Ik zoek toevlucht bij Allah tegen de vervloekte Shaytaan. In de Naam van Allah, de Erbarmer, de Meest Barmhartige. Waarlijk, alle lof behoort toe aan Allah, wij prijzen Hem, wij zoeken hulp bij Hem, en vragen Hem om vergeving. En we zoeken toevlucht bij Allah tegen het slechte in onszelf, en tegen het slechte in onze werken. Wie door Allah wordt geleid; niks of niemand kan hem misleiden, en wie Allah laat dwalen; voor hem is er geen leiding. En ik getuig dat er geen enkele godheid bestaat buiten Allah, Hij is de Enige, zonder deelgenoten, en ik getuig dat Moh’ammed Zijn dienaar en boodschapper is. Allah's Zegeningen en Vrede zijn met hem en zijn familie.
Voor u ligt alweer het vierde deel van deze serie onder de titel “het karakter van de moslimvrouw”, waarin iedere keer een eigenschap wordt bekeken die wij als moslimzusters dienen te bezitten. De karaktereigenschap die in de aflevering van deze maand centraal zal staan is het leergierig zijn, ofwel het belang van het zoeken naar kennis.
Het opdoen van kennis is één van de belangrijkste zaken in dit wereldse leven. Reeds vanaf onze geboorte maken we gebruik van de mogelijkheid die wij bezitten om kennis op te doen. Zo leerden we op jonge leeftijd bijna elke dag wel iets nieuws. We leerden hoe we moeten kruipen, lopen, eten, praten en schrijven, en vanaf het moment dat we naar school gingen, ging er pas echt een wereld voor ons open en raakte onze ontwikkeling in een stroomversnelling. Helaas is het bij veel mensen zo dat dit proces van kennis opdoen bij het verlaten van school tot stilstand komt. Bij vele mensen leeft het idee dat de tijd van studeren dan voorbij is en dat men op dat moment van het echte leven kan gaan genieten.
De meeste mensen gaan op zoek naar een baan en houden zich vanaf dat moment eigenlijk vrijwel alleen nog maar bezig met het vergaren van wereldse aangelegenheden, zoals een huis, een auto, kinderen etc. En omdat de mens hier zo druk mee is, komt hij vaak niet meer toe aan hetgeen waar het werkelijk om draait in dit tijdelijke, wereldse bestaan: het streven naar het Paradijs. Maar hoe anders is dit in de Islaam!
In de vorige aflevering van deze serie hebben we gesproken over het belang van een goede lichamelijke verzorging. Maar naast de verzorging van het lichaam, is het voor een vrouw zo mogelijk nog belangrijker om haar geest goed te verzorgen, door het opdoen van kennis. Het belang hiervan blijkt duidelijk uit de volgende h’adieth: “Het zoeken naar kennis is een plicht voor iedere moslim.” H’assan h’adieth, overgeleverd door Ibn Maadjah.
Bovenstaande h’adieth spreekt duidelijk over “iedere” moslim en deze verplichting geldt dus niet alleen voor de moslimman, zoals sommige moslims en veel niet-moslims denken. In de Islaam is het eveneens voor de vrouw zeer belangrijk om kennis te vergaren. In de inleiding van de eerste aflevering van deze serie hebben we reeds kort besproken waarom het zo belangrijk is dat moslimvrouwen kennis over de Islaam opdoen. We hebben daarbij geconcludeerd dat de moslimvrouw een sleutelrol speelt in onze pogingen om de moslimoemmah uit de droevige toestand te halen, waarin zij vandaag de dag verkeert. De vrouw is immers als eerste aangewezen om de nieuwe generatie moslims op te voeden en vervult op deze manier als het ware de rol van de moeder van de oemmah. Onze geliefde profeet Moh’ammed (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft dit belang van het onderwijzen van vrouwen onderschreven, toen hij zei: “Het onderwijzen van een vrouw is het onderwijzen van een volk, van een natie.”
