Bibliotheek

Gedurende zijn Khalifaat trok ‘Oemar ibnoe Al-Khattaab (moge Allah tevreden met hem zijn) eens uit naar Ash-Shaam (Palestina, Syrië, Jordanië) en met hem was Aboe ‘Oebaydah (moge Allah tevreden met hem zijn). Zij bereikten een diep beekje dat zij moesten oversteken, dus deed ‘Oemar (moge Allah tevreden met hem zijn) zijn sandalen uit en droeg deze op zijn schouders. Vervolgens nam hij de teugels van zijn kameel en begon hij zich door het water te bewegen. Aboe 'Oebaydah (moge Allah tevreden met hem zijn) werd bedroefd doordat hij de Khaliefah van de moslims in deze toestand zag en zei: "Ik ben bang dat de mensen van het dorp u als oneerbaar zullen beschouwen." 'Oemar (moge Allah tevreden met hem zijn) zei, "O Aboe 'Oebaydah, was het maar iemand met minder kennis dan jij die een dergelijke opmerking maakte. Wij waren de meest vernederden van de mensen en Allah schonk ons eer met deze Islaam. Nu, wanneer wij eer zoeken in iets anders dan waarmee Allah ons geëerd heeft, dan zal Hij ons (wederom) vernederen.”]

Dierbare broeders en zusters, wij horen vaak dat de overwinning van Allah (de Verhevene) iets is dat beloofd en zeer dichtbij is. Echter, sommigen van ons geloven niet werkelijk in hun harten dat Allah de overwinning zal schenken aan de Islaam. Sommigen van ons kunnen denken dat deze overwinning waarover Allah spreekt enkel weggelegd is voor een zekere "sterrenstatusgroep" van de gelovigen, of dat de overwinning enkel was voor een zekere tijd in de geschiedenis.

We dienen te begrijpen dat het niet zomaar iemand is die ons dit beloofd – het is Allah, de Heer van de hemelen en aarde. En het is niet slechts een belofte van het Hiernamaals, maar het is ook beloofd in dit leven. In Soerat 

Ghaafier (40), aayah 51 lezen wij: “Voorwaar, Wij zullen onze boodschappers en degenen die geloven zeker helpen, in het wereldse leven en op de Dag dat de getuigen zullen opstaan.” We kunnen enkel hopen op overwinning wanneer wij onze loyaliteit betuigen aan Allah, Zijn boodschapper en de gelovigen - en aan niemand anders! In Soerat Maa-iedah (5), aayah 56, lezen wij: “En wie Allah tot Beschermer neemt en Zijn boodschapper en degenen die gelovig zijn: voorwaar, de groep (volgelingen) van Allah is overwinnaar.”

Eer en overwinning komen enkel van Allah (de Verhevene). Degene die dit zoekt bij iemand anders dan Allah, niets behalve vernedering wacht op hem. In Soerat An-Nisaa-e (4), aayah 138 en 139, lezen wij: “Waarschuw de huichelaars dat er voor hen een pijnlijke bestraffing is. Degenen die de ongelovigen in plaats van de gelovigen als beschermers nemen: is het de eer ('Izzah) die ze bij hen zoeken? En voorwaar, alle eer ('Izzah) is bij Allah.”

En wanneer iemand denkt dat deze overwinning en eer, die is beloofd aan de vromen, enkel een illusie is, zij herhalen in feite de uitspraken van de Moenafiqien (huichelaars) die hen voor zijn gegaan. Allah de Verhevene heeft hun bespotting genoemd in Soerat Ah'zaab (33), aayah 12: “En (gedenk] toen de huichelaars en degenen in wiens harten een ziekte is, zeiden: "Allah en Zijn boodschapper hebben ons slechts een misleidende belofte gedaan.”

Was de belofte van overwinning slechts een illusie? Laat de Qor-aan ons de uitkomst vertellen - mijn dierbare broeders en zusters - over de slag van al-Ah'zaab. De Slag van de Bondgenoten (Ghazwah Al-Ah’zaab) is ook bekend als de Slag van de Greppel (Ghazwah Al-Khandaq).

Allah (de Verhevene) vertelt ons: “En Allah dreef de ongelovigen en hun woede (over hun verlies) terug; zij verkregen niets van het goede. En Allah hield (de ongelovigen) af van de gelovigen in de strijd. En Allah is Sterk, Almachtig.” Soerah Al-Ah’zaab (33), aayah 25.

