Mijn broeders en zusters, dienaren van Allah! Ik vraag jullie omwille van Allah (de Verhevene), bestaat er voor gelovigen een ander doel in dit leven dan het aanbidden van Allah en het vergeven worden voor hun zonden en het verkrijgen van de Genade van hun Heer? We zien dat vele broeders en zusters hun hoop op deze wereld gevestigd hebben, levend alsof zij nooit deze aardbodem zullen verlaten, volop genietend van haar versieringen! Maar O wat zullen zij spijt hebben op de Dag waarop spijt noch tranen voordeel zullen brengen. Wat zullen zij op hun handen en vingers bijten omdat zij geen proviand hebben ingeslagen voor het moment waarover Allah (de Verhevene) zegt: “Bij de Heer van de hemel en aarde: voorwaar, het is zeker waar, zo waar als (het feit) dat jullie spreken.” Soerat Ad-Dzarieyaat (51), aayah 23.
Allaahoe Akbar, wat een geweldige eed! Laten wij daarom samen kijken naar wat de bekende uitlegger sheikh ‘Abdoer-Rah’maan as-Sa’die (moge Allah hem genadig zijn) zegt over dit vers: “De Verhevene legt hier een eed af dat Zijn Belofte en Beloning waarheid zijn en Hij heeft dit vergeleken met zaken die duidelijk zijn voor ons, zoals het spraakvermogen. Zoals jullie geen twijfels hebben over jullie spraakvermogen, zo dienen jullie geen twijfel te hebben over de Wederopstanding en de beloning.” Tefsier al-Kariem ar-Rah’maan, fie Tefsier Kalaamie-l Mannaan, pag. 752.
Vertel mij, heeft iemand van jullie twijfels over zijn spraakvermogen? Is er iemand van jullie die zijn spraakvermogen ontkent, O dienaren van Allah? Welnu, bij de Heer van de hemelen en aarde – en hier zweert de Verhevene bij Zichzelf! – zo is ook jullie Wederopstanding. Zo is ook jullie beloning of bestraffing.
Het is om deze werkelijkheid, om dit feit van het universum, dat ik voor jullie deze lezing heb geschreven.
Het bevat 25 handelingen waarmee zonden uitgewist worden; 25 handelingen die veelal klein lijken in onze ogen, maar die zonden uitwissen, zoals bladeren van bomen vallen.
Moge Allah (de Verhevene) jullie genadig zijn broeder en zusters, en handel naar deze punten. Inshaa-e Allah zul je hiermee jouw Heer met opgeheven hoofd kunnen ontmoeten op “de Dag dat Wij tegen de Hel zeggen: “Ben jij al vol?” En zij zegt: “Is er nog meer?” Soerat Qaaf (50), aayah 30.
Bereid jullie dus goed voor, moge Allah (de Verhevene) jullie en mij vergeven, want misschien is dit wel jouw redding van het Hellevuur.
1. De Islaam wist alles uit wat ervoor is geweest.
Als een jood, christen of andere persoon (d.w.z. een niet-moslim) de Islaam binnentreedt en vóór deze periode grote zonden heeft gepleegd, zoals overspel en het drinken van alcohol etc., dan zeggen wij hem: wees verkondigd met de blijde tijdingen van jouw Heer, want jouw binnentreden in de Islaam zal alles uitwissen wat hiervoor plaats heeft gevonden!
Het bewijs hiervoor uit het Boek is: “Zeg tegen degenen die ongelovig zijn: “Als jullie ophouden, zullen jullie worden vergeven voor wat reeds voorbij is…” Soerat Al-Anfaal (8), aayah 37.
Dat wil zeggen: als jullie ophouden met jullie ongeloof, o degenen die zichzelf onrecht aandoen, dan zullen jullie vergeven worden en zullen jullie opgenomen worden in de Genade van jullie Heer. En dit vers toont voorzeker de Vergevensgezindheid aan van de Majesteitelijke jegens Zijn dienaren; Hij laat de deuren voor oprecht berouw en terugkeer naar Hem altijd open, Verheven is Hij.
Wat betreft het bewijs uit de Soennah; het is overgeleverd in Sah’ieh’ Moesliem, van ‘Amr ibn al-‘Aas (moge Allah tevreden met hem zijn) dat toen hij bij de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) kwam om de geloofsgetuigenis af te leggen, hij zijn hand uitstrekte naar de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem), maar deze hierna terugtrok. De boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) vroeg hem waarom hij zijn hand terugtrok en ‘Amr zei: “O boodschapper van Allah, ik heb voorwaarden.” De boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) vroeg: “Wat stel jij voor voorwaarden, O ‘Amr?” Hierop zei ‘Amr: “Ik stel als voorwaarde dat Allah mij vergeeft.” Dat wil zeggen: ik zal de geloofsgetuigenis niet afleggen, o boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem), behalve als Allah mij vergeeft! De boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: “Weet jij dan niet dat de Islaam uitwist wat ervoor is geweest, en dat de hidjrah (emigratie) uitwist wat ervoor is geweest en dat de H’adj (bedevaart) uitwist wat ervoor is geweest?”
