Het zou goed zijn om ons af te vragen waarom zoveel moslims het effect van het verband tussen oorzaak en gevolg niet in acht nemen. Hoe komt het dat wij zo onachtzaam zijn jegens de talrijke verzen in de Qor-aan die getuigen over de echtheid van de verhouding betreffende de verhouding tussen wereldse zaken en het bereiken van het Hiernamaals?
Allah (de Verhevene) zegt: “Daarop volgde hij een weg.” Soerat al-Kahf (18), aayah 85. Allah (de Verhevene) zegt ook: “Het gebeurt niet door jullie ijdelheden en (ook) niet door de ijdelheden van de Lieden van de Schrift: wie slecht doet, wordt er voor vergolden en hij zal zich buiten Allah geen beschermer en geen helper vinden. En wie goed doet, man of vrouw, en hij (zij) is gelovig: zij zijn degenen die het Paradijs binnengaan en zij zullen in het geheel niet onrechtvaardig behandeld worden.” Soerat an-Nisaa-e (4), aayah 123-124.
Deze betekenis komt keer op keer terug in de heilige teksten. Dit zijn de teksten die alle moslims horen en reciteren gedurende hun leven, en die zij mogelijkerwijs ook begrijpen. Het gebeurt echter zelden dat zij deze betekenis in hun dagelijkse leven toepassen. Sommige mensen zouden dit begrip met betrekking tot bepaalde aspecten van hun leven kunnen begrijpen, maar weigeren om het met consistentie op hun leven toe te passen. En hoewel de simpelste van onder de moslims kan begrijpen waarom een deur niet zal openen als de verkeerde sleutel voor het slot wordt gebruikt, wil hij het meest eenvoudigste concept voor zijn bezigheden niet toepassen.
Laten we eens kijken naar de situatie van een moslim die een zondig leven leidt en daar vrij van wenst te zijn. Hij heeft zich op dat moment volledig overgegeven aan zijn verlangens en lusten en is ook zeer gedreven om die te bevredigen. Echter, hij koestert de wens om op de één of andere manier plotseling zijn gehele persoonlijkheid compleet te veranderen; hij zal zijn ogen sluiten en wanneer hij die weer opent zal hij een nieuw mens met een nieuw hart zijn.
Hij kan eeuwig op een dergelijk moment wachten, en misschien zal dit moment nooit aanbreken, aangezien hij geen inspanning heeft geleverd en geen praktische maatregelen heeft getroffen om zijn wens te verwezenlijken.
Hij kan wel het initiatief nemen om de eerste kleine stap in de juiste richting te zetten -misschien omvat dit niets meer dan oprecht aan Allah (de Verhevene) vergeving vragen of dat hij in zijn hart ware bereidheid vindt om oprecht te veranderen en dat weer te vertalen naar goede daden; of een poging te ondernemen om vandaag iets beter dan gisteren te laten verlopen of morgen weer iets beter dan vandaag te laten verlopen – maar dit is iets waar veel mensen niet in geloven, of waar ze simpelweg niet het geduld voor kunnen opbrengen.
De gedachten van een mens zijn een zeer gecompliceerde aangelegenheid. Een persoon die gewend is aan een leven vol zonden draagt een programma van ervaringen, lang bestaande herinneringen en gewoontes met zich mee. Na verloop van tijd groeien zijn zonden en worden zij door zijn lichaam als zaadjes verspreidt; zij worden groter en dikker, de wortels gaan steeds dieper en het wordt alsmaar moeilijker om ze van zijn persoonlijkheid te scheiden. Beetje bij beetje zuigen zij de bereidheid om te veranderen eruit en de persoon wordt met de dag zwakker.
We kunnen niet verwachten dat een persoon plotseling zo’n complete verandering ondergaat – hoewel het natuurlijk mogelijk is door de Barmhartigheid en Genade van Allah (de Verhevene) – omdat rekening moet worden gehouden met de natuurlijke oorzaken en normen die een dergelijke verandering met zich meebrengt. Zelfs wanneer een plotselinge verandering mogelijk is, dan zal een verantwoordelijk persoon enig initiatief moeten tonen om zichzelf hier op voor te bereiden om zo deze zegening te ontvangen.