De achterliggende reden hiervan is dat een vrouw de mogelijkheid bezit om haar kinderen op te voeden met kennis en vrees voor Allah de Verhevene. Wanneer wij ons als vrouwen allen in zouden zetten om deze taakstelling te bereiken, is het mogelijk om deze oemmah wederom te doen opleven. Maar hoe zal een vrouw deze plicht kunnen vervullen, als zij zichzelf niet eerst onderwijst? Wij zullen eerst onzelf moeten opvoeden, voordat wij onze kinderen een geslaagde opvoeding kunnen bieden. En de beste manier om onszelf op te voeden is door onze nafs te voeden met kennis. Wij vrouwen kunnen heel veel bereiken als we willen. We kunnen elkaar stimuleren en kennis aan elkaar doorgeven. We kunnen samenkomen en de kennis die we bezitten delen met onze zusters. Onze gebeden kunnen de plaats innemen van te veel praten en roddelen. Wanneer we onszelf trainen om met hart en ziel te luisteren naar de heilige Qor-aan, in plaats van te luisteren naar de televisie, muziek en roddelpraat, zullen onze ogen en oren van Allah zijn en niet meer naar het h’arame (het verbodene) kijken en luisteren. We hebben het zelf in de hand om ons geloof te bewaken en zo een plaats in het paradijs te verkrijgen en het belangrijkste middel hiertoe is het opdoen van kennis.
Allah de Verhevene toont ons op verschillende plaatsen in de Edele Qor-aan het belang van het bezitten van kennis. De volgende verzen zijn hier slechts twee voorbeelden van: “Zeg: “Zijn degenen die kennis hebben gelijk aan degenen die geen kennis hebben?” Voorwaar, het zijn slechts de bezitters van gezond verstand die er lering uit trekken.” Soerat az-Zoemar (39), aayah 9.
“Allah zal degenen onder jullie die geloven en degenen aan wie kennis is gegeven in rang verheffen. En Allah is Alwetend over wat jullie doen.” Soerat al-Moedjadilah (58), aayah 11.
Deze verzen tonen ons dat degene die kennis bezit bij Allah (de Verhevene) niet gelijk is aan degene die geen kennis bezit. Uit deze verzen en de eerder genoemde overlevering kunnen we afleiden dat het voor iedere moslimvrouw verplicht is om een zodanige hoeveelheid kennis te vergaren, dat zij in staat is om haar religie zo perfect mogelijk uit te voeren. Dit houdt onder meer in dat zij kennis neemt van de Qor-aan en de Soennah. Ook valt de kennis over Allah, Zijn Namen en Zijn Eigenschappen hieronder. Iedere moslim behoort te weten waarom de Qor-aan geopenbaard is en iedere moslim behoort tevens de leer en het doel ervan te begrijpen.Verder behoort een moslim in staat te zijn de opdracht van de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) te begrijpen.
Allah (de Verhevene) bericht ons dat zij die kennis bezitten de meest vrome en godvrezende dienaren zijn. Zij bezitten immers kennis van de Eigenschappen van Allah, hetgeen resulteert in meer vroomheid in hun harten dan bij hen die deze kennis niet bezitten. Daarom verheft Allah hen, ongeacht hun afstamming, boven anderen in rang. Uit het volgende Qor-aanvers blijkt duidelijk dat het bezitten van vrees voor Allah de Verhevene eveneens samenhangt met het bezitten van kennis: “Voorwaar, het zijn slechts de bezitters van kennis onder Zijn dienaren die Allah vrezen…” Soerat Faater (35), aayah 28.
Alle handelingen die een moslim onderneemt, dienen gebaseerd te zijn op kennis. Door kennis te vergaren is het mogelijk de leer van de Qor-aan en de Soennah op de juiste manier in praktijk te brengen. Verder leidt kennis tot ikhlaas (oprechtheid, zuiverheid van daden), opvoeding van de nafs (innerlijk, ego), taqwa (vrees voor Allah) en het bestrijden van het slechte in jezelf. Iedere moslim dient op zijn minst kennis te hebben van zijn rechten en vooral plichten in dit leven. De vergelijking van iemand zonder kennis over zijn religie is als iemand die het slagveld betreedt zonder wapens. Hoe kunnen we er immers verzekerd van zijn dat we de volledige beloning voor onze gebeden zullen ontvangen, als we de regels van het gebed niet kennen? Hoe kunnen we ons karakter Islamitisch vormen, als we niet op de hoogte zijn van het karakter van onze geliefde profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem)? En hoe kunnen we de Qor-aan op de juiste manier lezen, als wij de Arabische taal niet beheersen en niet op de hoogte zijn van de tadjweed-regels (recitatieregels)?