Echter, als men doorgaat met het vertonen van ongeloof, dan geldt het tweede gedeelte van bovengenoemd vers: “… maar als zij in herhaling vervallen, dan (geldt) voor hen de handelwijze (van Allah) zoals die reeds gold voor de vroegeren (vóór hen).” Soerat Al-Anfaal (8), aayah 37.
Dat wil zeggen: als jullie doorgaan met jullie ongeloof; als jullie aan koppigheid en starheid vast wensen te houden; aan jullie begeerten en onrecht, wacht dan op Zijn Bestraffing zoals het degenen vóór jullie heeft getroffen!
2. De Hidjrah (emigratie) wist uit wat ervoor is geweest.
Als een persoon in een bepaald land woont en hij vreest voor de veiligheid van zijn religie - omdat hij bijvoorbeeld niet goed in staat is om zijn gebed in gemeenschap te verrichten of hij kan de uiterlijke vormen van de Islaam niet praktiseren - en hij wenst als gevolg hiervan naar een land te emigreren dat meer zekerheid biedt voor het praktiseren van zijn religie, niet iets anders wensend van dit wereldse leven zoals rijkdom, een vrouw etc., dan zal deze emigratie een vergiffenis zijn voor zijn eerdere zonden.
Het bewijs hiervoor is de Uitspraak van de Majesteitelijke: “Voorwaar, degenen die geloven en degenen die uitgeweken zijn (d.w.z. ze hebben de hidjrah verricht) en strijden op de Weg van Allah, zij zijn degenen die hopen op de Barmhartigheid van Allah. En Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig.” Soerat Al-Baqarah (2), aayah 218.
En de Verhevene heeft gezegd: “En wie op de Weg van Allah uitwijkt (d.w.z. emigreert), vindt op aarde vele toevluchtsoorden en overvloed. En wie zijn huis verlaat als een uitwijker naar Allah en Zijn boodschapper, en de dood treft hem dan: waarlijk, zijn beloning is bij Allah. En Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig.” Soerat An-Nisaa-e (4), aayah 100.
Het is tevens overgeleverd in Sah’ieh’ Moesliem, in de overlevering die wij hiervoor hebben genoemd, dat de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft gezegd: “De emigratie wist uit wat ervoor is geweest.” Dat wil zeggen, het wist de zonden en fouten uit die hiervoor zijn gepleegd. Wij vragen Allah (de Verhevene) dat Hij onze zonden vergeeft; Hij is waarlijk de Genadevolle, de Vergevensgezinde.
3. Aanbidding ten tijde van rampspoed en moeilijkheden.
Als een persoon leeft te midden van mensen die overspel begaan, alcohol drinken, het gebed nalaten, slecht zijn voor hun ouders en veelvuldig de heilige grenzen van de Verhevene overtreden, terwijl deze persoon zijn Heer blijft aanbidden, zonder dat hij hun pad volgt, maar zich juist standvastig aan de Waarheid vasthoudt, dan zal dit zijn zonden vergeven.
Lees, moge Allah (de Verhevene) jou en mij genadig zijn, hetgeen overgeleverd is door At-Tabaraanie, in een overlevering die authentiek is verklaard door Sheikh al-Albaanie (moge Allah (de Verhevene) hem genadig zijn), van Ma’qiel waarin de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft gezegd: “Aanbidding ten tijde van al-haradj en rampspoed is als een Hidjrah (emigratie) naar mij toe.”
In de versie van At-Tiermiedzie lezen wij: “Aanbidding ten tijde van al-haradj is als een hidjrah (emigratie) naar mij toe.” Dat wil zeggen, het is als een emigratie naar de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem).
De geleerden hebben gezegd: “Al- haradj betekent dat er veel beproevingen, rampspoed en zonden aanwezig zijn; het is een tijd waarin de heilige grenzen van Allah veelvuldig worden overschreden en er bestaat weinig veiligheid in de gemeenschap. Het zich wenden tot Allah de Verhevene en het nalaten van deze zonden en viezigheden is als een emigratie naar de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem).”
