Het is overgeleverd door ‘Aa-ieshah (moge Allah tevreden met haar zijn) dat zij zei: “Ik vroeg de boodschapper van Allah over de volgende aayah: “En degenen die hun giften gaven terwijl hun harten vol ontzag zijn omdat zij tot hun Heer zullen terugkeren. Zij zijn degenen die zich haasten om goede daden te verrichten en zij zijn daarbij de eersten.” Soerat Al-Moe-emienoen (23), aayah 60-61. En hij (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: “Nee, o dochter van As-Siddieq (d.w.z. Aboe Bakr) (moge Allah tevreden met hem zijn), het zijn degenen die vasten, gebeden verrichten en vrezen dat het niet van hen geaccepteerd zal worden. Zij wedijveren om goede daden.” Overgeleverd door At-Tiermiedzie.
De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft tegen zijn metgezellen (moge Allah tevreden met hen zijn) gezegd: “Als jullie zouden weten wat ik weet, dan zouden jullie weinig lachen en veel huilen.” De metgezellen (moge Allah tevreden met hen zijn) van de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) bedekten hun gezichten en begonnen te huilen” Overgeleverd door Al-Boekhaarie.
Wanneer de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) het gebed verrichtte, hoorde men een geluid zoals het geluid dat een molen afstaat.” Overgeleverd Aboe Daawoed.
Er is weer een jaar voorbijgegaan en de werkzaamheden van een heel jaar zijn verheven naar de meest Edele , de Alwetende. Heeft Allah (de Verhevene) deze daden van ons geaccepteerd of heeft hij deze verworpen? “Voorwaar, Allah aanvaardt alleen het offer van de Moettaqien.” Soerat Al-Maa-iedah (5), aayah 27.
Als wij onze dagboeken van het afgelopen jaar doorbladeren, dan zullen wij veel onzinnigheden terugvinden zoals een groep van de selef zei: “Als de zonden een geur zouden hebben dan zouden de mensen wegvluchten door de onaangename geur ervan.” Vele bladzijden zijn gevuld met laster, roddels en het vreten van elkanders eer en met zowel kleine als grote zonden. Wij volgen de bevelen niet op de gewenste manier op en wij zoeken de verboden zaken op in een avontuurlijke tocht en laten de lusten ons domineren.
Onze profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft gezegd: “Het Hellevuur is omringd door lusten en het Paradijs is omringd door moeilijkheden.” Overgeleverd door Al-Boekhaarie.
Veel mensen kijken niet naar de dure goederen van Allah (het Paradijs) en doen het weg voor een geringe prijs. In een overlevering staat: “Het Paradijs is dichterbij jullie dan jullie schoenveters en (voor) het Hellevuur (geldt) hetzelfde.” Overgeleverd door Al-Boekhaarie.
Een nieuw jaar heeft ons bereikt, en een jaar is verstreken; een nieuwe Ramadhaan heeft ons bereikt. Laat eenieder van ons zichzelf dan bekritiseren om te kijken wat wij dit jaar gezaaid hebben.
Het gebed
Wij hebben gebeden, maar hoe onachtzaam waren we? Hoeveel gebeden in Djamaa’ah (gemeenschap) hebben we achterwege gelaten en hebben in plaats daarvoor gekozen voor onze lusten?! Hoeveel keren hebben we ons verslapen en Salaat Al-Fadjr niet op tijd gebeden terwijl onze oren net deden of zij de oproeper van Allah (Moe-addzin: degene die de adzaan verricht) niet hebben gehoord wanneer hij zei: “As-Salaatoe khayroen miena n-Nawm (het gebed is beter dan de slaap)”?! En wie het gebed verwaarloost zal zeker ook andere dingen verwaarlozen! Hij zal geen aandeel hebben in de khoeshoo’ (kalmte, helderheid, concentratie, rust, waardigheid, ootmoed en nederigheid), noch in het besef van datgene wat men reciteert. Wij verlaten de moskeeën met hetzelfde gevoel als bij het binnentreden daarvan. De lusten van het wereldse leven vullen de harten en de misleiding van het wereldse belemmert ons lichaam om op de goede manier te functioneren: “Voorwaar, de Salaat (het gebed) weerhoudt van de gruweldaad en het verwerpelijke.” Soerat Al-‘Ankaboet (29), aayah 45.