Ibn Kathier (moge Allah hem genadig zijn) zei: "Degene die een plaats van eer wenst in dit leven en het volgende, laat hem stevig vasthouden aan de gehoorzaamheid van Allah - zijn doel zal (dan) gerealiseerd worden. Dit is zo omdat dit leven en het volgende aan Allah toebehoort en alle eer de Zijne is. Allah (de Verhevene) zegt in Aal ‘Imraan (3), aayah 26: “Zeg: O Allah, Koning van het Koninkrijk, U schenkt het Koninkrijk aan wie U wilt, en U ontzegt het Koninkrijk aan wie U wilt, en U eert wie U wilt, en U vernedert wie U wilt, in Uw Hand is het Goede. Voorwaar, U bent Almachtig over alle zaken.”

Koning, prins, graaf, markies, burggraaf, baron en ridder - dit waren de namen die de Engelsen gebruikten om edelheid aan henzelf toe te bedelen. Mensen wensen graag geëerd te worden in dit leven, dus trekken zij er op uit in een zoektocht naar zaken die hen deze eer zal schenken.

Sommigen zoeken het in geld - maar wanneer de markt instort dan verliezen zij alles, zij begaan zelfmoord of leven in schaamte. Sommigen zoeken het in diploma’s - maar deze zelfde diploma’s kunnen hun onderscheidingen zijn, voor arrogantie over anderen. Sommigen zoeken het in militaire macht of leidinggevende positie - maar wanneer de tafels op hen gekeerd worden, worden zij de meest vernederden.

Enkel in de aanbidding van Allah (de Verhevene) kan de werkelijke eer gevonden worden omdat alle eer Allah toebehoort. In Soerat Al-Moenaafiqoen (63), aayah 8, lezen wij: “En alle macht behoort aan Allah en Zijn boodschapper en aan de gelovigen, maar de huichelaars weten het niet.”

Al-H'asan al-Basri (moge Allah tevreden met hem zijn) zei betreffende de zondaren: "Ook al kletteren de voetstappen van hun rijdieren met hun erboven op, en dragen hun muilezels hen zo elegant, boven hen hangt ten allen tijde de vernedering van zonde. Allah zal niemand van hen die Hem ongehoorzaam zijn meer dan vernedering toestaan."

In Soerat Al-H'adj (22), aayah 18, lezen wij: “…En wie er door Allah vernederd wordt: voor hem zijn er dan geen eerbewijzers…” 

“Hij doet wat? Bouwt hij een boot, midden in de woestijn?" De mensen van Noeh' (vrede zij met hem) renden uit om te zien of het nieuws waar was. Um-hmm, daar was hij inderdaad; een grote boot bouwend, zonder een druppel water op die plaats.

Allah (de Verhevene) vertelt ons in Soerat Hoed (11), aayah 38: “En hij bouwde het schip en telkens wanneer de vooraanstaanden van zijn volk voorbij kwamen, bespotten zij hem...”

Zij konden zichzelf er niet van weerhouden om hem te bespotten. "Hey Noeh', gisteren was je een profeet; ben je nu een timmerman geworden?"

Wat gebeurde er, beste broeders en zusters, vervolgens met die duivelse mensen die ongelovig waren in Allah's boodschapper gedurende 950 jaar - waar zijn zij nu? En wie was uiteindelijk de winnaar?

Zeker, aan het einde schonk Allah (de Verhevene) een beslissende overwinning aan Noeh' (vrede zij met hem). Nog meer, Allah (de Verhevene) vertelt Zijn profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) aan het einde van het verhaal van Noeh' (vrede zij met hem) hoe zijn overwinning altijd voor de gelovigen zal zijn: “Wees daarom geduldig. Voorwaar, het goede einde is voor de Moettaqoen (godvrezenden).”

