Bibliotheek

Vergiffenis van Allah

Door Sheikh Mohammed Saalih Al-Moenaddjied Vertaald door Aboe Dardaa-e
1159 keer gelezen

Vergiffenis van Allah

Alle lof zij Allah, Die het mogelijk gemaakt heeft voor jou om berouw te tonen en om jou te leiden nadat je misleidt was. Alle lof is voor Allah, Die de weg voor jou belicht heeft en het geloof dierbaar en aantrekkelijk heeft gemaakt voor jou. Te allen tijde komt Hem alle lof toe. Wij feliciteren jou, met het krijgen van de mogelijkheid om berouw te tonen. Dit is waarlijk een zegen waar dankbaarheid voor getoond dient te worden, want Allah accepteert het berouw van degene die (oprecht) berouw toont.

Er wordt gevraagd: 'Hoe weet ik of Allah mij vergeven heeft, of niet?'

U dient te weten dat Allah het berouw accepteert van degene die oprecht berouw toont; Allah is Meest Vergevensgezind. Hij heeft degene die berouw toont, beloofd dat Hij zijn zonden zal vergeven. 

Allah (de Verhevene) zegt in Zijn Qor-aan: “Zeg: “O Mijn dienaren, die buitensporig zijn tegenover zichzelf, wanhoopt niet aan de Genade van Allah. Voorwaar, Allah vergeeft alle zonden. Voorwaar, Hij is de Vergevensgezinde, de Meest Barmhartige.” Soerat az-Zoemar (39), aayah 53.

Wanneer Allah iets belooft, dan breekt Hij Zijn belofte niet. En Allah (de Verhevene) zegt: “Behalve degene die berouw toont en gelooft en goede daden verricht. Voor diegenen wisselt Allah hun zonden in voor goede daden. En Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig. En wie berouw toont en goede daden verricht: voorwaar, hij wendt zich berouwvol tot Allah.” Soerat Al-Foerqaan (25), aayah 70-71.

In deze aayah verteld Allah (de Verhevene) ons dat Hij de zonden van een persoon zal vervangen door goede daden bij degene die berouw toont - dit is één van de zegeningen van berouw.

U vraagt tevens: "Hoe kom ik van mijn zonde af?" Dit is een belangrijk aspect, want hier worden de handelingen bij betrokken die ervoor zorgen dat een zonde wordt goed gemaakt. Sheikh Al-Islaam Ibn Taymiyyah (moge Allah genade met hem hebben) zei: “De bestraffing van een zonde wordt van een persoon weggenomen als gevolg van de volgende 10 handelingen: 

1- Oprecht berouw tonen; hierover is overeenstemming bereikt tussen de moslims. Allah (de Verhevene) zegt: “Zeg: “O Mijn dienaren die buitensporig zijn tegenover  zichzelf, wanhoopt niet aan de Genade van Allah. Voorwaar, Allah vergeeft alle zonden. Voorwaar, Hij is de Vergevensgezinde, de Meest Barmhartige.” Soerat az-Zoemar (39), aayah 53.

“Weten zij dan niet dat het Allah is Die het berouw aanvaardt van Zijn dienaren en Die de zakaat aanvaardt en dat Allah de Vergevensgezinde,  de Meest  Barmhartige is?” Soerat at-Tawbah (9), aayah 104. 

“En Hij is Degene Die het berouw van Zijn dienaren aanvaardt. En Hij vergeeft de slechte daden en Hij weet wat jullie doen.” Soerat as-Shoera (42), aayah 25.

2- Bidden voor vergiffenis. Het is overgeleverd in as-Sah’ieh’ayn dat de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: "Als een persoon een zonde begaat en daarna zegt, “O Heer, ik heb een zonde begaan, dus vergeef mij,“ dan zegt Hij: “Mijn dienaar weet dat hij een Heer heeft Die zijn zonden kan vergeven of bestraffen; Ik heb Mijn dienaar vergeven..." Overgeleverd door Al-Boekhaarie, 6953; Moeslim, 4953. 

In Sah’ieh’ Moeslim is het overgeleverd dat de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) gezegd heeft: “Als jullie geen zonden begaan, dan zal Allah jullie doen vergaan en zal Hij een ander volk brengen die zondigen. Vervolgens zullen zij Allah vragen om vergiffenis en Hij zal hen vergeven.” at-Tawbah, 4936.

3- Het verrichten van goede daden wist zonden uit. Allah (de Verhevene) zegt: “En verricht de Salaat aan het begin van de dag en aan het begin van de avond, voorwaar, de goede daden wissen de slechte daden uit. Dat is een onderricht voor degenen die zich laten onderrichten.” Soerat Hoed (11), aayah 114.

De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft gezegd: "”(Het verrichten van) de vijf dagelijkse gebeden, en van Djoemoe'ah (vrijdaggebed) tot Djoemoe'ah, en van Ramadhaan tot Ramadhaan wissen de zonden die tussen hen zijn uit, indien de grote zonden vermeden worden." Overgeleverd door Moeslim, 344. 

De boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei ook: "Degene die Ramadhaan vast met geloof en met de hoop op beloning, zijn voorgaande zonden zullen vergeven worden." Overgeleverd door al-Boekhaarie, 37; Moeslim, 1268.

En hij (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei ook: "Degene die bedevaart verricht naar Zijn (Allah’s) Huis en geen geslachtsgemeenschap, geen zondigheid en geen twist tijdens de h’addj verricht zal vrij van zonden teruggaan, zoals de dag dat zijn moeder hem baarde." Overgeleverd door al-Boekhaarie, 1690.

Ook is er overgeleverd dat de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: "De fitnah voor een man, veroorzaakt door zijn familie, bezit en kinderen, wordt vergeven door het gebed, vasten en het aansporen tot het goede en verbieden van het slechte." Overgeleverd door al-Boekhaarie, 494, Moeslim, 5150.

De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei tevens: "Degene die een gelovige slaaf bevrijdt, voor elk ledemaat (van de slaaf) zal Allah een ledemaat van hem bevrijden van het Vuur…” Overgeleverd door Moeslim, 2777.

Deze en soortgelijke authentieke ah’adieth zijn overgeleverd in de boeken van Sah’ieh’. En hij (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: "Liefdadigheid blust zonden, zoals water vuur blust, maar H’asad (jaloezie) verteert goede daden, zoals vuur hout verteert." Overgeleverd door At-Tiermiedzie, 600.

4- De doe'aa-e van de gelovigen voor de gelovigen, zoals wanneer zij het begrafenisgebed (Salaat Al-Djanaazah) over hem verrichten. Het is overgeleverd van 'Aa-ishah (moge Allah tevreden met haar zijn) en Anas ibn Maalik (moge Allah tevreden met hem zijn), dat de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: "Er is geen moslim die overlijdt terwijl een groep van moslims die 100 personen telt bidt voor hem, zij allen bemiddelen voor hem, en Allah zal hun bemiddeling voor hem accepteren." Overgeleverd door Moeslim, 1576.  

Ibn 'Abbaas (moge Allah tevreden met hem zijn) verhaalde dat hij de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft horen zeggen: "Er is geen Islamitische man die sterft, en 40 mensen verrichten het begrafenisgebed over hem, niets associërend met Allah, of Allah zal hun bemiddeling voor hem accepteren." Overgeleverd door Moeslim, 1577.

5- Men kan goede handelingen voor de overledene verrichten, zoals het geven in liefdadigheid (ten behoeve van de overledene). Dit zal de overledene baat brengen, aldus de authentieke overleveringen van de Soennah en de overeenstemming (Idjmaa-e) van de geleerden. Hetzelfde geldt voor het verrichten van de H’adj en het bevrijden van slaven (ten bate van de overledene); het is bewezen in as-Sah’ieh’ayn dat de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: "Degene die sterft en een schuld heeft van (verplichte) vastdagen, zijn erfgenamen dienen voor hem te vasten." Overgeleverd door al-Boekhaarie, 5210; Moeslim, 4670.

6- De bemiddeling van de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) en anderen op de Dag des Oordeels voor degenen die zonden hebben begaan. Dit is overgeleverd in de moetawaatier ah’adieth, over bemiddeling. Een voorbeeld is de h’adieth, waarin de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: “Mijn bemiddeling zal zijn voor degenen in mijn Oemmah die grote zonden hebben begaan." Als Sah’ieh’ geclassificeerd door al-Albaanie in Sah’ieh’ Abie Daawoed, 3695

En hij (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft ook gezegd: "Mij is de keuze gegeven tussen het toelaten van de helft van mijn Oemmah tot het Paradijs en bemiddeling, en ik koos voor bemiddeling." Zie Sah’ieh’ al-Djaami', 3335 

7- Ramspoed waarmee Allah (de Verhevene) zonden vergeeft in deze wereld. Het is overgeleverd in as-Sah’ieh’ayn dat de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: “Geen vermoeidheid, uitputting, zorgen, verdriet, leed of schade overkomt een gelovige in deze wereld, niet eens een doorn die hem prikt, of Allah vergeeft hem daardoor een aantal van zijn zonden." Overgeleverd door Al-Boekhaarie, 5210; Moeslim, 4670.

8- De marteling, het samenpersen en verschrikkingen in het graf. 

Dit zijn ook aspecten waardoor zonden worden vergeven:

9- De verschrikkingen op de Dag der Opstanding.

10 - De Genade en Vergiffenis van Allah (de Verhevene), zonder dat Zijn dienaren hiervoor iets gedaan hebben (om het te verkrijgen). Zie: Madjmoo’ Fataawa Ibn Taymiyyah, vol. 7, p. 487-501

Tenslotte vraagt u: "Denk je dat Allah mij zal vergeven?"