O degene die het gebed thuis wil verrichten, jouw profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft niet eens voor een blinde man die zijn voetstappen niet ziet, die ver woont in de stad Al-Madinah en die niemand heeft die hem kan leiden naar de moskee van de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem), vrijstelling gegeven en hij (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei tegen hem: “Hoor je de oproep?” Hij zei: “Ja.” Hij (de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem)) zei daarop: “Geef daar dan gehoor aan.”
En jij! O degene die Allah (de Verhevene) gezondheid heeft geschonken en je vijf keer per dag uitnodigt naar Zijn Huis, en je verhoort Zijn oproep niet. De boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft gezegd: “Degene die overdag naar de moskee gaat of overdag terug naar huis (van de moskee) gaat, Allah (de Verhevene) zal voor hem een verblijfplaats in het Paradijs geven voor elke keer dat hij een middag gaat en terugkomt.” Overgeleverd door Al-Boekhaarie.
Het vasten
O degene die het goede wil verkrijgen, kom naar mij; en O degene die het verderfelijke wenst, neem afstand van mij. De selef verlangden naar de komst van de Ramadhaan, zij wachtten met smacht zoals men op een geliefde wacht die op een verre reis is. Zij brachten hun dagen in aanbidding door en hun nachten in gebeden. Zij stonden op en richtten hun harten naar de Heer van het oosten en het westen.
Zij wedijverden in smeekbeden: “En wanneer Mijn dienaren jou (O Moh’ammed) vragen stellen over Mij: voorwaar, Ik ben nabij, Ik verhoor de smeekbede van de smekende wanneer hij tot Mij smeekt.” Soerat Al-Baqarah (2), aayah 186. En zij hoopten dat zij elke nacht zouden behoren tot degenen die Allah (de Verhevene) van het Hellevuur zal redden, zoals de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft overgeleverd: “Allah heeft (mensen) die Hij van het Vuur redt, dit gedurende elke nacht in de maand Ramadhaan”
Het vasten heeft geen gelijkenis. Het is overgeleverd in de h’adieth van Aboe Oemaamah (moge Allah tevreden met hem zijn) dat hij zei: “O boodschapper van Allah, verwijs mij naar een handeling waarmee ik het Paradijs betreed. Hij (de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem)) zei: ”Vast, want het heeft geen gelijkenis.” Sah’ieh’ An-Nasaaie.
Ons vasten in deze tijd heeft zelf het vasten nodig! Wij zoeken toenadering tot Allah (de Verhevene) door het nalaten van toegestane zaken, van eten en drinken, terwijl wij aan de andere kant onszelf dompelen in afkeurenswaardige zaken en verboden. Wij brengen onze dagen door tussen liederen en valse hoop. En onze nachten brengen we door in cafés en met feesten. Terwijl onze edele profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft gezegd: “Wie niet stopt met kwaadsprekerij en het gedrag dat er mee gepaard gaat, Allah heeft er geen behoefte aan dat hij zijn voedsel en drinken opgeeft.” Sah’ieh’ Al-Boekhaarie
Hebben wij nooit gedacht om één dag omwille van Allah (de Verhevene) te vasten buiten Ramadhaan?
Weet dat de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft gezegd: “Degene die een dag omwille van Allah vast, Allah zal zijn gezicht 70 lentes (jaren) doen verwijderen van het Hellevuur.” Overgeleverd door Al-Boekhaarie.
Az-Zakaat
Az-Zakaat is gekoppeld aan de Salaah in de Qor-aan, het is de grootste verplichting na as-Salaah. Wij hebben ons afgewend van het betalen daarvan, en hebben er niet voor gezorgd om het op de wettige manier op haar juiste bestemmingen uit te geven. Velen van ons zijn zelfs jarenlang te gierig geweest om het uit te geven. De armen zijn niet armer geworden behalve doordat de rijken de Zakaat niet uitgeven. O jij, degene die de Zakaat niet betaalt, wees gewaarschuwd voordat het te laat is. Je verzamelt het geld van h’alaal (toegestane) bronnen en spaart goud en zilver, al je schatten zul je aan je erfgenamen achterlaten die daarvan zullen genieten, terwijl jij, staand tegenover de Almachtige, gevraagd zult worden over elke euro, hoe je die verkregen hebt en waaraan je het besteed hebt.