Allah (de Verhevene) zegt: “Voorwaar, Allah’s Barmhartigheid is dichtbij de weldoeners.” Soerat al-A’raaf (7), aayah 56.
Waarom neemt een persoon niet de eerste stap, zodat hij de hulp van Allah zal vinden die op hem wacht? De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) vertelde ons dat zijn Heer zei: “Als een dienaar toenadering ter lengte van een handbreedte naar mij zoekt, dan reik Ik een arm naar hem uit, en als hij toenadering ter lengte van een armslag naar Mij zoekt dan ga Ik een uitgestrekte armslag naar hem toe. Als hij lopend naar Mij toekomt dan ga Ik rennend naar hem toe.” Sah’ieh’ Al-Boekhaarie.
Waarom doet een persoon niet wat de man deed, die honderd zielen vermoordde? Hij toonde berouw en ging naar een stad waar rechtschapenheid was en stierf tijdens zijn reis, met zijn hart gericht naar die stad en vond uiteindelijk vergiffenis, zoals overgeleverd is door Sah’ieh’ Al-Boekhaarie en Sah’ieh’ Moeslim.
En zo’n positieve houding hebben we nodig; een houding die niet elk waardevol streven kleineert en niet gelooft in snelle oplossingen en spontane veranderingen. Dit is de houding welke conform de wetten van oorzaak en gevolg zijn, die Allah (de Verhevene) in Zijn schepselen heeft geplaatst.
Door zo’n houding te bezitten zullen miljoenen mensen effectief hun leven ten goede veranderen. Met de hulp van Allah (de Verhevene), zullen zij in staat zijn om zichzelf, hun morele karakter, aanbidding en hun levens te verbeteren.
Wachten op een plotselinge verandering die plaats moet vinden is de droom van een luie student die continu zakt, terwijl hij wacht op het moment dat hij geniaal wordt. Het is de droom van een arme man die niets doet om zijn dagelijks brood te verdienen, maar naar goud en zilver verlangt dat als regen vanuit de lucht naar beneden komt, en nadenkt over hoe hij al die rijkdommen gaat opmaken. Het is de droom van een onwetende dommerik die niets weet en niets doet om zichzelf te veranderen, maar die een verlangen in zijn hart heeft om ooit op een dag als een geleerde van zijn generatie gezien te worden.
Wij moeten niet rechtschapen hoop, wat bij een persoon verondersteld wordt om te hebben en krachtens die hoop gezegend wordt, verwarren met valse hoop en lege aspiraties die alleen maar leiden tot gemakzucht en luiheid. Er is niets verkeerd met hoop die gepaard gaat met daden. Wat wel belangrijk is voor een persoon, is initiatief nemen en het juiste voornemen hebben om zijn leven naar gelang zijn aspiraties op orde te stellen.
Allah (de Verhevene) beschrijft wat verwijtbaar is, wanneer Hij zegt: “En na hen kwamen er opvolgers die het Schrift (de Tawrah) erfden. Zij namen vergankelijke genietingen van dit (wereldse leven). En zei zeiden: “Wij zullen vergeven worden.” En als dezelfde genietingen tot hen komen, dan nemen zij die (weer) aan. Is er geen verbond van het Schrift met hen aangegaan, dat zij over Allah niets dan de Waarheid zouden zeggen? En zij bestudeerden wat erin is. En het Huis van het Hiernamaals is beter voor degenen die (Allah) vrezen. Begrijpen jullie dan niet?” Soerat al-A’raaf (7), aayah 169.
Het begrip van onmiddellijke verandering kan zeer verleidend zijn. Sommige mensen zouden het met rechtschapen hoop kunnen verwarren, terwijl het in feite niets anders is dan het verlaten van daadwerkelijke inspanning en de verwaarlozing van efficiënte middelen is. Het is een manier van misleiding die mensen voorziet van lege hoop en die geen verband heeft met de realiteit, en hen weerhoudt om zichzelf in te spannen om zo geleidelijke vooruitgang te boeken. Wachten op spontane verandering is een poging om te vluchten van verantwoordelijkheid en hard werken. Dit geldt voor hele naties en evenzo voor individuen.