In de Qor-aan kunnen we lezen: “Weet dat er geen god is dan Allah en vraag om vergeving voor jouw zonden…” Soerat Moeh’ammad (47), aayah 19.
Uit dit vers blijkt dat een persoon eerst kennis behoort te vergaren alvorens over te gaan tot handelingen. We dienen eerst te “weten” en vervolgens te “handelen”. De Islaam spoort de moslim aan om eerst kennis op te doen en deze vervolgens in het dagelijkse leven toe te passen. Het belang van het toepassen van de kennis, die we hebben vergaard, blijkt duidelijk uit het volgende vers: “De gelijkenis van degenen aan wie de Torah is opgedragen en zich er vervolgens niet aan houden, is als de gelijkenis van een ezel die boeken draagt…” Soerat al-Djoemoe’ah (62), aayah 5.
Wanneer we de betekenis van dit vers tot ons laten doordringen, zien we dat een persoon die zijn kennis niet in praktijk brengt door Allah (de Verhevene) wordt vergeleken met een ezel, die bepakt is met boeken: hij lijdt onder het gewicht van deze boeken, terwijl de inhoud van de boeken hem niet ten voordeel is. In bovenstaand vers wordt gesproken over de mensen aan wie de Tawraat is opgedragen, maar in hoeverre verschilt de huidige situatie van onze oemmah vandaag de dag van de toestand van de joden? Zijn wij in deze anders dan het volk van Israa-iel? Of is dit vers eigenlijk ook van toepassing op de moslims vandaag de dag? Beste zuster, vecht ervoor dat je niet tot de ezels gerekend wordt en geef toepassing aan de Qor-aan in je dagelijkse leven. Zorg ervoor dat je de Qor-aanteksten niet langer meer alleen aan de muur of in de auto hangt ter versiering, maar neem de Qor-aan, lees erin en laat de verzen op je inwerken.
Vergeet hierbij niet dat je niet alleen kennis dient op te doen, maar dat deze kennis ook in praktijk gebracht moet worden. De Islaam is geen theoretische religie, maar een religie die op de praktijk is gericht en in het dagelijkse leven moet worden toegepast. Zo heb je er niets aan als je weet dat je jouw schoonheden middels de djilbaab dient te bedekken, wanneer je dit vervolgens niet doet. Je kunt jaren studeren en boeken uit je hoofd stampen, maar je zult hier niets aan hebben, wanneer je deze kennis niet in praktijk brengt. In een overlevering heeft de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) hierover gezegd: “Ik heb in de nacht van de Hemelreis mensen gezien, wiens lippen afgeknipt waren, en zij hadden tongen van vuur. Ik vroeg Djibriel: wie zijn dit? Hij zei: “Degenen onder je gemeenschap (oemmah) die de khoetbah (preek) geven en wat ze preken zelf niet toepassen.” Overgeleverd door Al-Boekhaarie en Moeslim.
Naast het toepassen van de kennis die je bezit, is het eveneens van groot belang dat je de kennis die je bezit ook doorgeeft. Aboe Oemaamah zei dat de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft gezegd: “Waarlijk, Allah en Zijn engelen, zelfs de mier die in zijn hol zit en de vissen in de zee, bidden allemaal voor degene die de mensen goed onderwijst.” Authentiek, overgeleverd door at-Tabaraanie.
De boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft eveneens voor hen gebeden. Hij (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei, zoals is overgeleverd door Zaid ibn Thabit: “Moge Allah licht (en vreugde en schoonheid in het gezicht) schenken aan een persoon die een h’adieth van ons hoort en deze onthoudt, totdat hij deze doorgeeft aan de anderen!” Authentiek, overgeleverd door At-Tiermiedzie.