Het is overgeleverd dat de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) gezegd heeft: “Degene die door Allah geld wordt gegeven en die de Zakaat daarover niet uitgeeft, voor hem zal er op de Dag der Wederopstanding een As-Shoedjaa’ Al-Aqra’ (slang) met twee zabibatayn (twee hoektanden of twee zwarte punten boven zijn ogen) aangesteld worden die hem op die Dag zal omsingelen en bij zijn kaken zal pakken en tegen hem zal zeggen: “Ik ben jouw geld, ik ben jouw schat.” Overgeleverd door Al-Boekhaarie.
De Qor-aan
De boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: "O mijn Heer, voorwaar, mijn volk heeft deze Qor-aan achtergelaten.” Soerat Al-Foerqaan (25) aayah 30. Wij hebben het Boek van Allah (de Verhevene) verlaten; wij hebben het uit onze harten verdreven en hebben het op ons meubilair als sierwerk geplaatst en aan de voorzijde van winkels gelegd en op het dashboard van onze auto’s gelegd, terwijl wij geen één letter van de Qor-aan in ons leven in de praktijk brengen.
Mannen en vrouwen zijn ongehoorzaam tegenover de Schepper van de schepselen. De Qor-aan is voor ons een stuk zang geworden en het kan zijn dat wij het 1 of 2 keer in het jaar uitlezen. Velen doen hun best om de letters ervan goed uit te spreken, maar vergeten aan de andere kant zijn geboden na te komen en zijn verboden na te laten.
Een man onder ons kan een aayah voorbij zien gaan die hem gebiedt om gehoorzaam te zijn: “O jullie die geloven, gehoorzaamt Allah en gehoorzaamt de boodschapper ...” Soerat Moh’ammed (47) aayah 33. En hij denkt er niet aan dat dit ook voor hem geldt.
En de vrouw leest de aayaat over de H’iedjaab: “O profeet, zeg tot jouw echtgenotes en tot jouw dochters en tot de vrouwen van de gelovigen dat zij hun overkleden (Djilbaab) over zich heen laten hangen…” Soerat Al-Ah’zaab (33) aayah 59. Maar zij heeft het idee dat dit niet op haar slaat.
En jij, o degene die de Qor-aan in zijn hart draagt, hetgeen wat je draagt heeft een zwaar gewicht. Het zal als bewijs voor jou of tegen jou gebruikt worden.
Ibn Mas’oed (moge Allah tevreden met hem zijn) heeft gezegd: “Degene die de Qor-aan in zijn hart draagt dient bekend te zijn met zijn nacht (gebed) als de mensen slapen en dient bekend te zijn met (het vasten van) zijn dag als de mensen overdag eten en met zijn bedroefdheid als de mensen blij zijn en met zijn gehuil als de mensen in gelach uitbarsten en met zijn stilte als de mensen luidruchtig zijn en met zijn khoeshoe’ als de mensen zich met andere dingen bezig houden.”
Vrees voor Allah
Het is het advies van de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem), toen de metgezellen (moge Allah tevreden met hen zijn) hem vroegen: “Het lijkt net een afscheidsrede, geef ons advies!” Hij (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: “Ik raad jullie aan om godvrezend te zijn.” Sah’ieh’ Aboe Daawoed en At-Tiermiedzie.
Wanneer beginnen we met het toepassen van de vrees voor Allah (de Verhevene)?
Wij hebben geen vrees voor Allah (de Verhevene) in het geheim, noch in het openbaar. Wij pronken om de mensen te laten zien dat wij godvrezenden en asceten zijn, maar als we ons afzonderen dan schenden we de verboden van Allah (de Verhevene) en zijn we niet bang voor de plannen van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem).
Ibraahiem At-Taymiey heeft gezegd: “Er is geen moment dat ik mijn woorden heb getoetst aan mijn daden (om te kijken of ze overeenkomen) en geen vrees ervoor had dat ik een leugenaar zou zijn.” Ibn Maliekah heeft gezegd: “Ik heb 30 personen van de metgezellen (moge Allah tevreden met hen zijn) van de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) tijdens hun leven bereikt, elk van hen had vrees voor Nifaaq (huichelarij). Niemand van hen durfde te zeggen dat hij op het niveau van Imaan is als die van Djiebriel en Miekaa-iel.” Sah’ieh’ Al-Boekhaarie.
