Bibliotheek

Hoe zouden we tegen hen moeten spreken over de Islaam?

Door Sheikh Salmaan Al-‘Awdah vertaald door Abu Salahuddin
880 keer gelezen

Hoe zouden we tegen hen moeten spreken over de Islaam?

Moslims die naar Amerika en Europa gaan (of daar wonen), worden geconfronteerd met een stortvloed aan vragen over de Islaam. Mensen hebben vele manieren om deze vragen te stellen en hebben hier verschillende redenen voor, maar hun vragen komen vaak op het volgende neer:

- “Waarom staat de Islaam polygamie toe?”

- “Waarom staan twee vrouwen gelijk aan één man bij erfenissen en het afleggen van getuigenissen?”

- “Waarom “kleineert” de Islaam vrouwen?”

- “Is de Islaam een religie van terreur, aangezien het Djihaad voorschrijft?”

- “Wie zouden we moeten geloven: Soennieten of Shi’ieten?”

Vragen als deze houden hen bezig wanneer ze over de Islaam nadenken, aangezien de westerse media op actieve wijze de Islaam heeft belasterd als een religie van lust en bloed, en niets anders dan dat. Wanneer moslimjongeren naar westerse landen gaan, vinden ze het vaak lastig zulke vragen te beantwoorden en proberen deze daarom te ontwijken.

Het kan zijn dat zij (foute) dingen zeggen, zoals: “Dat toestemming voor polygamie afhankelijk is van gerechtigheid tussen de vrouwen, en dat gerechtigheid tussen de vrouwen onmogelijk te bereiken is, omdat Allah (de Verhevene) zegt: “En jullie zullen nooit in staat zijn rechtvaardig te zijn tussen de vrouwen, hoezeer jullie (dat) ook willen…” Soerat An-Nisaa-e (4), aayah 129. Zij zeggen dan dat alles dat afhankelijk is van iets onmogelijks, op zichzelf onmogelijk is. Daarom zou polygamie verboden zijn in de Islaam.” 

In veel gevallen zullen moslims een vreemde mening tegenkomen en deze verkondigen, simpelweg omdat die meer verzoenend is. Toen ik Amerika bezocht, zag ik dat veel moslims die geen juiste of niet genoeg Islamitische kennis bezaten, leden onder deze moeilijkheden. Zij wisten echt niet wat ze moesten doen.

Ik zei gewoonlijk het volgende tegen hen: “Waarom zouden wij een verdedigende houding aan moeten nemen? Waarom nemen wij niet een meer zelfverzekerde houding aan? Als zij ons confronteren met een vraag, zouden wij moeten antwoorden met tien vragen van onszelf. Als zij ons vragen over Djihaad, zouden wij hen moeten vragen over Amerika’s openlijke agressieve beleid in grote delen van de wereld, om nog maar niet te spreken over al hun geheime operaties.

Als zij jou vragen over polygamie, vraag hen dan over de seksuele vrije omgang die veel voorkomt in hun samenlevingen, en die vernedering heeft gebracht voor zoveel vrouwen, en mannen in staat heeft gesteld zichzelf van hun verantwoordelijkheden tegenover hen en hun kinderen te ontdoen. 

Als zij jou vragen over ongelijkheden bij een erfenis, vraag hen dan over de realiteit in hun eigen land, waar een vrouw maar 60% verdient van wat een man verdient voor precies dezelfde baan.

Ik bedoel niet dat we ontwijkend zouden moeten zijn, maar het is niet goed voor jou om antwoord te geven wanneer je in een toestand van zwakte en moeilijkheden verkeert en waar het gevaar bestaat dat je een verkeerd antwoord geeft dat de religie van Allah (de Verhevene) niet op juiste wijze weergeeft, alleen maar om iemand anders tevreden te stellen.

Je kunt verder gaan naar een hoger niveau van redevoering en aantonen dat de Islamitische leerstellingen de oplossingen zijn voor de problemen waar zij onder lijden. Bijvoorbeeld: volgens sommige schattingen zijn er 119 vrouwen voor elke 100 mannen in de Verenigde Staten. 

In sommige staten is het aantal zelfs 160 vrouwen voor elke 100 mannen (Dit geldt nog sterker voor de arme achterstandswijken in de grote Amerikaanse steden, waar veel Afro-Amerikaanse en Mexicaanse mannen omkomen door geweld of in de gevangenis zitten. Ook door de vele oorlogen die Amerika heeft gevochten, en nog steeds vecht, is er altijd een kleiner aantal mannen geweest). Polygamie is de oplossing voor de problemen die ontstaan onder zulke omstandigheden, aangezien dit van sommige mannen vereist dat ze de verantwoordelijkheid op zich nemen voor meer dan één vrouw, en hierbij zo rechtvaardig zijn als menselijk mogelijk is.

We kunnen benadrukken hoe de Islaam gelijkheid voor alle mensen voorschrijft. Er is geen voorkeur van de één boven de ander, behalve vanwege de vroomheid en deugdzaamheid van een persoon. Dit is dè manier om het probleem van racisme op te lossen, waaronder mensen in het Westen lijden.

De Islamitische leerstellingen over Djihaad zorgen ervoor dat onderdrukking wordt uitgebannen en geven mensen de vrijheid tot denken en de keuze voor hun religie zonder enige dwang. 

De Islaam streeft ernaar dat mensen zichzelf vrijelijk onderwerpen aan hun Schepper en niet geplaatst worden onder de onderwerping van enige wereldse dictator, ras, stam of nationaliteit.

