Bibliotheek

Kijken in de spiegel

Vertaald en bewerkt door Aboe Dardaa-e
2483 keer gelezen

Kijken in de spiegel

De moslimgemeenschap dient diep na te denken over de oorzaken van vele van onze problemen in deze wereld. Het is jammer dat velen van ons weigeren of gebrekkig zijn in te zien, dat wij zelf de hoofdreden voor onze tekortkomingen en gebreken zijn. Wij zijn vaak meer tevreden met het wijzen naar de onderdrukking of onrechtvaardige wetgeving, of een bepaalde heerser of land als oorzaak van onze problemen. Echter, denken wij wel eens na over de vraag hoe een heerser of natie ons ooit kan beheersen of ons kan onderdrukken met straffeloosheid? Kijken wij wel eens in de spiegel, voordat wij uitwendige factoren zoeken als de oorzaak van ons lijden, ontevredenheid of enige andere klacht? Sommigen zijn zelfs zo ver gegaan om de Islaam de schuld te geven voor hun achteruitgang en slechte toestand! Hoe verkeerd is een dergelijke conclusie, om maar niet te spreken over hoe duidelijk dit een teken van onwetendheid en een verslagen mentaliteit is! Er is geen grotere oorzaak voor menselijke vooruitgang dan de Islaam en enkel toen mensen de Islamitische principes aannamen, overwonnen zij. Omgekeerd, het was wanneer de moslims deze principes verlieten, dat zij begonnen te wankelen.

De welgerespecteerde hedendaagse geleerde, Sheikh Moh'ammad ibn Saalieh' ibn Al 'Oethaymien (moge Allah hem genadig zijn) gaf eens aan wat wij allen dienen toe te geven; namelijk: welke schade en moeilijkheid de mensen getroffen heeft in hun welvaart of veiligheid, bij individuen of samenlevingen, het is als gevolg van hun zonden en dat zij de geboden van Allah en Zijn voorgeschreven wetten hebben verwaarloosd; en het zoeken van een oordeel bij mensen in plaats van de voorgeschreven wetten van Allah, Degene Die de gehele creatie geschapen heeft en genadiger is geweest (en nog steeds is) jegens hen dan hun eigen moeders en vaders, en Hij is Degene Die beter weet dan zijzelf wat goed is voor hen.

Hij verklaarde tevens: bij Allah, zonden beïnvloeden de veiligheid van een land. Zij beïnvloeden haar gemak, haar overvloed, haar economie en zij (de zonden) hebben invloed op de harten van hun mensen. Zonden zorgen voor vervreemding tussen mensen; zonden zorgen ervoor dat een moslim zijn moslimbroeder ziet, alsof hij een andere religie volgt dan de Islaam.

De Sheikh vervolgde met het uiteenzetten van het juiste perspectief betreffende de toestand van de moslims: het is verplicht voor ons, als moslims en gelovigen, dat wij de gebeurtenissen bezien vanuit een Islamitisch perspectief, zoals uiteengezet is in het Boek van Allah en de Soennah van Zijn boodschapper (Allah’s vrede en zegen zij met hem). Als we namelijk naar hen kijken vanuit een materialistisch perspectief, dan zijn de ongelovigen sterker dan ons in materialistische zin en hebben zij de heerschappij over ons en worden wij slaven van hen. Echter, als wij kijken vanuit een Islamitisch perspectief, middels het Boek van Allah en de Soennah, dan zullen wij al datgene dat de oorzaak is van deze misstanden achterlaten; en als wij terugkeren naar Allah en het helpen van de Dien (religie) van Allah, dan zegt de Machtige en Majestueuze in Zijn Boek - en Hij is de Meest Waarheidsgetrouwe in Spraak en de Meest Bekwame: "En Allah zal zeker hen helpen die Hem (Zijn godsdienst) helpen. Voorwaar, Allah is Zeker Sterk, Geweldig" Soerat Al-H’adj (22), aayah 40-41.

Wij dienen daarom onze zonden te bezien als de oorzaak van onze problemen. En wat onze edele geleerde (d.w.z. Sheikh ibn al-‘Oethaymien) heeft uitgelegd is niet nieuw, noch pas ontdekt. Het is juist overgeslagen, genegeerd of lang vergeten door velen van ons. De grote geleerde Ibnoe l-Qayyim al-Djawzieyyah (moge Allah hem genadig zijn) heeft de volgende woorden geschreven in een bekende verhandeling – die wij hieronder sterk samengevat weergeven -  getiteld Al-Djawaab al-Kaafiey, als antwoord op een brief aan hem, geschreven door een individu die advies zocht over hoe zichzelf te zuiveren van een grote zonde. Misschien zal het ons helpen, als wij wijs zijn, om te realiseren wat de werkelijke bron is van onze problemen als geheel en hopelijk zal het als stimulans dienen om te werken voor (zelf)verandering. 

