidt en dan zijn gebed mooi (b.v. lang of rustig) maakt omdat er naar hem gekeken wordt.” Silsilah As-Sah’ieh’ah (zie nr. 6)  van Al-Albaanie deel1 – nr. 951.

- Dat men het doet volgens de Soennah (zie nr. 6) . Als een deze twee voorwaarden ontbreekt worden de daden van een persoon niet geaccepteerd. Daden die wel volgens de Soennah maar niet zuiver voor Hem worden gedaan, worden niet geaccepteerd, evenals daden die wel voor hem worden gedaan, maar niet volgens de Soennah. Hierover zegt ‘Aa-ieshah: Mohammed (vrede zij met haar) zei: “De daden van iemand die iets doet waar niet onze aanleiding toe is gegeven worden niet geaccepteerd.” (een betrouwbare overlevering).

Enkele teksten over het belang van het aanbidden van Allah alleen:

In de Qor’aan staat: “Degen die geloven, zonder hun geloof met onrecht te mengen; zij zijn degenen die veiligheid toekomt en zij zijn de rechtgeleiden.” 6:82. Toen Mohammed (Allah’s vrede en zegen zij met hem) metgezellen deze vers hoorden vroegen zij hem: “O Profeet van Allah!, wie van ons doet zichzelf geen onrecht aan (door zondes)?” Hij zei: “Het is niet wat jullie denken, hebben jullie niet de woorden van de vrome dienaar van Allah gehoord? Hij (zijn naar is Loeqmaan) zei (tegen zijn kind): “mijn zoon, ken Allah geen deelgenoten toe, voorwaar het toekennen van deelgenoten (aan hem) is een groot onrecht. (zoals in de Qor’aan staat 31:130) (Mohammed zei toen:) ‘Voorwaar het (onrecht) is het toekennen van deelgenoten aan Hem.” Al-boekhaarie en Imam Ahmed.

Muáadh heeft gezegd: “Ik zat achterop een ezel bij de profeet van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) toe zei hij: “Weet jij waar Allah recht op heeft van de dienaren (mensen) en waar de dienaren recht op hebben van Allah?” ik (Mu’aadh) zei: “Allah en zijn profeet weten het.” Toen zij hij: “Allah heeft het recht dat de mensen Hem aanbidden en geen deelgenoten aan Hem toekennen. De dienaren hebben het recht dat allah hun niet straft, als zij geen deelgenoten aan hem toekennen.” Ik zei: “Zal ik de mensen het (goede) nieuws geven?” toen zei hij: “Vertel ze het niet, want dan zouden ze minder inzettend worden.” De overlevering staat in Al-boekhaarie en Moesliem.

De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft gezegd: “allah zal tegen de mensen die de lichtste straf (in het hiernamaals) hebben zeggen: “Als jullie twee keer de hele (materiële) wereld zouden bezitten om jezelf vrij te kopen zouden jullie dit dan doen?”dan zeggen zij: “Ja.” Dan zegt Hij: “ik had iets makkelijkers van jullie gevraagd toen jullie nog in de lendelen van Adam zaten, dat jullie geen afgoden aanbidden (hier twijfelt de overleveraar of Hij ook zei: “dan zou ik jullie het vuur niet in laten gaan”), maar jullie weigerden alles behalve afgodendienst.”de overlevering stat in Saheeh Moesliem.

De Islam heeft niet alleen Allah’s recht duidelijk gemaakt. De rechten van de man, vrouw, ouders, kinderen, buren en zelfs dieren en planten zijn weergegeven. Ook heeft de Islam de relatie tussen de regering en het volk geregeld en heeft vastgesteld welke rechten en plichten zij tegenover elkaar hebben. Het volk moet gehoorzamen aan de regering behalve als de regering hun zondes oplegt. De Islam heeft de Moslims verboden zich tegen hun regering te keren en zich van hun af te scheiden. Dit omdat dat grote schade aanricht. Tot slot kunnen we concluderen dat de Islam een correcte band opbouwt tussen een dienaar en zijn schepper evenals tussen het individu en zijn samenleving en dat hij aanspoort tot dat wat goed is en dat hij alles wat slecht is verwerpt.

Dit maakt de schoonheid en reinheid van de Islam duidelijk.

Enkele uitspraken van de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem).

1. De gelovigen, in hun liefde, genade en vriendelijkheid tegenover elkaar zijn net als een lichaam. Als een van zijn delen ziek is deelt het hele lichaam mee in zijn slapeloosheid en koorts. Al-boekhaarie nr. 6011 en Moesliem 2586.

2. de besten van jullie zijn zij die het beste moraal hebben en de besten van hen zijn zij die op de beste manier met hun vrouwen omgaan. Mosnad Ahmed nr. 7354.

3. niemand van jullie gelooft (volledig) tot hij eran houdt dat zijn broeder (medemens) heeft waar hij van houdt. Al- Boekharie nr. 13 en Moesliem nr. 45.

4. Het lachen naar je broeder (medemens) is een goed daad.  At-Tirmizi nr. 1956.

5. Betaal de arbeider voor zijn zweet droog is. Ibn Majah nr. 2443.

6. Een man liep over een pad. Toen hij bij een punt kwam klom hij erin. Hij dronk tot hij volop genoeg had en klom er weer uit. Toen zag hij een hond met zijn tong uit zijn bek hangen om modder op te likken vanwege zijn dorst. De man zei: “Deze hond voelt hetzelfde dorst als ik voelde.” Hij klom de put weer in en vulde zijn schoen met water. Om deze daad heeft Allah hem (al) zijn zonden vergeven. (Zijn metgezellen vroegen de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem): “Profeet van Allah, worden wij beloond voor de liefdadigheid voor dieren?” Hij zei: “Er is beloning voor liefdadigheid voor alles wat leef.” Al Boekharie nr 2466 en Moesliem nr. 2244.

7. Een goed woord is een goede daad. Al Boekharie nr. 2989 en Moesliem nr. 1009.

8. Wie Allah en de Laatste Dag gelooft moet goed zijn voor buren. Al-Boekhaarie nr. 6019 en Moesliem nr. 48.

De vertalingen van Qor’aan- en overleveringsteksten zijn niet letterlijk vertaald en zijn niet meer dan een Nederlandse weergave van de betekenissen. Alleen de originele Arabische tekst wordt als Qor’aan beschouwd. De originele Arabische teksten kunnen gevonden worden in de aangegeven bronnen.