Zoals we reeds hebben geconcludeerd in de inleiding heeft de vrouw een belangrijke rol bij het opdoen van kennis en het doorgeven hiervan, in de eerste plaats aan haar kinderen. De ontwikkeling van een evenwichtig, godvrezend mens ligt immers binnen het gezin. Wij dienen als vrouwen een voorbeeld te nemen aan ‘Aa-ishah (moge Allah tevreden met haar zijn), één van de vrouwen van de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem). Zij was een zeer bijzondere persoonlijkheid, die één van de belangrijkste posities in de Islamitische geschiedenis heeft vervuld. ‘Aa-ishah (moge Allah tevreden met haar zijn) was enorm intelligent en had een uitmuntend geheugen. Zo heeft zij onder andere meer dan tweeduizend ah’adieth overgeleverd en was zij zeer sterk in de uitleg van de Qor-aan, de Soennah en fiqh (Islamitische rechtswetenschap). Ze was de derde persoon die de gehele Qor-aan uit het hoofd kende en zij gaf haar kennis door aan vele vrouwen en kinderen (en zelfs mannen!).
Onze moeder der gelovigen ‘Aa-ishah (moge Allah tevreden met haar zijn) was in haar tijd de belangrijkste bron van ah’adieth en had de meeste kennis van de Soennah. Ze was de eerste faq’ihah in de Islaam en dat al op een leeftijd van slechts 19 jaar! En haar kennis bleef niet beperkt tot religieuze zaken, maar zij onderscheidde zichzelf tevens in poëzie, literatuur, geschiedenis en medicijnenen. ‘Aa-ishah (moge Allah tevreden met haar zijn) is het levende bewijs dat een vrouw geleerder kan zijn dan een man en dat ze een lerares kan zijn voor geleerden en experts. Al-Afnah ibn Qays zei eens: “Ik heb de toespraken van Aboe Bakr, ‘Oemar, ‘Oethman, ‘Aliy en de Khoelafa (m.v. van khalief) die na hen kwamen gehoord, maar ik heb nog nooit overtuigendere en mooiere woorden gehoord dan uit de mond van ‘Aa-ishah.”
En Imam az-Zoehri heeft eens over haar gezegd: “Als de kennis van ‘Aa-ishah bij elkaar werd gezet en werd vergeleken met de kennis van alle andere vrouwen van de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) en alle andere vrouwen, dan zou de kennis van ‘Aa-ishah groter zijn.” AlIsti’ab 4/1883; Al-Isabah 8/140.
En ‘Aa-ishah (moge Allah tevreden met haar zijn) was echt niet de enige geleerde moslimvrouw. Er zijn in de Islamitische geschiedenis ontelbare geleerde vrouwen geweest, die elke tak van de wetenschap bestudeerden en op vele terreinen experts waren. Beste zusters, waarom proberen we niet in de voetstappen te treden van onze zuster ‘Aa-ishah (moge Allah tevreden met haar zijn) en deze andere intelligente vrouwen? Het is onze plicht om het nalatenschap van de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) in stand te houden en te beschermen, hetgeen niet kan geschieden als er geen ernstige en oprechte zusters zijn, die lange dagen en nachten doorbrengen met het studeren, reflecteren en het onderwijzen van anderen. We leven vandaag de dag in een tijd, waarin de mogelijkheden om kennis op te doen onbeperkt zijn. Zo beschikken we over internet, boeken, tijdschriften en hebben we de mogelijkheid om lezingen en bijeenkomsten te bezoeken. Bovendien beschikken we in elke hoek van het huis, op elk moment van de dag, over licht, terwijl onze voorgangers nog bij het maanlicht moesten lezen. In onze tijd bestaan er uitgeverijen en drukkerijen, terwijl onze voorgangers de boeken die zij bezaten met hun eigen handen moesten schrijven. Wij beschikken over elektronische hulpmiddelen om h’adietharchieven te raadplegen, terwijl onze geleerde voorgangers vele dagen besteedden aan het zoeken naar bewijzen in bibliotheken of zelfs honderden kilometers moesten reizen om de betrouwbaarheid van een h’adieth te achterhalen. Zou onze kennis niet gestegen moeten zijn door al deze gemakken? Je zou het denken, maar dit is niet het geval. Het gemak waarmee we toegang hebben tot kennis, heeft er slechts voor gezorgd dat we lui zijn geworden en dat ons geheugen traag is geworden. De Sah’aabah waren in staat om een Qor-aanvers te onthouden, na het slechts één keer gehoord te hebben, terwijl wij hier vandaag de dag vele dagen, zo niet weken mee bezig zijn. We zien dat er veel Islamitische bijeenkomsten, lezingen en lessen worden georganiseerd, maar de opkomst is vaak bedroevend in vergelijking met het aantal moslims dat er in Nederland leeft. We besteden onze tijd vandaag de dag liever aan koopzondag of modeshows, dan aan het opdoen van kennis. Zusters klagen vaak dat er te weinig voor ons wordt georganiseerd, maar wat doen we er zelf aan om kennis te vergaren? Het is deze passieve houding die ervoor zorgt, dat moslims vandaag de dag niet langer de uitmuntende status bezitten, die zij ooit bezaten gedurende de eerste periode van de Islaam.