Laten wij kijken naar de vreselijke gevolgen van het verrichten van zonden in het algemeen:

1) De onthouding van kennis: Kennis is een licht dat Allah plaatst in het hart en ongehoorzaamheid dooft dit licht. Imaam as-Shaafie'ie zei: “Ik klaagde bij Wakie' over de zwakte van mijn geheugen en hij gebood mij weg te blijven van zonden en hij zei: “Weet dat kennis een gunst is en de gunst van Allah wordt niet gegeven aan de zondaar.”

2) De onthouding van (levens)onderhoud: Zoals Taqwaa levensonderhoud brengt, zo zorgt het verlaten van Taqwaa voor armoede. Er is niets wat onderhoud kan brengen, zoals het verlaten van ongehoorzaamheid. De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft gezegd: “De dienaar ontvangt de zegening niet als gevolg van de zonde die hij treft.” (Allahoe Akbar! Hoe vaak begaan wij zonden om een zegening van Allah te verkrijgen, terwijl dit hetgeen is wat tussen ons en de zegening instaat. Sommige moslims, moge Allah ons leiden en genadig zijn, scheren hun baard af om werk te krijgen; sommige zusters doen hun hoofddoek af om ‘geaccepteerd’ te worden op een werkvloer, en sommigen verlaten zelfs hun gebeden! Allen niet realiserend dat dit juist tussen hen en het verkrijgen van de zegening van Allah, Verheven en Geprezen is Hij, in staat. En waarlijk, de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) spreekt niet uit begeerte, het is slechts de openbaring die geopenbaard werd)

3) De verhindering van gehoorzaamheid (aan Allah). Als er geen andere bestraffing voor zonde zou zijn, behalve deze, dan zou dit voldoende zijn. 

4) Ongehoorzaamheid verzwakt het hart en lichaam. De kracht van de gelovige zit in zijn hart, en telkens wanneer zijn hart sterker wordt, wordt ook zijn lichaam sterker. En wat betreft de overtreder - ook al heeft hij een sterk lichaam - hij is de meest zwakke, wanneer de nood daar is en zijn kracht zal het lichaam verlaten wanneer hij deze het meest nodig heeft. Overdenk de sterkte van de lichamen van de Perzen en de Romeinen, over hoe hun kracht hen verliet, toen zij deze het meest nodig hadden. Overdenk de kracht van de Qoeraysh bij de Slag bij Bedr, en hoe Allah hen vernederde.

5) Ongehoorzaamheid zaait zijn eigen zaadjes en geeft geboorte aan zichzelf. Dit gaat zo door totdat het afstand nemen en het nalaten ervan een moeilijke opgave wordt voor de dienaar.

6) Zonden verzwakken de wil van het hart en de vastberadenheid, zodat het verlangen naar ongehoorzaamheid sterk wordt en de wil om berouw te tonen verzwakt, stukje bij beetje. Dit gaat door, totdat de wil om berouw te tonen helemaal uit het hart verdwenen is.

7) Elke vorm van ongehoorzaamheid is een erfenis van een natie van de naties die Allah, de Machtige en Majestueuze, heeft vernietigd. Sodomie is een erfenis van de mensen van Loet; het nemen van meer dan iemands recht en het geven van minder (dan men dient te geven) is een erfenis van de mensen van Shoe'ayb; het zoeken van grootheid in het land en het veroorzaken van verderf is een erfenis van de mensen van de Farao; en trots, arrogantie en tirannie is een erfenis van de mensen van Hoed. Kortom, de ongehoorzame draagt dezelfde mantel van sommige van deze naties die de vijanden van Allah waren – moge Allah ons tot Zijn geliefden maken.

8) Ongehoorzaamheid is een oorzaak van het veracht worden door zijn Heer. Al-H'asan al-Basriey (moge Allah hem genadig zijn) zei: "Zij werden verachtelijk in (Zijn Zicht) dus ongehoorzaamden zij Hem. Als zij eerbaar waren (in Zijn Zicht) dan zou Hij hen beschermd hebben. Allah de Verhevene heeft gezegd: “En wie er door Allah vernederd wordt: voor hem zijn er dan geen eerbewijzers.” Soerat Al-H’adj (22), aayah 18.

9) De negatieve effecten van de zonden zullen de naasten van de zondaar treffen, alsook de dieren, als gevolg van de slechtheid van de gevolgen van zonden.

10) De dienaar gaat door met het verrichten van zonden, totdat het begaan ervan gemakkelijk voor hem wordt en deze nietszeggend lijken in zijn hart, en dit is een teken van vernietiging. Elke keer dat een zonde nietszeggend wordt in het aangezicht van een dienaar, wordt het groot in het Aangezicht van Allah. Ibn Mas'oed (moge Allah tevreden met hem zijn) zei: "Werkelijk, de gelovige ziet zijn zonden alsof hij staat bij de voet van een berg, vrezend dat het op hem zal vallen, en de zondaar ziet zijn zonden als een vlieg die (voor) langs zijn neus gaat, dus probeert hij deze te verwijderen door met zijn hand te wuiven." Overgeleverd door Al-Boekhaarie.