Ja, Hij zal u vergeven, indien u oprecht berouw toont, want dit heeft Allah ons beloofd. Wanhoop niet aan de Genade van Allah. Gedenk het verhaal van de man die 100 mensen heeft gedood en vervolgens berouw heeft getoond, waarna Allah zijn berouw accepteerde.

Dit verhaal is zoals Imaam Moeslim heeft overgeleverd in zijn Sah’ieh’, in Kitaab at-Tawbah (2766): "Het is overgeleverd van Aboe Sa'ied al-Khoedrie dat de boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: "Onder de mensen die vóór jullie kwamen, was er een man die 99 mensen had gedood en vervolgens vroeg om de meest geleerde persoon in het land. Er werd hem verteld over een monnik, dus hij ging naar hem toe en vroeg: “Ik heb 99 mensen gedood, kan ik berouw tonen?” De monnik antwoordde: “Nee.” Hij doodde hem daarom en maakte van het getal 100 (doden). Toen vroeg hij over de meest geleerde persoon in het land en hij werd verteld over een geleerde. Hij ging naar hem toe, en vroeg: “Ik heb 100 mensen gedood, kan ik berouw tonen?” De geleerde zei: “Ja, wie kan jou tegenhouden om berouw te tonen? Ga naar dat en dat land, waar de mensen Allah aanbidden. Aanbid Allah met hen en keer niet terug naar je eigen land, want het is een slecht land.” Dus de man vertrok en toen hij halverwege was overleed hij. De engelen van genade en de engelen van bestraffing redetwistten met elkaar, over hem. De engelen van de genade zeiden: “Hij kwam berouwvol, zijn hart wendend naar Allah.” De engelen van bestraffing zeiden: “Hij heeft nooit iets goeds gedaan.” Toen kwam een engel naar hen in een menselijke gedaante en zij accepteerden hem als bemiddelaar. Hij zei: “Meet de afstand tussen de twee landen en datgene waar hij dichterbij is, daar behoort hij toe.” Dus zij maten de afstand en beslisten dat hij dichterbij het land was, waar hij naartoe ging, dus namen de engelen van genade hem mee."

Uit deze h’adieth leren wij verschillende lessen:

1- Dat Allah (de Verhevene) alle zonden vergeeft van degene die berouw toont, ongeacht de grootte ervan. Dit wordt aangegeven door de aayah waarin Allah (de Verhevene) zegt: “Zeg: ‘O Mijn dienaren die buitensporig zijn tegenover zichzelf, wanhoopt niet aan de Genade van Allah. Voorwaar, Allah vergeeft alle zonden. Voorwaar, Hij is de Vergevensgezinde, de Meest Barmhartige.” Soerat az-Zoemar (39), aayah 53.

2- Degene die berouw toont, dient weg te blijven van slechte vrienden die zonden begingen met hem. Hij dient goede, vrome vrienden te vergezellen, die hem zullen helpen om het goede te doen en (hem uitleggen) hoe dit precies dient te geschieden. Wij vragen Allah (de Verhevene) om ons en jou te helpen en om ons allen kracht te geven (om het goede te doen). 

3- De moslim dient te leven in een staat tussen angst en hoop, vrezend voor zijn zonden en het niet veilig voelen van het Plan van Allah en niet zeker weten of men het Paradijs zal binnentreden. Zelfs de Sah’aabah, die zo vroom en rechtvaardig waren, gingen er zelfs niet vanuit dat zij het Paradijs zouden binnentreden; zij vreesden hun Heer en aanbaden Hem met angst en hoop. De moslim dient Allah (de Verhevene) dus te gehoorzamen, berouw te tonen en te hopen op de Genade van Allah, wetend dat Allah vergeeft en het berouw accepteert van degene die berouw toont. De persoon weet dat Allah (de Verhevene) houdt van deugdzame handelingen en deze accepteert, dus verricht deze persoon deze deugdzame handelingen, hopend dat deze geaccepteerd worden. Indien men in deze staat leeft, vrezend voor de zonden en hopend op de Genade van Allah (de Verhevene), dan zal men streven naar het aanbidden van Allah en het wegblijven van zonden - op deze manier vraagt men Allah om de deugdzame handelingen te belonen totdat hij Hem ontmoet wanneer Hij tevreden is met hem, en zoekt hij toevlucht bij Allah tegen het afkeren van zijn hart (van het goede pad) of dat zijn situatie verandert. De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) was gewoon om te zeggen: "O Heerser over de harten, maakt U mijn hart standvastig in Uw religie." Overgeleverd door At-Tiermiedzie 6022 en anderen.

Wij vragen Allah (de Verhevene) om ons en u standvastig te maken in Zijn religie en meer beloning te schenken aan ons allen, want Hij is Alhorend, Alziend.


AL.ISLAAM.COM
Uw mobiele kennisbron over de Islaam

BESCHIKBAAR OP DE VOLGENDE APPARATEN