Als je werkelijk honger naar kennis heb, onderneem dan actie! Wanneer je dorst hebt, blijf je ook niet wachten tot iemand je water komt brengen. Nee, je loopt zelf naar de kraan! Dus als je werkelijk een goede intentie hebt en kennis wilt opdoen; ga dan op zoek. Ga naar de lokale moskee en kijk wat er voor zusters georganiseerd wordt. En als er niets georganiseerd wordt, onderneem dan zelf initiatieven om hier verandering in te brengen. Ga op zoek naar zusters, vorm een studiegroepje en doe kennis op. Neem een voorbeeld aan de vrouwen van de Ansaar (Ansaar: “helpers”, de moslims van al-Madinah die de gemigreerde moslims van Mekkah steunden), die naar de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) gingen en zeiden: “Wijs een speciale dag voor ons aan, zodat we van u kunnen leren, want de mannen hebben al uw tijd in beslag genomen en er is niets voor ons over.” Hij (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei tegen hen: “Jullie tijd is in het huis van die en die (één van de vrouwen). Hij kwam dus op die plaats naar hen toe en onderwees hen.” Fat-h’oe l-Baari, 1/195, Kitaaboe l-‘ilm.
Wanneer je vraagt om kennis, zul je altijd iemand vinden die je kan onderwijzen. Allah (de Verhevene) zal degene die hunkert naar kennis niet laten dwalen. Zoek een zuster die je kan onderwijzen en weet dat er altijd een zuster te vinden is, die meer kennis over een bepaald onderwerp bezit dan jij. En kijk wat je zelf kunt bijdragen aan de verspreiding van kennis. Misschien bezit je nog niet zoveel kennis, maar er zijn vele manieren om een bijdrage te leveren. Misschien beheers je je talen goed, waardoor je boeken van geleerden kan vertalen voor andere moslims, die de Arabische of Engelse taal niet beheersen. Misschien bezit je geld, wat je kunt uitgeven aan mensen die zich inzetten voor de verspreiding van kennis. En weet je wat het mooie is aan kennis?
De verdiensten die je ermee kunt opdoen eindigen niet na de dood. Is het niet zo dat wij nog steeds de boeken lezen van grote geleerden, die al jaren of zelfs eeuwen zijn overleden? Stel je de beloning eens voor die geleerden zoals Al-Boekhaarie, Moeslim en Ibn Kathier nog dagelijks ontvangen voor de inspanningen die zij honderden jaren geleden hebben verricht. Stel je voor dat jij een bijdrage hebt geleverd aan de productie van een Islamitisch boek. Is het niet zo dat dit boek zal blijven bestaan en door moslims zal worden gelezen, zelfs nadat jij zelf dit wereldse leven hebt verlaten? Is dit niet de beste manier om goede daden te verzamelen, zodat jouw daden zwaar zullen wegen op de weegschaal op de Dag des Oordeels?