De levensomstandigheden zijn er voor ons moeilijker op geworden omdat wij geen vrees voor Allah (de Verhevene) hebben. En wie godvrezend is, Allah (de Verhevene) zal voor hem een uitweg zoeken: “En wie Allah vreest, voor hem zal Hij zijn zaak gemakkelijk maken.” Soerat At-Talaaq (65), aayah 4.
Het leven is onze grootste zorg en ons uiteindelijke doel geworden waardoor wij het verloren hebben en daarnaast ook het Hiernamaals verloren hebben. In een overlevering staat: “Wie zijn grote zorg het Hiernamaals is, Allah zal zijn toestand goed maken, en zal de rijkdom voor hem in zijn hart geven en het wereldse zal gedwongen naar hem komen. En wie zijn grote zorg het wereldse is, Allah zal zijn toestand verstrooien en hem zijn armoede duidelijk voor zijn ogen laten zien en hij zal van het wereldse niets krijgen behalve wat Allah voor hem bepaald heeft.” Sah’ieh’ Al-Djaami’.
De boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem)
“Voorzeker, de boodschapper van Allah is voor jullie een goed voorbeeld: voor wie op (de beloning van) Allah en het Hiernamaals hoopt, en voor wie Allah veelvuldig gedenkt.” Soerat Al-Ah’zaab (33), aayah 21
De meeste mensen hebben u niet als voorbeeld genomen. Zij hebben afstand genomen van uw woorden en handelingen terwijl zij aan de andere kant beweren van u te houden en beweren te behoren tot de zuivere aanbidders.
In een overlevering staat: “Niemand van jullie zal het geloof bereiken totdat ik meer geliefd bij hem zal zijn dan zijn ouder, kind en de gehele mensheid.” Overgeleverd door Al-Boekhaarie. En wie streeft om uw leiding in uiterlijk te volgen, heeft uw leiding betreffende het innerlijk verwaarloosd waardoor hij een zware rots geworden is op de weg van de da’wah.
Tawbah (berouw)
“Zeg: "O mijn dienaren die buitensporig zijn tegenover zichzelf, wanhoopt niet aan de Genade van Allah. Voorwaar, Allah vergeeft alle zonden. Voorwaar, Hij is de Vergevensgezinde, de Meest Barmhartige.” Soerat Az-Zoemar (39), aayah 53. “Behalve wie berouw toont en gelooft en goede daden verricht. Zij zijn het die het Paradijs zullen binnentreden en hen zal geen enkel onrecht aangedaan worden.” Soerat Maryam (19), aayah 60.
In een overlevering staat: “Allah aanvaardt het berouw van een dienaar zolang het keelgerochel hem niet bereikt heeft.” Sah’ieh’ Ibn Maadjah.
De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) toonde berouw terwijl hij geen zonden had! Hoe zal het dan met ons zijn? Wij die met onze handen vernietiging zoeken en toch geen berouw tonen.
In een overlevering staat: “O mensen, toon berouw aan Allah, ik toon 100 keer per dag berouw aan Allah.” Sah’ieh’ Moesliem.
In een overlevering staat: “Allah strekt zijn hand in de nacht uit zodat de zondaar die (zonden) overdag heeft begaan berouw toont. En Hij strekt Zijn hand overdag uit zodat degene die ‘s nachts (zonden) heeft begaan berouw toont, totdat de zon opkomt van het westen.” Sah’ieh’ Moesliem.
Smeekbede (doe’aa-e)
O mijn heer, ik vraag U met Uw Roem en mijn nederigheid naar Uw Barmhartigheid. Ik vraag U met Uw Kracht en mijn zwakte en met Uw Rijkdom en mijn armoede naar U. Tot U is mijn leugenachtige voorhoofd nederig gebukt. Uw dienaren naast mij zijn veel, en ik heb geen andere Heer dan U. Ik heb geen toevlucht behalve tot U. Ik vraag U met het verlangen van de arme en ik smeek U met de smeekbeden van de nederige dienaar en ik vraag U en ik ben de vrezende in nood. Smeekbeden van degene die zijn voorhoofd nederig voor U heeft geplaatst en wiens neus voor U de grond heeft geraakt en zijn ogen gevuld zijn met tranen. We vragen Uw Barmhartigheid en Vergeving, We vragen uw Genade en vergeving.
Maandblad, Wij Moslims, Jaargang 4, nr. 9