Er zijn enkele punten die ik hierbij wens te benadrukken:

1. Zaken van de Islamitische wetgeving zijn vastgesteld met behulp van ondubbelzinnige teksten uit de Qor-aan en de Soennah. Niemand, ongeacht wie hij is, heeft het recht om deze teksten te veranderen, hier iets aan toe te voegen of er iets van af te halen om iemands wensen of angsten te kalmeren. Wanneer iemand die anderen oproept tot de Islaam er voor kiest om mensen verkeerde informatie te geven over Allah’s beslissingen, bewijst hij de Islaam een slechte dienst. Bovendien misleidt hij mensen. Hij heeft geen recht om zich te mengen in de zaken van de Islamitische wetgeving, wat het rechtsgebied van Allah (de Verhevene) alleen is.

2. Zaken die vallen binnen het gebied van idjtihaad (Idjtihaad of analogische redenering: door eigen inspanning en onderzoek komen tot een uitspraak, als de teksten uit de Qor-aan en de Soennah hier geen duidelijke uitspraak over geven) en hiermee verschil van mening toestaan, zouden gepresenteerd moeten worden op een gebalanceerde en objectieve wijze door de persoon die anderen oproept tot de Islaam. Hij zou de omstandigheden in ogenschouw moeten nemen wanneer hij dat doet. Hij zou niet de zwaarste en meest beperkende mening over een kwestie moeten zoeken en deze dan aan de mensen moeten presenteren alsof dat de Islaam zelf is, vooral niet wanner hij probeert de Islaam geliefd te maken in de harten van de mensen.

3. Ons doel zou moeten zijn anderen te overtuigen van de juistheid van het Islamitische oordeel, zodat zij het zullen accepteren. We moeten al onze kennis en verstandelijke vermogens gebruiken om dit doel te bereiken. We moeten alle relevante feiten geven. We kunnen ook andere nuttige gebieden van wetenschap in ons voordeel aanwenden om de mensen te overtuigen van de Islaam. Hierbij kunnen we denken aan besprekingen van de wetenschappelijke wonderen in de Qor-aan, statistische informatie, huidige omstandigheden en ervaringen, en rationele argumenten. Hier is niets verkeerd aan. Sterker nog; dit vormt een integraal onderdeel van het overbrengen van de waarheid aan de mensen.

4. Wij moeten in de harten van onze jongeren een compleet en totaal vertrouwen inprenten aangaande elk aspect van de Islaam, van de meest algemene leerstellingen van hun geloof tot de meest specifieke. We dienen elk gevoel van zwakheid en elke tekortkoming die zij mogelijkerwijs voelen door toedoen van sommigen van degenen die met hen discussiëren, te verjagen. 

We bewijzen de Islaam een slechte dienst als we de mensen laten geloven dat de Islaam dichtbij het leven staat dat zij al leiden, en dat de Islamitische benadering van het leven niet zo veel verschilt van hun eigen benadering. Dit geeft de mensen alleen maar het gevoel dat de Islaam onnodig is voor hen, en het moedigt hen aan om zich er vanaf te wenden. De mensen die proberen te ontsnappen aan de helse aspecten van de levens die zij leiden, dienen echter een alternatief aangeboden te krijgen.

Wanneer zij vragen over de Islaam, of zelfs over iets anders, zijn ze op zoek naar een oplossing. 

Ze zijn op zoek naar iets dat hen kan redden. Daarom dienen we de Islaam aan hen te presenteren in al haar uniekheid, en hen duidelijk te tonen hoe de Islaam verschilt van hun eigen levenservaringen. 

Op deze manier moedigen we hen aan na te denken over de Islaam. Kortom, we dienen de Islaam aan hen te presenteren op een logische manier, met duidelijke en inzichtelijke bewijzen. 

Onze verantwoordelijkheid houdt hierbij op. Dit was ook de mate van verantwoordelijkheid van Allah´s boodschappers (vrede zij met hen). Zo zegt Allah (de Verhevene) tegen de profeet Moh’ammed (Allah’s vrede en zegen zij met hem): “…Op jou rust geen andere plicht dan de verkondiging.” Soerat As-Shoera (42), aayah 48.

“…voorwaar, op jou rust slechts de verkondiging. En aan Ons is de afrekening.” Soerat Ar-Ra’d (13), aayah 40.

“Waarschuw daarom, voorwaar, jij (o Moh’ammed) bent slechts een waarschuwer. Jij bent over hen geen heerser.” Soerat Al-Ghaashiyah (88), aayah 21-22.

Het is niet nodig om te denken dat de hele wereld zich tot de Islaam zal bekeren door ons toedoen. Echter, we dienen de mensen enthousiast de weg te tonen, en we moeten ook proberen om dat op elke mogelijke en toegestane manier te doen. We zouden de manier waarop we de Islaam aan hen presenteren moeten perfectioneren, waarbij we de leeftijd, omstandigheden en het niveau van kennis in acht nemen van degenen die we aanspreken. We dienen hen de nobele Islamitische waarden van vrijheid, gerechtigheid en menselijke waardigheid te tonen en we dienen hen te bewijzen dat de Islaam superieur is aan alles dat ze tot nu toe kenden.

Boven en vóór dit alles dienen we onszelf te gedragen op de beste, meest ethische manier, en onszelf te tonen als een praktisch voorbeeld van morele deugdzaamheid. Helaas roepen veel moslims mensen op tot de Islaam met hun tong, terwijl ze hen er van wegjagen met hun schandelijke, tegenstrijdige gedrag en hun bekrompenheid.

“Wij Moslims” jaargang 4, nr. 3


AL.ISLAAM.COM
Uw mobiele kennisbron over de Islaam

BESCHIKBAAR OP DE VOLGENDE APPARATEN