11) Alle eer ligt in de gehoorzaamheid aan Allah. 'Abdoellaah ibn al-Moebaarak zei: "Ik heb zonden de harten zien doden en vernedering wordt geërfd door hun continuïteit. Het verlaten van zonden geeft leven aan de harten en het verhinderen van jouw ziel (zonden te plegen) is beter voor haar.

12) Ongehoorzaamheid corrumpeert het intellect. Het intellect heeft licht en ongehoorzaamheid dooft dit licht; en wanneer dit licht gedoofd is, wordt het zwak en gebrekkig. 

13) Wanneer ongehoorzaamheid toeneemt, wordt het hart van de dienaar verzegeld, waardoor hij wordt zoals degenen die achteloos zijn. Allah de Verhevene zegt: “Maar Nee! Een vlek is achtergebleven op hun harten als gevolg van wat zij verdienden (d.w.z. hun handelingen).” Soerat Al-Mutaffiffien (83), aayah 14

14) Zonden zorgen voor verderf in het land. (Zonden zijn oorzaak van) het bederven van de wateren, de lucht, de planten, fruitsoorten en woningen. Allah de Verhevene zegt: “Het verderf is op het land en de zee zichtbaar door wat de mensen hebben verricht, zodat Hij hun een gedeelte van wat zij hebben verricht, doet proeven. Hopelijk zij zullen berouw tonen.” Soerat Ar-Roem (30), aayah 41.

15) Het verdwijnen van schaamte, wat de essentie is van het leven van het hart en de basis van al het goede. Het verdwijnen ervan is het verdwijnen van al wat goed is. In een authentieke overlevering, heeft de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) gezegd: "Bescheidenheid is al het goede." Overgeleverd door Al-Boekhaarie 6118, Moeslim 38, Aboe Daawoed 4896 en Ah'mad 428.

Er is ook overgeleverd door Aboe Mas’oed ‘Oeqbah ibn ‘Amr al-Ansaarie al-Badrie (moge Allah tevreden met hem zijn) dat de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft gezegd: “Wat de mensen van de voorgaande profeten hebben meegekregen is: ‘Als je geen schaamte hebt, doe dan maar wat je wil.” Overgeleverd door Al-Boekhaarie 3483.

Een dichter zei tot slot: “En bij Allah, er is geen goeds in het leven of in de wereld, wanneer schaamte vergaat.” 

16) Zonden verzwakken de indruk van de grootheid van Allah de Almachtige in het hart van de dienaar. 

17) Zonden zijn de oorzaak van het vergeten worden van de dienaar door Allah; het zorgt voor het verlaten van de dienaar en het hem achterlaten met zijn ziel en zijn shaytaan en dit is de vernietiging waarvoor geen verlossing bestaat.

18) Zonden verwijderen de dienaar van het niveau van Ih'saan (het goede doen op de beste manier, d.w.z. Allah aanbidden alsof je Hem ziet, en weet dat als jij Hem niet ziet, Hij ziet jou wel!) en de dienaar wordt verhinderd van het verkrijgen van de beloning van hen die handelingen op de meest uitmuntende wijze verrichten. Wanneer Ih'saan het hart vult, dan behoedt het haar voor ongehoorzaamheid.

19) Ongehoorzaamheid zorgt voor het verminderen van de gunsten van Allah en rechtvaardigt Zijn bestraffing. Geen zegening stopt met het bereiken van een dienaar, behalve een zonde, en geen bestraffing wordt verdiend behalve door een zonde. 'Aliy ibn Abie Taalib (moge Allah tevreden met hem zijn) zei dan ook: “Geen beproeving (hier: in de vorm van rampspoed) wordt neergezonden behalve als gevolg van een zonde en het (de beproeving) wordt niet weggenomen, behalve door berouw.” 

Allah de Verhevene zegt: “En er treft jullie geen ramp, of het is vanwege wat jullie handen hebben verricht, maar Hij vergeeft veel.” Soerat Ash-Shoera (42), aayah 30. En de Verhevene zegt ook: “Dat is omdat Allah nimmer een genieting die Hij aan een volk heeft geschonken, verandert (in een bestraffing), tenzij zij veranderen wat zich bij hen bevindt: en voorwaar, Allah is Alhorend, Alwetend.” Soerat Al-Anfaal (8), aayah 53.

Moge Allah genade hebben met ons allen en ons helpen om de zonden te verlaten, die de oorzaken zijn van al onze problemen! al-Haramain Online Nieuwsbrief,  Vol. 2 Uitgave 6.


AL.ISLAAM.COM
Uw mobiele kennisbron over de Islaam

BESCHIKBAAR OP DE VOLGENDE APPARATEN