Beste zusters, we moeten in gedachten houden wat onze geliefde profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) ons beloofd heeft. De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft gezegd: “Een ieder die een pad zoekt om kennis te vergaren (over zijn religie), Allah zal een pad naar het Paradijs voor hem gemakkelijk maken!” Overgeleverd door Moeslim.De boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft ons verder verteld, dat wanneer iemand het pad kiest om over de Islaam te leren, dit een teken is dat Allah (de Verhevene) van hem houdt en dat Hij het goede voor hem in dit leven en het volgende wenst. Van Moe’aawijah ibn Abie Soefyaan is overgeleverd, dat de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft gezegd: “Een ieder voor wie Allah het goede wenst, schenkt hij Fiqh (begrip) van de Dien (religie).”
En de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft ons verder verteld, dat de oprechte geleerden een plaats bij Allah (de Verhevene) hebben die niemand anders kan bereiken, en zij zijn de erfgenamen van de nalatenschap van de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) door het aan de wereld door te geven.
Hoe komt het dat we geen tijd kunnen vinden om slechts één of twee uurtjes per dag aan onze religie te besteden, terwijl we wel tijd kunnen vinden om al onze favoriete soaps te volgen? En waarom hebben we wel tijd om dagelijks uren in de keuken door te brengen met het bereiden van uitgebreide maaltijden, terwijl we geen kwartiertje kunnen vrijmaken om de Qor-aan te reciteren? Laten we eens terugdenken aan onze middelbare schooltijd of de tijd dat we bezig waren met onze vervolgstudie.
Hoeveel tijd hebben we niet gespendeerd met het blokken voor examens tijdens onze opleiding? Nachten bleven we wakker; we studeerden urenlang achter elkaar, zonder ook maar pauze te nemen. We sloten ons op in onze kamers en zeiden al onze afspraken af. Waarom kunnen we niet op deze manier studeren voor onze religie, voor kennis die er werkelijk toe doet? Onze opleiding had slechts een werelds doel. We studeerden voor het behalen van een diploma of voor het krijgen van een goede baan. Elke keer weer deden we ons uiterste best om onze toetsen te halen. Maar als we het goed beschouwen, kan dit wereldse leven ook gezien worden als een grote toets; de Toets der toetsen. En dit is de meest belangrijke Toets, die je niet nog een keer over zult kunnen doen als je een onvoldoende haalt. Bij de Toets der toetsen zul je fysiek worden afgerekend op je resultaten! Beste zuster, denk hierover na en besef je het belang van het opdoen van kennis. Laat je huishoudelijke taken of je school of je werk je niet afhouden van het vergaren van kennis. Je zult uiteindelijk geen excuus hebben. En als het je overdag echt niet mocht lukken, maak er dan een gewoonte van om na het Fadjr-gebed een boek ter hand te nemen. We moeten leren prioriteiten te stellen en we moeten leren om onze tijd beter in te delen. Probeer eens kritisch te kijken naar je eigen dagindeling. Heb je bijvoorbeeld echt drie kwartier nodig om met het gezin een maaltijd te nuttigen of kun je hier ook twintig minuten van maken en de rest van de tijd gebruiken om samen uit de Qor-aan te lezen?