Om de situatie te verduidelijken zal ik een aantal voorbeelden aanhalen:
Een jongeman studeert aan een universiteit en zijn vrienden nodigen hem uit om na schooltijd samen televisie te kijken of iets ‘gezelligs’ te doen. Uit ervaring weet de jongeman dat deze bijeenkomst gevuld zal zijn met onzedelijkheid, roddel en tijdverspilling, dus in plaats van in te gaan op hun uitnodiging verlaat hij hen en keert hij terug naar huis om een gebed te verrichten dat hij Allah schuldig is. Na het gebed blijft de jongeman zitten en gedenkt hij Allah (de Verhevene), zijn tranen lopen al snel over en hij bevindt zich in een toestand van nederigheid en toewijding. Na zijn dag op deze manier doorgebracht te hebben, verricht de jongeman de woedhoo-e (de kleine wassing) alvorens hij zich wendt tot zijn slaapplaats en al snel verlaat zijn ziel zijn lichaam, wellicht voor de laatste keer (de slaap wordt ook wel de kleine dood genoemd, omdat de ziel zoals bij de dood het lichaam verlaat. Het verschil met de werkelijke dood is dat de ziel bij het wakker worden terugkeert naar het lichaam – indien Allah zo beschikt).
Moge Allah (de Verhevene) jullie en mij in rang verheffen broeders en zusters, zien jullie hoe deze broeder de zonden achter zich heeft gelaten en zich heeft gewend tot de Verhevene? De geleerden hebben gezegd: “Dit – dat wil zeggen, het gedrag van deze jongeman en degenen die zoals hem zijn – is als een emigratie naar de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem), omdat hij afstand heeft genomen van de zonden en zich heeft gewend (met zijn hart en ledematen) naar Hem, de Geprezene.”
Een ander voorbeeld: een meisje komt haar huis binnen en zij treft haar gezin in slechte toestand aan; het ene gezinslid kijkt naar onzedelijke televisiebeelden, anderen zijn alcohol aan het drinken en weer anderen eten het vlees van hun broeders en zusters door te roddelen – moge Allah ons hiervan behoeden. In plaats van dat zij meegaat in hun zonden gaat deze dienares van Allah naar haar kamer waar zij het gebed verricht, haar Heer gedenkt, huilt om haar zonden en de Verhevene vraagt om verlichting en steun. Wees verkondigd met dit goede nieuws mijn dierbare zuster. Verruil jouw beklemmend gevoel in jouw borst voor blijdschap, want jouw gedrag, jouw standvastigheid, is als een emigratie naar de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem)!
4. Het verrichten van dzikr (het gedenken van Allah) terwijl men de oproeper tot het gebed (de Moe-addzin) hoort.
Het bewijs hiervoor is hetgeen overgeleverd is door Imaam Moesliem in zijn authentieke verzameling van Sa’d (moge Allah tevreden met hem zijn), die zei dat de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft gezegd: “Degene die zegt, terwijl hij de oproeper tot het gebed hoort: ‘En ik getuig dat er geen god is behalve Allah, Hij is de Enige en heeft geen deelgenoten, en ik getuig dat Moh’ammed Zijn dienaar en boodschapper is; ik ben tevreden met Allah als Heer, met Moh’ammed als boodschapper en met de Islaam als religie,’ al zijn voorgaande zonden worden vergeven.”
5. Het verblijven in de moskee na het verrichten van het (gezamenlijke) gebed.
Het is overgeleverd door Al-Boekhaarie en Moesliem in hun authentieke verzamelingen van Aboe Hoerayrah (moge Allah tevreden met hem zijn) dat de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft gezegd: “Iemand van jullie is nog steeds in het gebed terwijl hij wacht op het gebed.”
Dat wil zeggen, een persoon betreedt de moskee en hij verricht het Fadjr-gebed in gemeenschap en hij blijft in de moskee tot het Dhzohr-gebed aanbreekt, of zelfs tot ‘Ishaa: deze hele periode die hij in de moskee heeft gezeten, wordt voor hem genoteerd alsof hij in gebed heeft gestaan! Allaahoe Akbar! Moge Allah (de Verhevene) ons helpen om ons in te laten zien wat goed voor ons is en ons hieraan laten vasthouden, Allahoemma Amien.
Het is tevens overgeleverd in as-Sah’ieh’ayn (“as-Sah’ieh’ayn”: d.w.z. ‘de twee authentieken’, waarmee wordt bedoeld dat een h’adieth overgeleverd is door Al-Boekhaarie en Moesliem) in een overlevering van Aboe Hoerayrah (moge Allah tevreden met hem zijn), dat de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft gezegd: “De engelen verrichten smeekbedes voor jullie zo lang iemand op zijn gebedsplaats is waar hij heeft gebeden, net zo lang hij zijn woedhoo-e niet verbreekt of opstaat, (zij zeggen): “O Allah, vergeef hem, O Allah, wees hem genadig.”