De grote prestaties in de geschiedenis zijn altijd het resultaat geweest van hard werken, goede planning, standvastigheid, geduld en een oprechte wil hebben om te slagen. Achter deze prestaties stonden altijd de mensen die zich verenigd hebben onder een bepaald programma, ideologie of gezamenlijk doel.
Grote mislukkingen zijn altijd het bittere fruit geweest van onachtzaamheid, neerbuigendheid over menselijke doelen, ongeduld en gebrek aan welwillendheid. Zulk bitter fruit is de oogst geweest van moslims, toen ze zichzelf toestonden om een doelloze gemeenschap te worden, die maar wacht tot er iets gebeurd.
Allah (de Verhevene) is tot alles in staat, als Hij wil dat er iets gebeurt dan hoeft Hij alleen “wees” te zeggen en het is. Allah (de Verhevene) heeft echter met Zijn oneindige wijsheid bevolen dat de wereld - ook het menselijke leven - geregeerd wordt door natuurlijke wetten en dat mensen beproefd zullen worden met verantwoordelijkheden en verplichtingen en met de nood om te werken om de doelen te behalen. En dan belooft Hij ons Zijn Hulp en Zijn Leiding, als wij doen wat wij verondersteld worden te doen. Zelfs de profeten (vrede zij met hen) waren onderworpen aan deze natuurlijke wetten.
Toen de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) mee werd genomen op zijn miraculeuze nachtreis van Mekkah naar Jeruzalem (Mi’raadj), was dit een pure daad door Goddelijke interventie. Zijn rijdier voor deze reis was de Boeraaq en deze was sneller dan het oog kon waarnemen. Allah (de Verhevene) zegt: “Aan Allah behoort het verborgene van de hemelen en de aarde. En de zaak van het Uur is slechts een oogwenk of het is sneller. Voorwaar, Allah is Almachtig over alle zaken.” Soerat an-Nah’l (16), aayah 77.
Desondanks, toen de tijd kwam voor de emigratie (Al-Hidjrah) van Mekkah naar Al-Medinah, was dit een menselijk streven dat bevolen en geautoriseerd werd door de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem). Hiervoor moest hij zichzelf en zijn rijdier voor de reis voorbereiden. Het duurde dagen voordat hij kon vertrekken en hij (Allah’s vrede en zegen zij met hem) vertrok met Aboe Bakr (moge Allah tevreden met hem zijn) als zijn reisgenoot. Beiden waren vol angst, honger, dorst en alle andere menselijke ongemakken. Zij waren echter gedurende de hele reis omringd door de genade van Allah (de Verhevene).
De emigratie was een menselijke poging waar jaren van planning aan vooraf waren gegaan, zoeken naar medestanders, het veiligstellen van een plaats waar men naartoe kon emigreren, en allen benodigdheden die voor de reis nodig waren. ‘Aliy (moge Allah tevreden met hem zijn) moest in het huis van de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) achterblijven op de nacht tijdens zijn vlucht van Mekkah, zodat alle persoonlijke bezittingen die aan de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) toevertrouwd werden aan de rechtmatige eigenaars teruggegeven kon worden. Aboe Bakr (moge Allah tevreden met hem zijn) vreesde voor het leven van de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem), zodat hij voorop liep uit vrees voor een hinderlaag. Op andere momenten liep hij achter hem uit vrees dat zij werden achtervolgd. En op andere tijden liep hij aan de rechterkant van de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) en ook aan de linkerkant uit angst en bezorgdheid voor de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem). Dit bleef hij doen totdat de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: “Wees niet bang, Allah is met ons.”