Uit onderzoek is gebleken dat de Nederlandse jeugd maar liefst vier uur per dag voor de tv hangt! En dit betreft echt niet alleen niet-moslims. Hiermee zijn we de koploper in Europa. We hebben het hier nog niet eens over de slechte invloed die deze tv-uitzendingen op een persoon hebben, maar bedenk je gewoon eens wat je met deze tijd zou kunnen doen. Vier uur per dag is een halve school- of werkdag. Hoeveel Qor-aanverzen zouden we in die tijd kunnen leren? Als we een maand lang elke dag vier uur zouden investeren in het bestuderen van de Arabische taal, zouden we na een maand kunnen lezen en schrijven. Als we slechts één h’adieth per uur zouden leren, zouden we er vier per dag leren, wat gelijk staat aan 120 per maand! We moeten ons bedenken dat iedere minuut in ons leven ons de mogelijkheid biedt om onze status te verhogen. En is dit niet het doel van ons allen in dit wereldse leven? Willen we niet allemaal een hoge positie bereiken in het Hiernamaals? Wanneer we onze tijd goed besteden, kunnen we heel veel beloningen in de wacht slepen. En door onze tijd te spenderen met het opdoen van kennis, kunnen we er zeker van zijn dat we onze tijd in dit wereldse leven niet verspild hebben. In dit leven lijken alle wereldse zaken zo belangrijk te zijn. We worden beziggehouden met allerlei onzinnige zaken en zo afgehouden van hetgeen waar het werkelijk om draait. Maar beste zusters, we moeten ons beseffen wat het wereldse leven werkelijk voor waarde heeft. Hoe lang leven wij hier op aarde? Ouder dan 100 jaar zullen we waarschijnlijk niet worden. Maar laten we eens kijken naar de lengte van de Dag des Oordeels, waarover Allah de Verhevene ons vertelt in de Qor-aan: “De engelen en de geest (Djiebriel) stijgen tot Hem op, in een Dag waarvan de maat vijftigduizend jaren is. Heb daarom gepast geduld. Zij (de ongelovigen) zien (de straf) ver weg. Maar Wij zien die nabij.” Soerat Al-Ma’aaridj (70), aayah 4-7.
In een authentieke overlevering heeft Ibn ‘Abbaas (moge Allah tevreden met hem zijn) gezegd dat dit vers de duur van de Dag der Opstanding beschrijft. Allah (de Verhevene) vertelt ons verder hoe wij ons zullen voelen op deze Dag. Doordat deze Dag zo lang zal duren (vijftigduizend jaren!), zullen de mensen denken dat zij maar enkele uren op de aarde doorgebracht hebben, zoals Allah de Verhevene zegt: “En (gedenkt) de Dag waarop Hij hen bijeenbrengt, (dan is het voor hen) alsof zij niet langer (op aarde) hebben vertoefd dan één moment van de dag.” Soerat Yoenoes (10), aayah 45.
En in een ander vers zegt Hij: “En op de Dag waarop het Uur valt, zweren de misdadigers dat zij niet langer dan een uur (in hun graven verbleven). Zo zijn zij bedrogen.” Soerat ar-Roem (30), aayah 55.
Al deze bewijzen doen ons beseffen dat het leven van deze wereld niets voorstelt in vergelijking met het leven van het Hiernamaals. Wij denken nu dat het zo belangrijk is om nog even naar die film te kijken of om lekker uit te slapen. Maar bedenk hoe je je zult voelen op de Dag waarop je zult worden afgerekend voor je daden. Dit is de Dag waarop het zal lijken of je leven slechts een uurtje duurde. Je zal Allah smeken om je slechts één minuut te schenken om goede daden te verrichten, maar dan is het te laat. Hoe belangrijk zal die film op die Dag voor je zijn en op welke manier zal die film je kunnen helpen om in het Paradijs te geraken???
De vraag is nu hoe we een verandering in ons leven teweeg kunnen brengen. We moeten hierbij allereerst oprecht zijn in ons verlangen om de Islaam te bestuderen. We behoren kennis over onze religie op te doen om allereerst onszelf te verlossen van onwetendheid en om vervolgens anderen te helpen om zich te ontdoen van onwetendheid. Verder dienen we te zorgen voor de juiste intentie bij het opdoen van kennis. Luister naar het advies van Imaam Ibn Djamaa’ah, als je wilt weten wat nodig is om jouw intentie te zuiveren: “Een juiste en oprechte intentie bij het bestuderen van de Islaam, is het doel hebben om de tevredenheid van Allah te verkrijgen door datgene wat je doet. Je dient als doel te hebben om datgene wat je leert te praktiseren, om de Sharie’ah te doen herleven, in de hoop dat deze kennis licht zal schijnen in jouw hart, jouw ziel zal reinigen, en jou dichter bij Allah brengt op de Dag des Oordeels. Jouw intentie om de Islaam te bestuderen behoort niet voor wereldlijk gewin te zijn, zoals leiderschap, faam of macht. Je behoort niet te leren, zodat je hiermee vertoon kunt maken bij jouw collega’s of zodat mensen jou zullen eren en een voorname positie zullen geven bij hun bijeenkomsten...” Uit het boek van Imaam Ibn Djamaa’ah, Tadzkirat as-Saami’ wa l-Moetakallim.