In hun misleide zoektocht naar Al-'Izzah (eer) hebben de Grieken een vrouwelijke god verzonnen wiens enige taak is om overwinning en eer te schenken. Zij was een populair onderwerp in hun kunst, doorgaans afgebeeld als gevleugeld en draagster van een krans of palmboomtak. Zij noemden haar Nikè. En velen van ons die de Khotbah verlaten zullen helaas bedroefd de overblijfselen van de Griekse Shirk (afgoderij) op onze hedendaagse schoenen aantreffen. De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft gezegd: “Zeker, deze zaak (van Islaam) zal reiken waar de dag en nacht reiken. Allah zal geen stad en geen dorp sparen of Allah zal de Islaam er doen binnentreden, met adellijkheid of met vernedering. Edelheid die Allah schenkt met hun betreding van de Islaam, of vernedering die Allah op hen plaatst voor hun Koefr (ongeloof)" 

De overleveraar van de h'adieth, Tamiem Ad-Daarie (moge Allah tevreden met hem zijn) zei: "Waarlijk, ik zag dit in mijn eigen familie. Degenen van hen die moslim werden vonden voorspoed en nobelheid en eer. En degenen die keerden naar Koefr (ongeloof) vonden niets dan vernedering en beschaming en de Djizyah."

Er zijn verschillende wijzen waarop Allah de overwinning schenkt aan Zijn rechtgeleide dienaren: Allah kan hen overwinning schenken middels het martelaarschap. We lezen in de Qor-aan dat Allah (de Verhevene) ons vertelt dat wij niet dienen te denken dat degenen die op de Weg van Allah gestoven zijn, dood zijn. Nee, zij leven bij Allah, voor hen wordt goed gezorgd!

Allah (de Verhevene) kan de overwinning schenken door het grote succes in het verspreiden van iemands da'wah (da’wah: uitnodiging; anderen oproepen tot Allah (de Verhevene), om Zijn weg te volgen). De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft ons dit onderwezen in het verhaal van de jongeman en de koning. Aan het eind van het verhaal kon de koning de jongen enkel doden door de pijl (door de borst van de jongeman) te schieten, terwijl hij zei: "In de naam van de Heer van deze jongen." 

Nadat hij dit deed geloofde het gehele dorp in Allah alleen, de Heer van de jongen - ook al was de jongeman een martelaar geworden.

Allah (de Verhevene) kan de overwinning schenken middels de beproeving waardoor de gelovigen van de hypocrieten worden onderscheiden. Zoals een wijze ooit heet gezegd: "Alle dankbetuigingen komen Allah toe, Degene Die moeilijkheid op mij geplaatst heeft waarmee ik mijn vrienden onderscheid van mijn vijanden."

De overwinning kan tevens komen doordat Allah Zijn dienaar steunt met duidelijke en doorslaggevende argumenten. Een voorbeeld hiervan is hoe Allah (de Verhevene) Ibraahiem (vrede zij met hem) gesteund heeft tegen de tiran Namroed, toen hij zei dat ook hij het leven en de dood kan schenken. Ibraahiem (vrede zij met hem) antwoordde dat Allah waarlijk de zon van het oosten doet opkomen, dus laat hem opkomen in het westen (vroeg hij aan Namroed). Namroed stond toen verstomd en had geen antwoord. Allaahoe Akbar!

Kortom, wij weten allen dat de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zijn missie van Islaam begonnen is bij de berg van Safaa. 

Nadat hij zijn mensen vertelt heeft over Allah en de Laatste Dag, keerde ook Aboe Djahl - zijn eigen oom - zijn rug naar hem en zei hardop: "Moge jij vervloekt zijn O Moh'ammad! Is dit de reden waarom je ons bijeengeroepen hebt?" Hij draaide zich om en iedereen volgde hem, terwijl de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) alleen werd achtergelaten.

Twee decennia later, tijdens de afscheidsbedevaart, stond hij op diezelfde berg. Op dit moment was de overwinning van Allah (de Verhevene) uitgekomen, zoals Hij had beloofd. Heel Mekkah was nu Islamitisch geworden, een zee van gelovigen memoriseerden elke beweging van hun profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem). 

De boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) stond op de Berg van Safaa, gericht naar de Ka'bah, en reciteerde: "Er is geen god buiten Allah, de Enige. Hij heeft Zijn belofte waargemaakt. Hij heeft overwinning geschonken aan Zijn dienaar. Hij heeft eer en edelheid geschonken aan zijn leger. En Hij versloeg de bondgenoten helemaal alleen."

Maandblad Wij Moslims, Jaargang 4, nr. 8