Mislukking vereist niets meer van ons dan gebrek aan planning en voorbereiding. Dit is precies hoe de moslims zich hedendaags gedragen, ongeacht of we spreken over de regeringen, naties of gemeenschappen. De gewenste hervormingen komen niet plotseling, zij vereisen van ons hard en lang werken, moeilijkheden kunnen overwinnen, in onszelf investeren, doorzettingsvermogen, standvastigheid en samenwerking.
Er is één kortstondige gebeurtenis in het gehele proces, en dat is het kritieke moment waarop de persoon het voornemen en de wil heeft om het op te lossen. Allah (de Verhevene) zegt: “…indien zij een verzoening willen, zal Allah tussen hen beiden een verzoening bewerkstelligen.” Soerat an-Nisaa-e (4), aayah 35. Hier zien we dat de wil om tegemoet te komen, benodigd is om de hulp van Allah (de Verhevene) te realiseren. Deze wil moet vanuit het individu zelf komen. Het is echter niets meer dan het eerste zetje om alles in beweging te zetten en hem voort te stuwen in een proces. Wat bij anderen als een spontane verandering schijnt, is in werkelijkheid de inwijding van een initiatief.
Het is niet onze bedoeling om iemands gevoel van hoop richting zijn Heer te verminderen. Wij benadrukken slechts de betekenis van verantwoordelijkheid die de hoop zou moeten begeleiden. Het is een ernstig probleem wanneer moslims zichzelf toestaan geleid te worden door vele woorden en retoriek die ten koste gaan van een stevige greep op de werkelijke realiteit, die kan worden vertaald naar een zinnig programma van gedachten en verantwoordelijke daden.
Doelstellingen, of ze nu groot of klein zijn, kunnen spontaan overkomen bij degenen die zich aan de buitenkant bevinden, die niet aanwezig waren ten tijde van de nieuwe onderneming, die er niet bij waren ten tijde van haar pijnlijke geboorte, haar eerste stapjes en de lange groeiperiode. Waarlijk, ieder menselijk streven is onderworpen aan deze natuurlijke orde. Allah (de Verhevene) maakt dit duidelijk wanneer Hij een uitzondering op deze regel maakt. Hij zegt: “Voorwaar, de gelijkenis (van de schepping) van ‘Iesa is bij Allah als de gelijkenis (van de schepping) van Adam. Hij schiep hem uit aarde en zei vervolgens tot hem: ‘Wees,’ en hij was.” Soerat Aal-‘Imraan (3), aayah 59. Daarom is het gepast voor degenen die hopen op verandering en hervormingen en degenen die lijden onder de last van zwakzinnigheid en de achteruitgang waarin we leven, om de eerste stappen te sturen naar waar de individuele verantwoordelijkheid ligt.
Wij gaan niet de wereld veranderen of rare sprongen maken. Van mensen die gewend zijn geraakt aan blamages, schaamte en inactiviteit, kan niet verwacht worden dat zij plotseling een prijzenswaardige, productieve en verantwoordelijke natie zijn, zonder daarvoor aanzienlijke pogingen te doen.
Wij zouden de pogingen kleineren waar wij toe in staat zijn. Onze omstandigheden kunnen niet en zullen niet binnen een dag veranderen. Dit betekent niet dat wij laks blijven en wachten op een mirakel dat vanuit de hemelen zal neerdalen. Ja, wij geloven dat verlossing die van Allah (de Verhevene) wordt ontvangen, een vorm van aanbidding is, ook al is er geen authentieke overlevering die dit expliciet zegt. Echter, dit geloof betekent niet dat we achterover moeten zitten en onze handen over elkaar moeten plaatsen. Het betekent dat we het initiatief moeten nemen om tot de verlossing te komen en dan onze hoop in Allah’s Belofte voor Zijn Hulp plaatsen. Waarlijk, Allah (de Verhevene) belooft dat gemak na moeilijkheid zal komen.
Allah (de Verhevene) zegt: “Hebben wij jouw borst niet verruimd (O Moh’ammed). En Wij hebben jouw last van je weggenomen.” Soerat As-Sharh’ (94), aayah 1-2.
Maandblad “Wij Moslims” jaargang 4, nr. 4