Houd deze woorden in je achterhoofd en zorg voor een zuivere intentie, wanneer je kennis opdoet. Verder moet je je beseffen dat je een voortdurende strijd aan zal moeten gaan met Shaytaan (moge Allah hem vervloeken), wanneer je ervoor kiest om het pad van het vergaren van kennis te bewandelen, want hij wil niet dat je in je studie zult slagen. Allah de Verhevene zegt: “En wanneer jullie de Qor-aan lezen, zoek dan de bescherming van Allah tegen de vervloekte Shaytaan.” Soerat an-Nah’l (16), aayah 98.
De Shaytaan zal een stokje proberen te steken voor elke goede zaak, die je probeert uit te voeren. Hij zal je zeggen dat je beter morgen kunt studeren, en als de volgende dag is aangebroken, zegt hij weer hetzelfde. Heb je nooit meegemaakt dat je van plan was om een goede daad te verrichten, maar dat er op dat moment opeens honderd wereldse zaken door je hoofd schoten die je eigenlijk eerst nog moest doen? Uitstel komt van de Shaytaan! De Shaytaan zal je zeggen dat je het nu te druk hebt en dat je later in jouw leven nog tijd zult hebben om de Islaam te bestuderen; na je huwelijk of na je promotie of nadat je een baan hebt gevonden. De Shaytaan zal je bovendien influisteren dat de situatie van de oemmah verloren is, dat jouw studie niets zal veranderen en dat je jouw tijd dus niet moet verspillen. Hij zal je zeggen dat de moslims zich toch al in de ellende hebben gestort, dus dat het geen zin heeft om jouw kennis aan hen door te geven. Hij zal je zeggen dat de niet-moslims zodanig zijn afgedwaald, dat je geen moeite hoeft te doen om hen over de Islaam te vertellen. Hij zal je vertellen dat er genoeg geleerden zijn en dat ze jou niet nodig hebben. Bestrijd hem met het argument dat geleerden zullen sterven en dat de oemmah zal sterven, wanneer de kennis niet doorgegeven wordt aan de volgende generatie. Bestrijd hem door te zeggen dat er 1.4 biljoen moslims zijn en dat het nog altijd een groot probleem is om onderwijzers en geleerden te vinden, vooral in Westerse landen. Ga de strijd met hem aan en zorg dat jij als overwinnaar uit de strijd komt!
Beste zuster, bedenk dat je geen grote geleerde hoeft te zijn om een bijdrage te leveren aan de verspreiding van kennis. Er wordt niet van jou verwacht om fatawaa te geven of met de grote geleerden in discussie te gaan. Maar verricht zoveel als je kunt. Ga op zoek naar kennis. Zoek een zuster die je de Arabische taal kan onderwijzen. Spreek met een aantal zusters af dat je wekelijks de Qor-aan bestudeert, want dit zal je stimuleren om verder te komen. Hoe vaak horen we niet: “Ik heb mijn zusters hier niet bij nodig, want ik kan ook thuis studeren.” Maar doen we dit wel? Is het niet zo dat Shaytaan ons in de praktijk telkens weer verleidt, voordat we ook maar een boek in onze hand hebben genomen? Is het niet zo dat een schaap dat ver verwijderd is van de kudde gemakkelijker te vangen is door een wolf, dan een schaap dat zich in de kudde bevindt? Is het niet zo dat wij zusters elkaar zouden moeten stimuleren en onze kennis aan elkaar zouden moeten overdragen? Wij dienen tezamen te strijden om die felbegeerde plaats in het Paradijs te verdienen!
Beste zuster, besef het belang van het opdoen van kennis, voordat het te laat is. Neem een voorbeeld aan onze vrome voorgangsters en kijk kritisch naar je dagindeling. Vrees Allah, zuiver je intentie en begin vandaag nog met het vergaren van kennis. Want voor je het weet is het te laat...
Met deze woorden zijn we aan het einde gekomen van de vijfde aflevering van deze serie.
Maandblad Wij Moslims, Jaargang 4, nr. 8