Mijn dierbare broeders, mijn dierbare zusters, hebben wij de overlevering goed gelezen? Realiseren wij wat dit betekent? Wij hoeven enkel kortstondig de gebrekkige en voorbijgaande pracht en praal van dit wereldse leven achter ons te laten en te gaan zitten op onze gebedsplaatsen (het is verplicht voor mannen om het gezamenlijke gebed bij te wonen in de moskee (als zij op een afstand van de moskee wonen waarop zij de Adzaan kunnen horen), terwijl vrouwen hiervan vrijgesteld zijn! Deze h’adieth bevat geenszins het bewijs dat mannen hun gebed thuis kunnen verrichten, daar deze overlevering in het algemeen spreekt over een gedraging die zorgt voor een beloning, terwijl de overleveringen over het bijwonen van het verplichte gebed in de moskee voor mannen specifiek in hun betekenis zijn), opdat de engelen een smeekbede voor ons gaan verrichten; opdat oprechte dienaren van Allah (de Verhevene) vergiffenis voor ons vragen, wetend dat hun smeekbedes altijd verhoord worden.
O Allah, onze Voorziener en Schepper, schenk ons het licht waarmee wij de waarheid kunnen zien en laat ons ernaar handelen. Amien, Amien, Amien!
6. Het lopen naar de moskee voor het verplichte gebed.
Het is overgeleverd in de Soennen van Ibn Maadjah, in een overlevering die authentiek is verklaard door sheikh al-Albaanie, van Aboe Hoerayrah (moge Allah tevreden met hem zijn) die zei dat de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft gezegd: “Het uitwissen van de fouten (geschiedt door) het verrichten van de kleine wassing in moeilijke omstandigheden, het laten werken van de voeten naar de moskee en het wachten op het (volgende) gebed na het gebed.”
‘Het verrichten van wodhoo-e (de kleine wassing) in moeilijke omstandigheden’, dit wil zeggen dat men de kleine wassing verricht op momenten dat het bijvoorbeeld koud is; ‘het laten werken van de voeten naar de moskee’ wil zeggen dat men te voet naar de moskee gaat (daar de overleveringen het te voet naar de moskee gaan specificeren, geldt deze beloning niet voor degenen die op de fiets of met de auto gaan, aldus de geleerden, en Allah weet het beste)en het wachten op het volgende gebed in gemeenschap nadat men het gebed heeft verricht – dit alles vergeeft de zonden van een dienaar.
In een andere h’adieth van Imaam Moesliem, overgeleverd door Aboe Hoerayrah (moge Allah tevreden met hem zijn) vraagt de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) (aan de metgezellen): “Zal ik jullie niet datgene laten zien waarmee Allah de fouten uitwist en in rang doet verhogen? Het verrichten van de kleine wassing in moeilijke omstandigheden, veelvuldige voetstappen naar de moskeeën en het wachten op het (volgende) gebed na het gebed. En dat is de Riebaat (ar-Riebaat: dat wil zeggen dat een dienaar van Allah zich stevig verbindt aan een bepaalde handeling, zich hiervoor inzet en zich hieraan vastklampt; dat (d.w.z. dit gedrag) zorgt voor een geweldige beloning en is een duidelijke overwinning!), en dat is de Riebaat en dat is de Riebaat!”
Allaahoe Akbar! Het is verbazingwekkend hoe wij bepaalde handelingen kleineren, terwijl het een geweldig gewicht heeft op de weegschaal van de Verhevene.
Lees met mij de overlevering van At-Tiermiedzie - die als authentiek is geclassificeerd door Sheikh al-Albaanie - van Aboe Hoerayrah (moge Allah tevreden met hem zijn), waarin de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zegt: “Elke stap die iemand van jullie zet (terwijl hij gaat) naar het gebed, Allah zal ervoor een h’asanah (goede daad) opschrijven en er een sayyie-ah (slechte daad) mee uitwissen.”
Bij Degene in Wiens Hand mijn ziel is, groot is de Genade van Degene Die ons geschapen heeft en daarna voorzieningen schenkt, en ons daarna vergeeft voor onze tekortkomingen. Elk stapje dat wij zetten, elke kleine beweging van onze voeten, waarbij wij niet eens stilstaan, betekent dat onze zonden vergeven worden en wij in rang worden verheven.
Voordat ik overga naar de zevende handeling waarmee, als wij die praktiseren, onze zonden vergeven worden, wil ik graag een laatste overlevering met jullie delen die geciteerd is door Al-H’aakim en als authentiek is verklaard door Sheikh al-Albaanie (moge Allah hem genadig zijn), waarin de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zegt: “Vanaf het moment dat iemand van jullie van zijn huis naar zijn moskee gaat, wordt voor het ene been een h’asanah (goede daad) genoteerd en door de andere een zonde uitgewist.”
Dat wil zeggen, wanneer men met het ene been een stap zet, wordt er een goede daad genoteerd, en wanneer men met het andere been een stap zet, wordt er een zonde uitgewist. Vind je die afstand naar de moskee nog steeds te groot om te voet af te leggen mijn broeder?
7. Degene wiens uitspraak van ‘Aamien’ samenvalt met de uitspraak van de engelen.
Het bewijs hiervoor is hetgeen overgeleverd is in as-Sah’ieh’ayn, in de h’adieth van Aboe Hoerayrah (moge Allah tevreden met hem zijn), waarin de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zegt: “Als de Imaam Aamien zegt, zeg dan Aamien, want degene wiens uitspraak van Amien samenvalt met de uitspraak van Amien van de engelen, worden de voorgaande zonden vergeven.”
In de versie van Al-Boekhaarie, ook overgeleverd door Aboe Hoerayrah (moge Allah tevreden met hem zijn), lezen wij: “Als de recitator (of: lezer) Amien zegt, zeg dan Amien, want de engelen zeggen Amien. Degene wiens uitspraak van Amien samenvalt met de uitspraak van Amien van de engelen, zijn voorgaande zonden worden vergeven.”
Aangezien deze overleveringen een aantal belangrijke punten bevatten, zullen wij er wat uitgebreider bij stil staan:
-Deze overleveringen bevatten het bewijs dat het niet toegestaan is voor de volgelingen in het gebed om de Imaam voor te zijn in het zeggen van Aamien; in plaats hiervan is het voorgeschreven dat eerst de Imaam Amien zegt, zodat zij hem hierin kunnen volgen. De leiding van de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) is dus zoals de geleerden hebben gezegd: dat zij tegelijkertijd Amien zeggen met de Imaam, of indien zij hiertoe niet in staat zijn, om Amien te zeggen ná de Imaam.
- Deze overleveringen bevatten tevens het bewijs dat het voorgeschreven is voor de Imaam om Amien te zeggen, omdat de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft gezegd: “Als de Imaam Aamien zegt…” en in de andere overlevering is gezegd “recitator”; en dit is een duidelijk en authentiek bewijs.
Het is aan ons, mijn dierbare broeders en zusters, om vast te houden aan de Soennah van de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) en Allah (de Verhevene) hierin te vrezen, hopelijk zal dit de vergeving van onze zonden zijn. “Als de Imaam zegt: “Ghayrie-l maghdhoebie ‘alayhiem wala-d Dhaallieen (niet van degenen op wie de toorn rust en niet dat van de dwalenden)” zeg dan Aamien; van degene wiens uitspraak samenvalt met de uitspraak van de engelen worden alle voorgaande zonden vergeven.” (Overgeleverd door Al-Boekhaarie in zijn authentieke verzameling
8. Degene wiens uitspraak “Rabbanaa wa laka-l h’amd (onze Heer, U komt de lofprijzing toe)” samenvalt met de uitspraak van de engelen.
Het is overgeleverd in as-Sah’ieh’ayn dat de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft gezegd: “Als de Imaam zegt: “Sami’a Allaahoe liman h’amiedah (Allah hoort wie Hem prijst)” zeg dan: “Rabanaa wa laka-l h’amd (onze Heer, U komt de lofprijzing toe)”, want van degene wiens uitspraak samenvalt met de uitspraak van de engelen (dit wil dus zeggen, en vormt meteen authentiek bewijs, dat de engelen ook “Rabbanaa wa laka-l h’amd (onze Heer, U komt de lofprijzing toe)” zeggen)worden alle voorgaande zonden vergeven.”
O Allah, laat onze uitspraak samenvallen met de uitspraak van de engelen!
Tot zover, mijn broeders en zusters, de eerste 8 handelingen waarmee een dienaar van Allah (de Verhevene) zijn zonden kan laten uitwissen. Inshaa-e Allah ontmoeten wij elkaar in een volgend artikel, zoekend naar de Genade van Allah (de Verhevene).
Genomen van de lezing “25 Sababan Lie maghfieratie-d Dzoenoeb” van Sheikh Wah’ied ‘Abdoe-s Salaam Baaliey (moge Allah hem behouden).